Verordening (EEG) nr. 431/81 van de Commissie van 19 februari 1981 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3429/80 tot vaststelling van de voor de invoer van champignonconserven geldende vrijwaringsmaatregelen

++++

VERORDENING ( EEG ) NR . 431/81 VAN DE COMMISSIE

VAN 19 FEBRUARI 1981

TOT WIJZIGING VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 3429/80 TOT VASTSTELLING VAN DE VOOR DE INVOER VAN CHAMPIGNONCONSERVEN GELDENDE VRIJWARINGSMAATREGELEN

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,

GELET OP VERORDENING ( EEG ) NR . 516/77 VAN DE RAAD VAN 14 MAART 1977 HOUDENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR VAN OP BASIS VAN GROENTEN EN FRUIT VERWERKTE PRODUKTEN ( 1 ) , LAATSTELIJK GEWIJZIGD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 3454/80 ( 2 ) , EN MET NAME OP ARTIKEL 14 , LID 2 ,

OVERWEGENDE DAT DE VOOR DE INVOER VAN CHAMPIGNONCONSERVEN GELDENDE VRIJWARINGSMAATREGELEN ZIJN VASTGESTELD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 3429/80 VAN DE COMMISSIE ( 3 ) ;

OVERWEGENDE DAT INGEVOLGE DIE VERORDENING DE TRADITIONELE HANDELSSTROMEN MET DERDE LANDEN DIE LEVERANCIER ZIJN IN AANMERKING MOETEN WORDEN GENOMEN BIJ HET BEPALEN VAN DE HOEVEELHEDEN WAAROP GEEN EXTRA BEDRAG WORDT GEHEVEN ;

OVERWEGENDE DAT VOOR HET VASTSTELLEN VAN DEZE TRADITIONELE HANDELSSTROMEN IS UITGEGAAN VAN DE HOEVEELHEDEN WAARVOOR GEDURENDE DE EERSTE ELF MAANDEN VAN 1980 INVOERCERTIFICATEN ZIJN AFGEGEVEN ;

OVERWEGENDE DAT DEZE BEPALINGEN MOETEN WORDEN AANGEPAST OM REKENING TE HOUDEN MET DE BIJZONDERE SITUATIE VAN GRIEKENLAND ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

ARTIKEL 1

ARTIKEL 2 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 3429/80 WORDT GELEZEN :

" ARTIKEL 2

1 . ONVERMINDERD HET BEPAALDE IN LID 3 WORDEN AANVRAGEN VOOR INVOERCERTIFICATEN VOOR CHAMPIGNONCONSERVEN INGEWILLIGD TOT 26 % VAN DE HOEVEELHEDEN WAARVOOR GEDURENDE DE EERSTE ELF MAANDEN VAN 1980 INVOERCERTIFICATEN ZIJN AFGEGEVEN VOOR PRODUKTEN UIT IEDER LEVERANCIERLAND IN DE LID-STAAT WAAR HET INVOERCERTIFICAAT WORDT AANGEVRAAGD . HET BEWIJS MET BETREKKING TOT DE CERTIFICATEN DIE ELKE IMPORTEUR IN BOVENGENOEMDE PERIODE HEEFT VERKREGEN , MOET WORDEN OVERGELEGD AAN DE BEVOEGDE AUTORITEIT VAN DE LID-STAAT WAAR DE AANVRAAG WORDT INGEDIEND .

VOOR GRIEKENLAND WORDEN EVENWEL AANVRAGEN VOOR INVOERCERTIFICATEN INGEWILLIGD TOT 40 % VAN DE HOEVEELHEDEN DIE GEDURENDE DE EERSTE ACHT MAANDEN VAN 1980 UIT IEDER LEVERANCIERLAND IN DEZE LID-STAAT ZIJN INGEVOERD . HET BEWIJS MET BETREKKING TOT DE HOEVEELHEDEN DIE IN BOVENGENOEMDE PERIODE IN GRIEKENLAND ZIJN INGEVOERD , WORDT GELEVERD DOOR OVERLEGGING VAN DE DOUANEDOCUMENTEN VOOR HET IN HET VRIJE VERKEER BRENGEN VAN DE PRODUKTEN .

2 . DE TOTALE HOEVEELHEDEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE TOEPASSING VAN LID 1 ZIJN ALS VOLGT ONDERVERDEELD :

- VOLSKREPUBLIEK CHINA : 6 177 TON ,

- KOREA : 1 022 TON ,

- TAIWAN : 306 TON ,

- HONG-KONG : 54 TON ,

- SPANJE : 384 TON ,

- ANDERE ( EXCLUSIEF DE IN ARTIKEL 4 BEDOELDE LANDEN ) : 21 TON .

3 . WANNEER CERTIFICAATAANVRAGEN AFKOMSTIG ZOUDEN ZIJN VAN PERSONEN

- DIE GEDURENDE DE EERSTE ELF MAANDEN VAN 1980 GEEN CERTIFICATEN VOOR DE BETROKKEN PRODUKTEN HEBBEN VERKREGEN , OF

- DIE GEDURENDE DE EERSTE ACHT MAANDEN VAN 1980 GEEN PRODUKTEN IN GRIEKENLAND HEBBEN INGEVOERD ,

WORDT AAN DEZE GEZAMENLIJKE AANVRAGEN IN IEDERE LID-STAAT VOLDAAN TOT TEN HOOGSTE 5 % VAN DE TOTALE HOEVEELHEID WAARVOOR IN DIE LID-STAAT KRACHTENS LID 1 INVOERCERTIFICATEN KUNNEN WORDEN AFGEGEVEN .

DE IN DIT LID BEDOELDE AANVRAGEN MOETEN UITERLIJK OP 15 JANUARI 1981 WORDEN INGEDIEND .

VOOR GRIEKENLAND MOETEN DEZE AANVRAGEN EVENWEL UITERLIJK OP 6 MAART 1981 WORDEN INGEDIEND .

DE LID-STATEN GEVEN DE OP DEZE AANVRAGEN BETREKKING HEBBENDE INVOERCERTIFICATEN AF OP 22 JANUARI 1981 , WAARBIJ TEN OPZICHTE VAN ALLE AANVRAGERS EEN BILLIJKE TOEWIJZIGING PLAATSVINDT VAN DE IN DE EERSTE ALINEA BEDOELDE HOEVEELHEID .

VOOR GRIEKENLAND HEEFT DE AFGIFTE EVENWEL PLAATS OP 13 MAART 1981 .

4 . IN AFWIJKING VAN ARTIKEL 4 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 2104/75 ( 1 ) , ZIJN DE OVEREENKOMSTIG DIT ARTIKEL AFGEGEVEN CERTIFICATEN GELDIG TOT EN MET 31 MAART 1981 . " .

ARTIKEL 2

DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DAG VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .

GEDAAN TE BRUSSEL , 19 FEBRUARI 1981 .

VOOR DE COMMISSIE

POUL DALSAGER

LID VAN DE COMMISSIE

( 1 ) PB NR . L 73 VAN 21 . 3 . 1977 , BLZ . 1 .

( 2 ) PB NR . L 360 VAN 31 . 12 . 1980 , BLZ . 16

( 3 ) PB NR . L 358 VAN 31 . 12 . 1980 , BLZ . 66 .