Verordening (EEG) nr. 2084/80 van de Commissie van 31 juli 1980 betreffende de bepaling van de reële oprichtings- en beheerskosten van de producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen
Verordening (EEG) nr. 2084/80 van de Commissie van 31 juli 1980 betreffende de bepaling van de reële oprichtings- en beheerskosten van de producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen
VERORDENING (EEG) Nr. 2084/80 VAN DE COMMISSIE van 31 juli 1980 betreffende de bepaling van de reële oprichtings- en beheerskosten van de producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1360/78 van de Raad van 19 juni 1978 betreffende producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen (1), en met name op artikel 11, lid 3,
Overwegende dat de Lid-Staten volgens artikel 10, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1360/78 aan de erkende producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen voor de drie jaren volgende op de datum van de erkenning steun moeten verlenen ten einde de oprichting ervan te bevorderen en hun administratieve werking te vergemakkelijken ; dat het bedrag van deze steun voor het eerste, tweede en derde jaar niet meer mag bedragen dan respectievelijk 60, 40 en 20 % van de reële oprichtings- en beheerskosten van de producentengroeperingen en unies van producentengroeperingen ; dat met het oog op een correcte toepassing van de steunregeling deze kosten nader moeten worden omschreven;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor de landbouwstructuur,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De in artikel 10, lid 2, sub b), en lid 3, sub a), van Verordening (EEG) nr. 1360/78 bedoelde reële kosten voor oprichting en beheer zijn: a) kosten met betrekking tot de voorbereidende werkzaamheden voor de oprichting van een producentengroepering of unie van producentengroeperingen, evenals kosten voor het opmaken van de oprichtingsakte en de statuten of de wijzigingen daarvan overeenkomstig de in de artikelen 4, 5 en 6 van Verordening (EEG) nr. 1360/78 vastgestelde voorwaarden;
b) kosten van de controle op de naleving van de in artikel 6, lid 1, sub b), van Verordening (EEG) nr. 1360/78 genoemde voorschriften;
c) kosten van het administratief personeel (lonen en salarissen, opleidingskosten, premies voor sociale verzekering en kosten voor dienstreizen) evenals vergoedingen voor diensten en technische adviezen;
d) kosten voor correspondentie en telecommunicatie;
e) kosten voor kantoorbenodigdheden en afschrijving van de kantoorinrichtingen;
f) kosten voor het vervoer van het administratief personeel met voertuigen van de vereniging;
g) huurkosten of, in geval van koop, werkelijk betaalde rentekosten, evenals andere kosten en lasten voortvloeiende uit het gebruik van de gebouwen die dienen voor het administratieve beheer van de producentengroepering of unie van producentengroeperingen;
h) verzekeringspremies voor het vervoer van het administratief personeel, de kantoren en de inrichting daarvan.
2. De producentengroepering of unie van producentengroeperingen mag het bedrag van deze kosten verdelen over de drie jaren gedurende welke de steun wordt verleend.
3. Van de in lid 1, sub c) tot en met h), genoemde kosten wordt voor de berekening van de steun slechts dat deel in aanmerking genomen dat door de bevoegde instanties van de Lid-Staat, rekening houdend met de uitvoering van de taken van de betrokken producentengroepering of unie van producentengroeperingen als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1360/78, verantwoord wordt geacht.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 31 juli 1980.
Voor de Commissie
Finn GUNDELACH
Vice-Voorzitter (1)PB nr. L 166 van 19.6.1978, blz. 1.