Home

Verordening (EEG) nr. 3429/80 van de Commissie van 29 december 1980 tot vaststelling van de voor de invoer van champignonconserven geldende vrijwaringsmaatregelen

Verordening (EEG) nr. 3429/80 van de Commissie van 29 december 1980 tot vaststelling van de voor de invoer van champignonconserven geldende vrijwaringsmaatregelen

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3429/80 VAN DE COMMISSIE

van 29 december 1980

tot vaststelling van de voor de invoer van champignonconserven geldende vrijwaringsmaatregelen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 516/77 van de Raad van 14 maart 1977 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector van op basis van groenten en fruit verwerkte produkten (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2021/80 (2), en met name op artikel 14, lid 2,

Overwegende dat de markt voor champignonconserven van de Gemeenschap wordt gekenmerkt door grote voorraden produkten van communautaire oorsprong; dat bovendien de aanbiedingsprijzen van de voornaamste leverancierlanden duidelijk beneden de kostprijs van de communautaire industrie liggen; dat gezien de beschikbare hoeveelheden van deze landen moet worden gevreesd dat de invoer uit derde landen de moeilijkheden van de communautaire markt slechts zullen versterken;

Overwegende dat de beoordeling van de marktsituatie, die hierboven in essentie is weergegeven, tot de conclusie leidt dat op de markt van de Gemeenschap als gevolg van deze invoer ernstige verstoringen zouden kunnen optreden die de doelstellingen van artikel 39 van het Verdrag in gevaar zouden kunnen brengen; dat derhalve vrijwaringsmaatregelen moeten worden genomen;

Overwegende dat het nuttig lijkt gezien de traditionele handelsstromen met de derde leverancierlanden geen maatregelen tot schorsing van de invoer toe te passen maar bij de invoer die dit traditionele volume overschrijdt tot een minder beperkende maatregel over te gaan, te weten heffing van een extra bedrag om het evenwicht van de communautaire markt te bewaren;

Overwegende dat met het oog op het zeer beperkte volume van de invoer van produkten uit de Maghreb- en ACS-landen deze invoer van de toepassing van de vrijwaringsmaatregel moet worden vrijgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 maart 1981 wordt steeds bij het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van andere dan in artikel 4 bedoelde champignonconserven van post 20.02 A waarbij de in artikel 2, leden 1 en 3, vastgestelde hoeveelheden worden overschreden, een extra bedrag geheven van 175 Ecu per 100 kg netto.

Artikel 2

1. De aanvragen voor invoercertificaten voor champignonconserven worden ingewilligd tot 26 % van de hoeveelheden, waarvoor gedurende de eerste elf maanden van 1980 invoercertificaten zijn afgegeven voor de produkten uit ieder leverancierland in de Lid-Staat waarin het invoercertificaat wordt gevraagd.

Het bewijs met betrekking tot de in de bovenbedoelde periode verkregen certificaten moet worden overgelegd aan de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarin de aanvraag wordt ingediend.

2. De totale hoeveelheden die voortvloeien uit de toepassing van lid 1, nadat hierop de hoeveelheid in mindering is gebracht die gereserveerd is voor de in lid 3 bedoelde handelaren, zijn als volgt onderverdeeld:

- Volksrepubliek China: 6 177 ton,

- Korea: 1 022 ton,

- Taiwan: 280 ton,

- Hong-Kong: 54 ton,

- Spanje: 369 ton,

- Andere (exclusief de in artikel 4

bedoelde landen): 14 ton.

3. Wanneer er certificaataanvragen afkomstig zouden zijn van personen die gedurende de eerste elf maanden van 1980 geen certificaten voor het betrokken produkt hebben verkregen, wordt aan deze gezamenlijke aanvragen in iedere Lid-Staat voldaan tot ten hoogste 5 % van de totale hoeveelheid waarvoor in die Lid-Staat krachtens lid 1 invoercertificaten kunnen worden afgegeven op grond van de in de referentieperiode afgegeven certificaten.

De in dit lid bedoelde aanvragen moeten uiterlijk 15 januari 1981 worden ingediend.

De Lid-Staten geven de op deze aanvragen betrekking hebbende invoercertificaten op 22 januari 1981 af, waarbij ten opzichte van alle aanvragers een billijke toewijzing plaatsvindt van de in de eerste alinea bedoelde hoeveelheid.

4. In afwijking van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2104/75 (1) zijn de overeenkomstig dit artikel afgegeven certificaten geldig tot en met 31 maart 1981.

Artikel 3

1. Op de invoercertificaten die zijn afgegeven voor de hoeveelheden die de in artikel 2 genoemde hoeveelheden overschrijden, moet in vak 20 één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

- »Te heffen extra bedrag - Verordening (EEG) nr. 3429/80",

- »Opkraevning af tillaegsafgift - Forordning (EOEF) nr. 3429/80",

- »Zu erhebender Zusatzbetrag - Verordnung (EWG) Nr. 3429/80",

- »posó sympliromatikó pros eíspraxi - Kanonismós (EOK) arith. 3429/80",

- »Additional amount to be levied - Regulation (EEC) No 3429/80",

- »Montant supplémentaire à percevoir - Règlement (CEE) no 3429/80",

- »Importo supplementare da riscuotere - Regolamento (CEE) n. 3429/80".

2. Op de invoercertificaten die zijn afgegeven voor de hoeveelheden uit de Maghreb- en de ACS-landen moet in vak 20 één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

- »Het extra bedrag is niet van toepassing wanneer de bepalingen van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3429/80 worden nageleefd",

- »Tillaegsafgift opkraeves ikke, hvis betingelserne i artikel 4 i forordning (EOEF) nr. 3429/80 er opfyldt",

- »Bei Anwendung von Artikel 4 der Verordnung (EWG) Nr. 3429/80 ist der Zusatzbetrag nicht zu erheben",

- »To sympliromatikó posó den ischýei eán tiroýntai oi diatáxeis toy árthroy 4 toy kanonismoý (EOK) arith. 3429/80",

- »Additional amount not applicable if the provisions of Article 4 of Regulation (EEC) No 3429/80 are complied with",

- »Le montant supplémentaire n'est pas applicable si les dispositions de l'article 4 du règlement (CEE) no 3429/80 sont respectées",

- »L'importa supplementare non è applicabile se sono osservate le disposizioni del Regolamento (CEE) n. 3429/80".

Artikel 4

Alle invoer uit de Maghreb- en de ACS-landen is vrijgesteld van de toepassing van het extra bedrag van deze verordening, mits het produkt van oorsprong is uit de betrokken landen en het wordt vergezeld van het certificaat inzake goederenverkeer, dat is afgegeven in overeenstemming met de bepalingen van het protocol betreffende de definitie van het begrip »produkten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking die zijn gehecht aan de met die landen gesloten preferentiële overeenkomsten.

Artikel 5

De Lid-Staten doen de Commissie wekelijks mededeling van de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn aangevraagd,

- onder opgave van de oorsprong van de produkten waarvoor de aanvragen zijn gedaan,

- waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de hoeveelheden waarvoor de certificaten zullen worden afgegeven met of zonder de in artikel 3 bedoelde vermelding.

Deze mededelingen worden de Commissie gedaan op:

- woensdag, voor de gegevens inzake de op maandag en dinsdag ingediende aanvragen,

- vrijdag, voor de gegevens inzake de op woensdag en donderdag ingediende aanvragen,

- maandag, voor de gegevens inzake de op vrijdag van de voorgaande week ingediende aanvragen.

Artikel 6

Artikel 3 bis, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2104/75 is niet van toepassing.

Artikel 7

Deze verordening is niet van toepassing op het in het vrije verkeer brengen van produkten waarvoor voor 1 januari 1981 invoercertificaten zijn afgegeven.

Artikel 8

De Verordeningen (EEG) nr. 1257/80, (EEG) nr. 1400/80, (EEG) nr. 2756/80 en (EEG) nr. 3159/80 worden ingetrokken.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1981.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 29 december 1980.

Voor de Commissie

Finn GUNDELACH

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 73 van 21. 3. 1977, blz. 1.

(2) PB nr. L 198 van 31. 7. 1980, blz. 1.

(1) PB nr. L 214 van 12. 8. 1975, blz. 20.