Home

82/171/EEG: Beschikking van de Raad van 15 maart 1982 houdende aanvulling van Beschikking 81/1056/EEG tot vaststelling van het jaarverslag over de economische situatie van de Gemeenschap en van de richtsnoeren voor de economische politiek in 1982

82/171/EEG: Beschikking van de Raad van 15 maart 1982 houdende aanvulling van Beschikking 81/1056/EEG tot vaststelling van het jaarverslag over de economische situatie van de Gemeenschap en van de richtsnoeren voor de economische politiek in 1982

82/171/EEG: Beschikking van de Raad van 15 maart 1982 houdende aanvulling van Beschikking 81/1056/EEG tot vaststelling van het jaarverslag over de economische situatie van de Gemeenschap en van de richtsnoeren voor de economische politiek in 1982

Publicatieblad Nr. L 078 van 24/03/1982 blz. 0022 - 0023


*****

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 15 maart 1982

houdende aanvulling van Beschikking 81/1056/EEG tot vaststelling van het jaarverslag over de economische situatie van de Gemeenschap en van de richtsnoeren voor de economische politiek in 1982

(82/171/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 74/120/EEG van de Raad van 18 februari 1974 betreffende de verwezenlijking van een hoge mate van convergentie van de economische politiek van de Lid-Staten der Europese Economische Gemeenschap (1), gewijzigd bij Beschikking 75/787/EEG (2), inzonderheid op artikel 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (3),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (4),

Overwegende dat de Raad in zijn Beschikking 81/1056/EEG (5) heeft besloten om de richtsnoeren die de Helleense Republiek in haar economische politiek voor 1982 dient te volgen, zo spoedig mogelijk vast te stellen; dat te dien einde de bijlage bij voornoemde beschikking moet worden aangevuld,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING

VASTGESTELD:

Artikel 1

In de bijlage bij Beschikking 81/1056/EEG, wordt punt 4 aangevuld met de in de bijlage bij de onderhavige beschikking weergegeven richtsnoeren die de Helleense Republiek in haar economische politiek voor 1982 moet volgen.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 15 maart 1982.

Voor de Raad

De Voorzitter

W. DE CLERCQ

(1) PB nr. L 63 van 5. 3. 1974, blz. 16.

(2) PB nr. L 330 van 24. 12. 1975, blz. 52.

(3) PB nr. C 327 van 14. 12. 1981, blz. 39.

(4) PB nr. C 348 van 31. 12. 1981, blz. 10.

(5) PB nr. L 385 van 31. 12. 1981, blz. 1.

BIJLAGE

RICHTSNOEREN VOOR DE ECONOMISCHE POLITIEK IN DE HELLEENSE

REPUBLIEK

De economische politiek in Griekenland moet het hoofd bieden aan structurele wijzigingen ten gevolge van een snelle verandering in de externe ontwikkeling van het land. De daaruit voortvloeiende beperkingen maken een terugkeer naar een sterke stijging van de totale consumptie onmogelijk en zullen leiden tot een gematigde economische groei, waarvan uitvoer en produktieve investeringen de hoofdonderdelen moeten vormen.

Om dit doel te bereiken dient een conjunctuurbeleid te worden gevoerd dat zowel een proces van gecontroleerd herstel als een terugkeer van het evenwicht mogelijk maakt. In 1981 zal het groeipercentage nul of lichtjes negatief zijn en het is onwaarschijnlijk dat het in 1982 meer dan 1,5 zal bedragen. Het inflatietempo neemt weliswaar langzaam af maar blijft nog erg hoog in 1982 en zal waarschijnlijk de 20 % overschrijden. Onder deze omstandigheden lijkt het noodzakelijk de gevolgen van de opwaartse loonbewegingen sinds het begin van het jaar op vastberaden wijze te matigen, en aldus te streven naar een daling van de liquiditeitsquota van de economie, waartoe zowel het overheidstekort als de kredietschepping ten behoeve van het bedrijfsleven dienen te worden teruggedrongen. Om dit doel te bereiken dient de tendens tot verslechtering van het lopende saldo van de overheid en de staatsondernemingen beslist te worden afgeremd, niet alleen door de stijging van de uitgaven af te remmen, maar ook door belastingontduiking te bestrijden, de achterstand bij de aanpassing van sommige openbare tarieven weg te werken en de belastingen over het geheel genomen te verhogen. Dank zij een dergelijk stringent beleid ten aanzien van de lopende rekening van de overheid zou er een adequate budgettaire ruimte moeten kunnen vrijkomen ten gunste van produktieve investeringen. Bovendien zouden de investeringen van bedrijven moeten profiteren van de nieuwe richtsnoeren inzake kredietverlening, die bedoeld zijn om de kosten te beperken tot essentiële activiteiten. Het komt erop neer dat er in 1982 naar moet worden gestreefd de toeneming van de geldhoeveelheid lager te doen uitvallen dan de nominale stijging van het bruto binnenlands produkt; hiertoe dienen de financieringsbehoeften van de overheid tot 12 % van het bruto binnenlands produkt te worden beperkt.

Op langere termijn moet een van de hoofddoelstellingen van de economische politiek zijn het wegwerken van de inflatie en van de verstorende effecten daarvan. Dat betekent dat de pogingen om de inflatie op korte termijn af te remmen moeten worden uitgebreid tot een structureel beleid waarbij een vrijwillige matiging van de nominale inkomens- en prijsontwikkeling gepaard gaat met budgettaire soberheid, beperking van de kredietverlening en stabilisatie van de besparingen. Deze politiek, waarvan het uiteindelijke doel is de voorwaarden voor een rationele allocatie van de produktiefactoren te herstellen, sluit niet uit dat er een zeer actief structuurbeleid wordt gevoerd om de noodzakelijke snelle aanpassing tot stand te brengen. Wegens zowel de externe beperkingen als het gebrek aan evenwicht tussen de regio's moet het hoofddoel zijn de ontwikkeling, de sectoriële diversifiëring en de geografische spreiding van de industrie te bespoedigen en aldus te profiteren van alle potentiële groeimogelijkheden. Hierbij dient in deze aanvangsfase in de eerste plaats voor de noodzakelijke infrastructuur te worden gezorgd: wegens de te verwachten sterke stijging van het energieverbruik dienen de nationale hulpbronnen intensief te worden geëxploiteerd, doch tevens zijn wegen en stedelijke infrastructuur vereist. Bovendien dient er sprake te zijn van een combinatie van de reeds getroffen maatregelen om tegelijkertijd de regionale en de sectoriële aanpassing aan de marktevolutie te ondersteunen. Voor zover daartoe nog gebruik wordt gemaakt van begrotingstechnieken, zou de kredietpolitiek, die tot op heden werd gekenmerkt door selectiviteit op basis van uiteenlopende tarieven, geleidelijk kunnen toegroeien naar een zekere mate van uniformiteit.

TABEL 7

Griekenland: belangrijkste economische grootheden 1960-1981

1.2.3.4.5.6.7.8.9.10 // // // // // // // // // // // Jaren // BBP volumegroei // BBP volumegroei per hoofd van de beroeps- bevolking // Werkloosheid in % van de beroeps- bevolking // Stijging van de consumptie- prijzen // Loonsom per werknemer // Lopende rekening van de betalings- balans // Saldo van de gehele overheid (3) // Spaarquota van gezinshuis- houdingen // Groei van de liquiditeiten- massa M2/M3 // // // // // // // // // // // // % (2) // % // % // % (2) // % (2) // % BBP // % BBP // % // % // // // // // // // // // // // 1960-69 // : // : // : // : // : // : // : // : // 17,7 // 1970-79 // 5,1 // 4,7 // : // 11,7 // : // - 2,8 // : // : // 23,3 // 1979 // 4,0 // 2,7 // 2,2 // 18,2 // 21,2 // - 2,9 // : // 22,6 // 18,4 // 1980 // 1,6 // - 0,7 // 2,8 // 24,9 // 17,5 // - 0,9 // - 3,3 // 23,2 // 24,7 // 1981 (1) // - 0,2 // - 1,7 // 3,1 // 24,5 // 21,8 // - 4,0 // - 6,3 // 20,1 // 34,7 // // // // // // // // // //

(1) Voorlopige ramingen van de diensten van de Commissie op basis van huidig of te verwachten beleid.

(2) Procentuele verandering ten opzichte van de voorafgaande periode op jaarbasis.

(3) Bruto besparingen van de gehele overheid + saldo van de kapitaalrekening van de centrale overheid.