Verordening (EEG) nr. 1663/81 van de Commissie van 23 juni 1981 houdende vijfde wijziging van Verordening (EEG) nr. 2730/79, houdende tweede wijziging van Verordening (EEG) nr. 798/80 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 52/81 inzonderheid ten aanzien van de termijn voor de indiening van de voor bepaalde betalingen vereiste documenten
Verordening (EEG) nr. 1663/81 van de Commissie van 23 juni 1981 houdende vijfde wijziging van Verordening (EEG) nr. 2730/79, houdende tweede wijziging van Verordening (EEG) nr. 798/80 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 52/81 inzonderheid ten aanzien van de termijn voor de indiening van de voor bepaalde betalingen vereiste documenten
VERORDENING (EEG) Nr. 1663/81 VAN DE COMMISSIE van 23 juni 1981 houdende vijfde wijziging van Verordening (EEG) nr. 2730/79, houdende tweede wijziging van Verordening (EEG) nr. 798/80 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 52/81 inzonderheid ten aanzien van de termijn voor de indiening van de voor bepaalde betalingen vereiste documenten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op de bepalingen die zijn vermeld in de visa van: - Verordening (EEG) nr. 2730/79 van de Commissie van 29 november 1979 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van restituties bij uitvoer van landbouwprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3476/80 (2),
- Verordening (EEG) nr. 798/80 van de Commissie van 31 maart 1980 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de vooruitbetaling van uitvoerrestituties en positieve monetaire compenserende bedragen voor landbouwprodukten (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2674/80 (4),
- Verordening (EEG) nr. 52/81 van de Commissie van 1 januari 1981 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de compenserende bedragen toetreding (5),
Overwegende dat in artikel 31, lid 1 en lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2730/79, artikel 10, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 798/80 en artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 52/81 is bepaald dat betalingen slechts worden gedaan indien de desbetreffende documenten worden overgelegd binnen 6 maanden na een bepaalde datum;
Overwegende dat het voor een goed beheer wenselijk is dat de aanvragen om betaling, vergezeld van alle desbetreffende documenten, binnen een redelijke termijn worden ingediend;
Overwegende evenwel dat in de praktijk is gebleken dat de thans geldende termijn in bepaalde gevallen tot moeilijkheden leidt en derhalve moet worden verlengd;
Overwegende dat de Lid-Staten met het oog op de controle een termijn kunnen vaststellen waarbinnen de aanvraag tot betaling moet worden ingediend, wanneer de procedure van artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 2730/79 wordt toegepast;
Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 223/77 van de Commissie van 22 december 1976 houdende uitvoeringsbepalingen alsmede vereenvoudigingsmaatregelen van de regeling voor communautair douanevervoer (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3298/80 (7), is bepaald, dat vanaf 1 juli 1981 de vereenvoudigde regeling voor communautair douanevervoer voor per spoor vervoerde goederen ook van toepassing is op het vervoer van goederen met grote containers en het derhalve nodig is Verordening (EEG) nr. 2730/79 dienovereenkomstig te wijzigen;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met de adviezen van alle betrokken Comités van beheer,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2730/79 wordt gelezen:
"De toestemming kan worden beperkt tot bepaalde plaatsen waar produkten aan boord worden gebracht in de Lid-Staat waar de douaneformaliteiten bij uitvoer worden vervuld. De toestemming kan betrekking hebben op in andere Lid-Staten aan boord gebrachte produkten, in welk geval het bepaalde in artikel 11 van toepassing is. Onverminderd het bepaalde in artikel 31, lid 3, kan in het kader van de toestemming van de exporteur worden verlangd dat hij de aanvraag tot betaling binnen een bepaalde termijn indient".
2. In artikel 12, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2730/79 wordt in plaats van "om naar een buiten het geografisch grondgebied van de Gemeenschap gelegen station van bestemming te worden vervoerd" gelezen : "om naar een station van bestemming buiten het geografisch grondgebied van de Gemeenschap te worden vervoerd of aan een geadresseerde aldaar te worden geleverd".
(1) PB nr. L 317 van 12.12.1979, blz. 1. (2) PB nr. L 363 van 31.12.1980, blz. 71. (3) PB nr. L 87 van 1.4.1980, blz. 42. (4) PB nr. L 274 van 18.10.1980, blz. 11. (5) PB nr. L 4 van 1.1.1981, blz. 30. (6) PB nr. L 38 van 9.2.1977, blz. 20. (7) PB nr. L 344 van 19.12.1980, blz. 16. 3. In artikel 12, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2730/79 wordt de daarin bedoelde vermelding vervangen door:
"Uitgang uit het geografisch grondgebied van de Gemeenschap onder de regeling vereenvoudigd communautair douanevervoer per spoor/grote containers."
4. In artikel 31, lid 1 en lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2730/79, artikel 10, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 798/80 en artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 52/81 worden de woorden "zes maanden" vervangen door "twaalf maanden".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1981.
De verlengde termijn van 12 maanden wordt evenwel op verzoek van belanghebbende toegepast ten aanzien van transacties waarvoor de thans geldende termijn van 6 maanden na 1 januari 1981 is verstreken.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 23 juni 1981.
Voor de Commissie
De Voorzitter
Gaston THORN