Verordening (EEG) nr. 3240/80 van de Commissie van 15 december 1980 tot wijziging van de bijlagen 4 en 5 van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen

VERORDENING (EEG) Nr. 3240/80 VAN DE COMMISSIE van 15 december 1980 tot wijziging van de bijlagen 4 en 5 van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1517/79 (2), inzonderheid op artikel 97,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2901/80 (4), inzonderheid op artikel 121,

Gezien het advies van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers,

Overwegende dat het noodzakelijk is bijlage 4 van Verordening (EEG) nr. 574/72 te wijzigen ten einde veranderingen in de lijst van de door Denemarken en het Verenigd Koninkrijk aangewezen verbindingsorganen weer te geven;

Overwegende dat een aantal bepalingen van bijlage 5 van genoemde verordening dient te worden gewijzigd ten einde rekening te houden met tussen Lid-Staten gesloten overeenkomsten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage 4 van Verordening (EEG) nr. 574/72 wordt als volgt gewijzigd: 1. In hoofdstuk B. Denemarken, paragraaf II, Groenland, wordt de tekst van de punten 1, 2 en 3 vervangen door de volgende tekst: >PIC FILE= "T0016783">

2. In hoofdstuk I. Verenigd Koninkrijk, in de rechter kolom respectievelijk naast "Groot-Brittannië" en "Gibraltar" de woorden "Overseas Group" vervangen door "Overseas Branch".

(1) PB nr. L 149 van 5.7.1971, blz. 2. (2) PB nr. L 185 van 21.7.1979, blz. 1. (3) PB nr. L 74 van 27.3.1972, blz. 1. (4) PB nr. L 301 van 11.11.1980, blz. 5.

Artikel 2

Bijlage 5 van Verordening (EEG) nr. 574/72 wordt als volgt gewijzigd: 1. Punt 2, paragraaf b), België-Duitsland, wordt vervangen door de volgende tekst:

"b) Artikel 9, lid 1, van de Overeenkomst van 20 juli 1965 betreffende de toepassing van de Verordeningen nrs. 3 en 4 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap inzake de sociale zekerheid van migrerende werknemers."

2. In punt 3, België-Frankrijk, wordt de volgende paragraaf toegevoegd:

"g) Overeenkomst van 29 juni 1979 waarbij wederzijds van vergoeding wordt afgezien op grond van artikel 70, lid 3, van de verordening (kosten van werkloosheidsuitkeringen)".

3. In punt 7, België-Nederland, wordt de volgende paragraaf toegevoegd:

"h) Overeenkomst van 29 maart 1979 betreffende de artikelen 93, lid 6, 94, lid 6, en 95, lid 6, van de Toepassingsverordening (wijze van vaststelling van de te vergoeden bedragen voor verstrekkingen bij ziekte en moederschap)".

4. In punt 9, Denemarken-Duitsland: a) voor de bestaande paragraaf wordt de letter "a)" geplaatst.

b) na paragraaf a) wordt de volgende paragraaf ingevoegd:

"b) Overeenkomst van 27 april 1979 betreffende: (i) het gedeeltelijk wederzijds afzien van de vergoeding van kosten als bedoeld in de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening en het wederzijds afzien van vergoeding als bedoeld in artikel 70, lid 3, van de verordening en artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (gedeeltelijk afzien van vergoeding van de kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en het afzien van vergoeding van kosten voor werkloosheidsuitkeringen en administratieve en medische controles);

(ii) artikel 93, lid 6, van de toepassingsverordening (wijze van vaststelling van het te vergoeden bedrag voor verstrekkingen bij ziekte en moederschap)."

5. In punt 10, Denemarken-Frankrijk, wordt het woord "geen" vervangen door de volgende tekst:

" a) Overeenkomst van 29 juni 1979 betreffende het gedeeltelijk wederzijds afzien van vergoedingen als bedoeld in de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening (gedeeltelijk wederzijds afzien van de vergoeding van kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten).

b) Overeenkomst van 29 juni 1979 betreffende het wederzijds afzien van vergoedingen als bedoeld in artikel 70, lid 3, van de verordening (wederzijds afzien van vergoeding van kosten voor werkloosheidsuitkeringen).

c) Overeenkomst van 29 juni 1979 betreffende het wederzijds afzien van vergoedingen als bedoeld in artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (wederzijds afzien van de vergoeding van kosten voor administratieve en medische controles)

".

6. In punt 14, Denemarken-Nederland, worden de woorden "niet van toepassing" vervangen door de volgende tekst:

"Briefwisseling van 30 maart 1979 en 25 april 1979 betreffende de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening (gedeeltelijk wederzijds afzien van de vergoeding van kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten)".

7. In punt 19, Duitsland-Luxemburg, wordt na paragraaf d) de volgende paragraaf ingevoegd:

"e) Overeenkomst van 20 juli 1978 betreffende het wederzijds afzien van vergoedingen als bedoeld in artikel 63, lid 3, van de verordening (wederzijds afzien van de vergoeding van kosten voor verstrekkingen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten)."

8. In punt 20, Duitsland-Nederland, wordt na paragraaf f) de volgende paragraaf ingevoegd:

"g) Overeenkomst van 11 oktober 1979 tot uitvoering van artikel 92 van de verordening (vastgesteld minimumbedrag voor de inning van sociale zekerheidspremies)".

Artikel 3

1. Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

2. Artikel 1 is van toepassing met ingang van 1 november 1976.

Artikel 2, punten 2 en 3, is van toepassing met ingang van 1 oktober 1972.

Artikel 2, punten 4 (behalve met betrekking tot de administratieve en medische controles), 5 en 6, is van toepassing met ingang van 1 april 1973.

Artikel 2, punt 4 (met betrekking tot de administratieve en medische controles), is van toepassing met ingang van 1 april 1980.

Artikel 2, punt 7, is van toepassing met ingang van 1 januari 1978.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 15 december 1980.

Voor de Commissie

Henk VREDELING

Vice-Voorzitter