Home

Verordening (EEG) nr. 2641/80 van de Raad van 14 oktober 1980 houdende afwijking van enige invoerbepalingen die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1837/80 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees

Verordening (EEG) nr. 2641/80 van de Raad van 14 oktober 1980 houdende afwijking van enige invoerbepalingen die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1837/80 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees

VERORDENING (EEG) Nr. 2641/80 VAN DE RAAD van 14 oktober 1980 houdende afwijking van enige invoerbepalingen die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1837/80 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1837/80 van de Raad van 27 juni 1980 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees (1), inzonderheid op artikel 20, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat bij artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 1837/80 een stelsel van certificaten is ingesteld dat de mogelijkheid biedt de ontwikkeling van de in- en uitvoer te volgen ; dat de invoercertificaten aan elke gegadigde die daartoe het verzoek doet worden afgegeven, mits een waarborg wordt gesteld als garantie dat zal worden voldaan aan de verplichting tot invoer tijdens de geldigheidsduur van het certificaat;

Overwegende dat enkele derde landen zich ertoe verbonden hebben hun uitvoer naar de Gemeenschap te beperken en de Commissie de gegevens over deze uitvoer te verstrekken ; dat de afgifte van invoercertificaten voor deze derde landen beperkt dient te worden tot de hoeveelheden waarop de overeenkomsten inzake vrijwillige beperking betrekking hebben;

Overwegende dat in artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 1837/80 is bepaald dat voor de produkten van post 02.01 A IV van het gemeenschappelijk douanetarief de heffing niet hoger mag zijn dan het bedrag dat voortvloeit uit de overeenkomsten inzake vrijwillige beperking;

Overwegende dat maatregelen moeten worden vastgesteld om verlegging van het handelsverkeer te voorkomen ; dat met name moet worden bepaald dat de afgifte van invoercertificaten voor de betrokken produkten afhankelijk is van de overlegging van certificaten die door het derde land van uitvoer zijn afgegeven in het kader van een voor een bepaalde periode vastgestelde totale hoeveelheid ; dat deze maatregel het stellen van een waarborg bij de indiening van de aanvraag om een invoercertificaat overbodig maakt;

Overwegende dat de discrepanties in het handelsbeleid niet vanaf het ogenblik van tenuitvoerlegging van de overeenkomsten inzake vrijwillige beperking kunnen worden opgeheven ; dat dit ertoe kan leiden dat artikel 115 van het Verdrag moet worden toegepast ; dat bovendien de tot afgifte van certificaten bevoegde autoriteiten de middelen dienen te worden geboden zeker te stellen dat de door de uitvoerende derde landen op zich genomen verplichtingen wat betreft de beperkingen van hun uitvoer naar als gevoelig omschreven zones worden nageleefd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. In afwijking van artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 1837/80: - wordt de afgifte van invoercertificaten voor de produkten van de posten 01.04 B en 02.01 A IV van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit een derde land dat zich ertoe verbonden heeft zijn uitvoer naar de Gemeenschap te beperken, voor elk kalenderjaar beperkt tot de totale hoeveelheid waarop de met de Gemeenschap gesloten overeenkomst inzake vrijwillige beperking betrekking heeft;

- is de afgifte van het invoercertificaat afhankelijk van de overlegging van een "certificaat voor de uitvoer naar de Europese Economische Gemeenschap" dat door de regering van het derde land van uitvoer of op haar verantwoordelijkheid is afgegeven;

- is, voor produkten van oorsprong uit een land dat ermee heeft ingestemd zijn uitvoer naar een gevoelige zone van de markt te beperken, de invoer in die zone onderworpen aan de overlegging van een invoercertificaat, afgegeven op vertoon van een uitvoercertificaat waarop deze zone als bestemming is vermeld, met dien verstande dat de afgifte van de betrokken invoercertificaten wordt geschorst wanneer de overeengekomen hoeveelheden met deze zone als bestemming zijn overschreden;

- is de afgifte van het invoercertificaat voor de in het eerste streepje bedoelde produkten niet afhankelijk van het stellen van een waarborg.

(1) PB nr. L 183 van 16.7.1980, blz. 1. 2. De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 1837/80.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 1980.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 14 oktober 1980.

Voor de Raad

De Voorzitter

C. NEY