Home

82/335/EEG: Besluit van de Commissie van 18 mei 1982 tot aanvaarding van een verbintenis aangeboden door de Tsjechoslowaakse producent en tot beëindiging van de anti-dumpingprocedure betreffende oxaalzuur van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Hongarije en Tsjechoslowakije

82/335/EEG: Besluit van de Commissie van 18 mei 1982 tot aanvaarding van een verbintenis aangeboden door de Tsjechoslowaakse producent en tot beëindiging van de anti-dumpingprocedure betreffende oxaalzuur van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Hongarije en Tsjechoslowakije

82/335/EEG: Besluit van de Commissie van 18 mei 1982 tot aanvaarding van een verbintenis aangeboden door de Tsjechoslowaakse producent en tot beëindiging van de anti-dumpingprocedure betreffende oxaalzuur van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Hongarije en Tsjechoslowakije

Publicatieblad Nr. L 148 van 27/05/1982 blz. 0051 - 0053


*****

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 18 mei 1982

tot aanvaarding van een verbintenis aangeboden door de Tsjechoslowaakse producent en tot beëindiging van de anti-dumpingprocedure betreffende oxaalzuur van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Hongarije en Tsjechoslowakije

(82/335/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3017/79 van de Raad van 20 december 1979 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), inzonderheid op de artikelen 9 en 10 daarvan,

Na overleg in het bij genoemde verordening ingestelde Raadgevend Comité,

Overwegende dat de Commissie in augustus 1981 een klacht ontvangen heeft van de European Council of Chemical Manufacturers' Federations (CEFIC) die vrijwel de gehele Gemeenschapsproduktie van oxaalzuur vertegenwoordigt; dat de klacht bewijsmateriaal bevatte van het bestaan van dumping ten opzichte van soortgelijke produkten van oorsprong uit China, de Duitse Democratische Republiek, Hongarije en Tsjechoslowakije en van daaruit voortvloeiende aanzienlijke schade;

Overwegende dat genoemd bewijsmateriaal voldoende was om de instelling van een onderzoek te rechtvaardigen;

Overwegende dat de Commissie derhalve door middel van een bericht in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (2) kennis heeft gegeven van de inleiding van een procedure ten aanzien van de invoer van oxaalzuur van oorsprong uit China, de Duitse Democratische Republiek, Hongarije en Tsjechoslowakije en op het niveau van de Gemeenschap met een onderzoek is begonnen;

Overwegende dat de Commissie de naar haar weten daarbij betrokken exporteurs en importeurs officieel hiervan in kennis heeft gesteld;

Overwegende dat het voorlopig onderzoek van de feiten het bestaan van dumping en daaruit voortvloeiende schade met betrekking tot de invoer van oorsprong uit China en Tsjechoslowakije aantoonde, waarbij de laagste dumpingmarge 29,2 % bedroeg;

Overwegende dat de Commissie, aangezien de belangen van de Gemeenschap onmiddellijk ingrijpen vereisten ten einde verdere schade gedurende de procedure te voorkomen, door middel van Verordening (EEG) nr. 171/82 (3) een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van oxaalzuur van oorsprong uit China en Tsjechoslowakije heeft ingesteld;

Overwegende dat de Commissie in het voorlopig onderzoek heeft vastgesteld dat de invoer in de EEG van oxaalzuur uit de Duitse Democratische Republiek en uit Hongarije gedurende de referentieperiode slechts een gering percentage van het verbruik in de EEG betrof; dat eventuele door de producenten in de EEG geleden schade welke aan deze invoer kan worden toegeschreven, van zeer geringe omvang werd geacht;

Overwegende dat de Commissie derhalve de invoer van oxaalzuur van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en Hongarije van de toepassing van het voorlopige recht heeft uitgesloten;

Overwegende dat de Commissie in het daaropvolgende onderzoek geen aanvullende inlichtingen heeft ontvangen ten aanzien van de invoer van oxaalzuur uit deze landen;

Overwegende dat het onder deze omstandigheden dienstig is de procedure betreffende de invoer van oxaalzuur van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en Hongarije te beëindigen;

Overwegende dat in de loop van het daaropvolgende onderzoek ter zake, dat na de instelling van het voorlopig anti-dumpingrecht werd voltooid, de belanghebbende partijen in de gelegenheid werden gesteld om schriftelijk hun standpunt kenbaar te maken en dit mondeling toe te lichten, inzage te hebben in niet-vertrouwelijke informatie in verband met de verdediging van hun belangen, en ingelicht te worden over de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan men tot een definitief besluit beoogde te komen; dat de indieners van de klacht en de betrokken exporteurs van deze mogelijkheden gebruik hebben gemaakt door hun standpunten schriftelijk en mondeling kenbaar te maken ten einde de oorspronkelijk ontvangen inlichtingen met recentere gegevens aan te vullen;

Overwegende dat de vertegenwoordigers van één exporteur op verzoek de gelegenheid te baat hebben genomen om vertegenwoordigers van alle producenten in de Gemeenschap te ontmoeten;

Overwegende dat de Commissie een onderzoek heeft ingesteld ten kantore van een aantal importeurs ten aanzien waarvan gedurende het voorlopige onderzoek geen inlichtingen beschikbaar waren met name bij Arnold Suhr (Antwerpen) en Metallurgie Hoboken-Overpelt (Hoboken) in België;

Overwegende dat bij het daaropvolgende onderzoek met betrekking tot de invoer van het betrokken produkt uit Tsjechoslowakije geen bewijsmateriaal werd verkregen waaruit bleek dat de prijs in Spanje, waarop de vaststelling van de normale waarde was gebaseerd, sinds het tijdstip van de voorlopige vaststelling van de dumpingmarge was gedaald;

Overwegende dat de Commissie bij de berekening van de dumpingmarge rekening heeft gehouden met aanvullende en recente gegevens die zij gedurende het daaropvolgende onderzoek ten aanzien van de uitvoer van oxaalzuur in de Gemeenschap uit Tsjechoslowakije had ontvangen; dat vergelijkingen tussen de Tsjechoslowaakse exportprijzen ten opzichte van de betrokken Lid-Staten en de normale waarde op dezelfde grondslag werden gemaakt als in bovengenoemde verordening houdende instelling van het voorlopige recht als toegepast op de invoer van oxaalzuur van oorsprong uit Tsjechoslowakije;

Overwegende dat al deze uitvoer tegen dumpingprijzen plaatsvond, met een gemiddelde dumpingmarge van 23,9 %;

Overwegende dat in de loop van het verdere onderzoek naar schade de volgende nieuwe gegevens werden ontvangen:

- de invoer in de Gemeenschap van het betrokken oxaalzuur van oorsprong uit China en Tsjechoslowakije steeg van ongeveer 2 696 ton in 1978 tot 11 464 ton in 1980 en bereikte naar schatting 5 087 ton in 1981;

- het marktaandeel van deze invoer in de Gemeenschap bedroeg ongeveer 17 % in 1978, en steeg tot ongeveer 57 % in 1980, terwijl het marktaandeel voor 1981 geraamd wordt op 46 %;

- de produktie van oxaalzuur in de Gemeenschap daalde van 14 740 ton in 1979 tot 7 670 ton in 1980 en tot 6 025 ton in 1981;

- de bezettingsgraad daalde van 67 % in 1979 tot 34 % in 1980 en wordt geraamd op 26 % voor 1981;

- de verkopen door Gemeenschapsproducenten verminderden van 1979 tot 1981 met meer dan 68 %;

Overwegende dat ten aanzien van de andere aspecten van de schade na de voorlopige vaststelling geen nieuwe gegevens zijn ontvangen;

Overwegende dat de Commissie rekening heeft gehouden met de door andere factoren veroorzaakte schade die individueel of in combinatie ook de industrie in de Gemeenschap kan treffen; dat het klaarblijkelijke verbruik van oxaalzuur in de Gemeenschap van ongeveer 16 000 ton in 1978 en 1979 tot 11 100 ton in 1981 daalde terwijl gedurende hetzelfde tijdvak de Chinese en Tsjechoslowaakse exporteurs hun marktaandeel verhoogden; dat de invoer van oxaalzuur van oorsprong uit andere derde landen uit geringe of onbetekenende hoeveelheden bestond waaraan geen schade kon worden toegeschreven; dat, ofschoon de produktiemethoden en de grondstoffen tussen de Gemeenschap en de Tsjechoslowaakse producenten verschillen, dergelijke verschillen niet geacht werden van dien aard te zijn dat zij de uitkomst van het onderzoek beïnvloedden; dat onder deze omstandigheden de invoer met dumping uit Tsjechoslowakije te zamen met de invoer uit China absoluut geacht wordt aanzienlijke schade aan de betrokken industrie in de Gemeenschap te hebben berokkend;

Overwegende dat twee gebruikers van Tsjechoslowaaks oxaalzuur betoogd hebben dat elke prijsverhoging van dit produkt een negatieve invloed op hun verwerkende bedrijven zou hebben; dat evenwel gezien de omvang van de dumping, en van de hieruit voortvloeiende schade, alsmede gezien het belang van de getroffen industrie in de Gemeenschap, de Commissie van mening is dat voor de bescherming van de belangen van de Gemeenschap ingrijpen van de Gemeenschap is vereist;

Overwegende dat gedurende het verdere onderzoek de Tsjechoslowaakse exporteur werd ingelicht over de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan afdoende maatregelen werden beoogd;

Overwegende dat de Tsjechoslowaakse exporteur vrijwillig de verbintenis is aangegaan om zijn prijzen te verhogen tot een niveau dat de nadelige gevolgen van zijn export voor de Gemeenschap opheft;

Overwegende dat de Commissie deze verbintenis aanvaardbaar acht en de procedures betreffende Tsjechoslowakije dientengevolge zonder de instelling van een definitief anti-dumpingrecht beëindigd mag worden,

BESLUIT:

Artikel 1

De Commissie aanvaardt hierbij de verbintenis in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende invoer van oxaalzuur van post ex 29.15 A I van het gemeenschappelijk douanetarief overeenkomende met NIMEXE-code ex 29.15-11, van oorsprong uit Tsjechoslowakije. Artikel 2

De anti-dumpingprocedure betreffende invoer van oxaalzuur van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek, Hongarije en Tsjechoslowakije wordt beëindigd.

Gedaan te Brussel, 18 mei 1982.

Voor de Commissie

Wilhelm HAFERKAMP

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 339 van 31. 12. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. C 241 van 19. 9. 1981, blz. 11.

(3) PB nr. L 19 van 27. 1. 1982, blz. 26.

AANVRAAG OM VERGOEDING VAN DE IN HET JAAR 19 ... GEDANE UITGAVEN KRACHTENS ARTIKEL 12 , SUB A ) EN C ) , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1820/80

ONTWIKKELING VAN DE BOSBOUW

BEBOSSING

1*2*3*4*5*

COUNTY*AANTAL BEDRIJVEN , HA*TOTALE KOSTEN VAN DE FINANCIERBARE WERKZAAMHEDEN ( IR POND ) *TOTALE DOOR IERLAND BETAALDE STEUN ( IR POND ) *VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMENDE DOOR IERLAND BETAALDE STEUN ( IR POND ) *

*WERKEN VOLTOOID*WERKEN IN UITVOERING****

*BEDRIJVEN*HA*BEDRIJVEN*HA****

PARTICULIERE BOSBEDRIJVEN********

STAATSBOSBEDRIJVEN********

PARTICULIERE BOSBEDRIJVEN********

STAATSBOSBEDRIJVEN********

TOTAAL********

GEVRAAGDE VERGOEDING**

HIERBIJ WORDT BEVESTIGD DAT

- DE WERKZAAMHEDEN WAARVOOR EEN VERGOEDING IS GEVRAAGD ZIJN UITGEVOERD VOLGENS HET DOOR DE COMMISSIE BIJ BESCHIKKING 81/298/EEG VAN 14 APRIL 1981 GOEDGEKEURDE PROGRAMMA ;

- PROJECTEN WAARVOOR COMMUNAUTAIRE STEUN WORDT VERLEEND IN HET KADER VAN ANDERE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIES OF UIT HET EUROPESE FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING NIET VOOR DIT PROGRAMMA IN AANMERKING ZIJN GEKOMEN ;

- UITGAVEN MET BETREKKING TOT BRANDBESCHERMING EN ONDERHOUD KOMEN SLECHTS VANAF HET JAAR VAN AANPLANTING VOOR EEN PERIODE VAN VIER JAAR VOOR VERGOEDING IN AANMERKING ;

- DE BEGUNSTIGDEN OP ADEQUATE WIJZE IS MEDEGEDEELD HOEVEEL PERCENT STEUN DE GEMEENSCHAP VERLEENT .

DATUM , HANDTEKENING EN STEMPEL VAN DE BEVOEGDE INSTANTIE

BIJLAGE 7.2

AANVRAAG OM VERGOEDING VAN DE IN HET JAAR 19 ... GEDANE UITGAVEN KRACHTENS ARTIKEL 12 , SUB A ) EN C ) , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1820/80

ONTWIKKELING VAN DE BOSBOUW

AANPLANT VAN WINDSINGELS

1*2*3*4*5*

COUNTY*AANTAL BEDRIJVEN , HA*TOTALE KOSTEN VAN DE FINANCIERBARE WERKZAAMHEDEN ( IR POND ) *TOTALE DOOR IERLAND BETAALDE STEUN ( IR POND ) *VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMENDE DOOR IERLAND BETAALDE STEUN ( IR POND ) *

*WERKEN VOLTOOID*WERKEN IN UITVOERING****

*BEDRIJVEN*HA*BEDRIJVEN*HA****

TOTAAL********

GEVRAAGDE VERGOEDING**

HIERBIJ WORDT BEVESTIGD DAT

- DE WERKZAAMHEDEN WAARVOOR EEN VERGOEDING IS GEVRAAGD ZIJN UITGEVOERD VOLGENS HET DOOR DE COMMISSIE BIJ BESCHIKKING 81/298/EEG VAN 14 APRIL 1981 GOEDGEKEURDE PROGRAMMA ;

- PROJECTEN WAARVOOR COMMUNAUTAIRE STEUN WORDT VERLEEND IN HET KADER VAN ANDERE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIES NIET VOOR DIT PROGRAMMA IN AANMERKING ZIJN GEKOMEN ;

- VOOR ZOVER EEN DERDE ( AN CHOMHAIRLE OILIUNA TALMHAIOCTA ( ACOT ) , E.A . ) DE VOOR STEUN UIT HET EOGFL IN AANMERKING KOMENDE UITGAVEN HEEFT GEDRAGEN , DAARTOE EEN SPECIALE OVERDRACHT VAN DE MIDDELEN VAN DE LID-STAAT HEEFT PLAATSGEVONDEN ;

- DE BEGUNSTIGDEN OP ADEQUATE WIJZE IS MEDEGEDEELD HOEVEEL PERCENT STEUN DE GEMEENSCHAP VERLEENT .

DATUM , HANDTEKENING EN STEMPEL VAN DE BEVOEGDE INSTANTIE

BIJLAGE 8

AANVRAAG OM VERGOEDING VAN DE IN HET JAAR 19 ... GEDANE UITGAVEN KRACHTENS DE ARTIKELEN 14 EN 16 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1820/80

BOUW EN UITBREIDING VAN OPLEIDINGSCENTRA EN BOUW VAN EEN CENTRUM VOOR DE ONTWIKKELING DER HULPBRONNEN

1*2*3*4*5*

COUNTY EN NAAM VAN HET CENTRUM*AANTAL CENTRA*TOTALE KOSTEN VAN DE FINANCIERBARE WERKZAAMHEDEN ( IR POND ) *VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMENDE DOOR IERLAND BETAALDE STEUN ( IR POND ) *GEVRAAGDE VERGOEDING ( IR POND ) *

*WERKEN VOLTOOID*WERKEN IN UITVOERING****

TOTAAL******

HIERBIJ WORDT BEVESTIGD DAT

- DE WERKZAAMHEDEN WAARVOOR EEN VERGOEDING IS GEVRAAGD ZIJN UITGEVOERD VOLGENS HET DOOR DE COMMISSIE BIJ BESCHIKKING 81/298/EEG VAN 14 APRIL 1981 GOEDGEKEURDE PROGRAMMA ;

- PROJECTEN WAARVOOR COMMUNAUTAIRE STEUN WORDT VERLEEND IN HET KADER VAN ANDERE GEMEENSCHAPPELIJKE ACTIES OF UIT HET EUROPESE FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING NIET VOOR DIT PROGRAMMA IN AANMERKING ZIJN GEKOMEN ;

- VOOR ZOVER EEN DERDE ( AN CHOMHAIRLE OILIUNA TALMHAIOCTA ( ACOT ) , E.A . ) DE VOOR STEUN UIT HET EOGFL IN AANMERKING KOMENDE UITGAVEN HEEFT GEDRAGEN , DAARTOE EEN SPECIALE OVERDRACHT VAN DE MIDDELEN VAN DE LID-STAAT HEEFT PLAATSGEVONDEN .

DATUM , HANDTEKENING EN STEMPEL VAN DE BEVOEGDE INSTANTIE

BIJLAGE 9

TERUGVORDERINGEN 19 ...

TERUGGEVORDERDE BEDRAGEN MET BETREKKING TOT VERLEENDE STEUN KRACHTENS VERORDENING ( EEG ) NR . 1820/80

COUNTY*CODENUMMER VAN DE BEGUNSTIGDE*TERUGGEVORDERD BEDRAG ( IR POND ) *AF TE TREKKEN BEDRAG VAN DE EOGFL-BIJDRAGE ( IR POND ) *MAATREGEL ( AARD VAN DE STEUN ) EN REDENEN VAN DE TERUGVORDERING ( IR POND ) *CODENUMMERS (*) VAN DE MEDEDELINGEN KRACHTENS VERORDENING ( EEG ) NR . 283/72*

TOTAAL****

(*) BIJ VOORLEGGING VAN DEZE TABEL MOETEN EVENEENS DE DOCUMENTEN OPGESTUURD WORDEN ZOALS VOORGESCHREVEN IN DE ARTIKELEN 3 EN 5 VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 283/72 VAN DE RAAD BETREFFENDE ONREGELMATIGHEDEN EN DE TERUGVORDERING VAN TEN ONRECHTE BETAALDE BEDRAGEN IN VERBAND MET DE FINANCIERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE LANDBOUWPOLITIEK EN DE ORGANISATIE VAN EEN INFORMATIESYSTEEM OP DIT GEBIED .

WAAR DE TERUGVORDERING DERHALVE EEN GEVAL VAN ONREGELMATIGHEID BETREFT ZOALS IN DE HIERBOVEN GENOEMDE VERORDENING , MOET HET CODENUMMER WAARONDER HET GEVAL MEDEGEDEELD WERD , WORDEN VERMELD .

DATUM , HANDTEKENING EN STEMPEL VAN DE BEVOEGDE INSTANTIE

BIJLAGE 10

1 . DOCUMENTATIE

VOOR DE HIERONDERGENOEMDE MAATREGELEN KRACHTENS VERORDENING ( EEG ) NR . 1820/80 :

A ) ELEKTRICITEITSVOORZIENING

B ) DRINKWATERVOORZIENING

OPENBARE PROGRAMMA'S

C ) AANLEG EN VERBETERING VAN BEDRIJFS - EN VERBINDINGSWEGEN

D ) BEBOSSING

MOETEN DE GESTAAFDE DOCUMENTEN EN INDIVIDUELE DOSSIERS ENZ . DIE NODIG ZIJN VOOR DE UITVOERING VAN DE MAATREGELEN EN VOOR DE VOOR DE UITVOERING VAN DE VERSCHILLENDE DAARAAN VERBONDEN OPERATIES DE SPECIALE DOCUMENTATIE ZOALS HIERONDER GENOEMD BEVATTEN :

- EEN ALGEMEEN PLAN DAT HET GEOGRAFISCH GEBIED EN DE UITBREIDING VAN DE VERSCHILLENDE DOOR HET PROGRAMMA VOORZIENE MAATREGELEN LAAT ZIEN

- OPEENVOLGENDE JAARLIJKSE PROGRAMMA'S DIE DE UIT TE VOEREN WERKZAAMHEDEN BESLAAN IN DAT JAAR WAARVOOR VERGOEDING WORDT GEVRAAGD MET DETAILS BETREFFENDE HET AANTAL BEGUNSTIGDEN EN DE DAARAAN VERBONDEN UITGAVEN .

HET JAARLIJKSE PROGRAMMA MOET EEN GEDETAILLEERDE KAART(EN ) BEVATTEN OM HET GEOGRAFISCH GEBIED EN DE UITBREIDING VAN DE VOORGESTELDE WERKZAAMHEDEN TE LATEN ZIEN .

- FACTUREN , CERTIFICATEN EN ANDERE GESTAAFDE DOCUMENTEN BETREKKING HEBBENDE OP HET PROGRAMMA MOETEN GESCHEIDEN BLIJVEN EN MOETEN VOOR ZOVER MOGELIJK MET BEWIJZEN GESTAAFD WORDEN ZODAT ZIJ OVEREENKOMEN MET DE JAARLIJKSE PROGRAMMA'S EN DE DAAROP BETREKKING HEBBENDE JAARLIJKSE AANSPRAAK OP VERGOEDING .

DEZE SPECIALE DOCUMENTATIE BEHOEFT NIET AUTOMATISCH AAN DE COMMISSIE TOEGESTUURD TE WORDEN . ZIJ MOET OP VERZOEK AAN DE COMMISSIE OPGESTUURD WORDEN , OF INDIEN DIT NODIG GEACHT WORDT , TER BESCHIKKING STAAN TEN TIJDE VAN PLAATSELIJKE CONTROLES .

2 . BOEKHOUDING

VOOR DE HIERBOVEN GENOEMDE MAATREGELEN , VERZEKERT HET BOEKHOUDSYSTEEM DE MOGELIJKHEID TOT ONDERVERDELINGEN VAN DE BOEKHOUDING OM INDIEN NODIG DE SPECIFIEKE UITGAVEN VAN DOOR HET EOGFL GESTEUNDE PROJECTEN TE SCHEIDEN VAN ANDERE UITGAVEN EN ZE IN VERBAND TE BRENGEN MET DE DAAROP BETREKKING HEBBENDE BIJBEHORENDE DOCUMENTEN .

GELIJKSOORTIGE ONDERVERDELINGEN VAN DE BOCKHOUDING MOETEN TOT STAND GEBRACHT WORDEN VOOR ANDERE MAATREGELEN OOK INDIEN NOODZAKELIJK OM HET GEVRAAGDEBOEKHOUDKUNDIGE INZICHT TE VERKRIJGEN .

3 . AFZONDERLIJKE BLADZIJDEN VOOR INFORMATIE

VOOR GEVALLEN WAARVOOR STEUN IS TOEGEKEND VOOR DE ORIENTERING VAN DE LANDBOUWPRODUKTIE - TITEL IV VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 1820/80 , MOET EEN AFZONDERLIJK BLAD VOOR INFORMATIE MET HIERONDER VOLGENDE DETAILS OP VERZOEK VAN DE COMMISSIE WORDEN INGEDIEND .

AFZONDERLIJK BLAD VOOR INFORMATIE BETREFFENDE STEUN VOOR DE TOEPASSING VAN EEN VERBETERINGSPLAN

1 . ALGEMEEN

A ) NUMMER VAN HET DOSSIER :

B ) NAAM EN ADRES VAN DE LANDBOUWERS :

C ) DATUM VAN GOEDKEURING VAN HET VERBETERINGSPLAN :

D ) ORIENTERING VAN DE BEOOGDE PRODUKTIE :

E ) DATUM WAAROP DE BOEKHOUDING VAN HET BEDRIJF IS BEGONNEN :

2 . BIJZONDERHEDEN VAN HET BEDRIJF

*BEGIN PLAN 19 ...*EINDE PLAN 19 ...*

A ) OPPERVLAKTE VAN HET BEDRIJF *... HA *... HA*

*PRODUKTIES*SDB*PRODUKTIES*SDB*

B ) HOOFDPRODUKTIE EN HET DAAROP BETREKKING HEBBENDE STANDAARDDEKKINGSBEDRAG*1 . *POND*1 . *POND*

*2 . *POND*2 . *POND*

*3 . *POND*3 . *POND*

*4 . *POND*4 . *POND*

*5 . *POND*5 . *POND*

*6 . *POND*6 . *POND*

C ) TOTAAL SDB* - *POND* - *POND*

D ) VERHOUDING VAN DE VERKOPEN VAN RUND - , KALFS - EN/OF SCHAPEVLEES VAN OP HET BEDRIJF AFKOMSTIGE DIERLIJKE VERKOPEN* % * - * % *

***VERHOGING*

E ) TOTALE VERKOPEN VAN VEESTAPEL , WAARVAN TOTALE VERKOPEN VAN RUNDEREN EN SCHAPEN*POND*POND*POND*

*POND*POND*POND*

3 . GEPLANDE INVESTERING EN VERPLICHTE KAPITAALSUBSIDIE

AARD VAN DE INVESTERING*SUBSIDIE % *GEPLANDE INVESTERINGEN IN IERS POND*

**19 ...*19 ...*19 ...*19 ...*19 ...*19 ...*

TOTAAL GEPLANDE INVESTERINGEN , ALLE JAREN TE ZAMEN*POND*

TOTAAL KAPITAALSUBSIDIE OVER DE POSTEN VAN 40 % *POND*

TOTAAL KAPITAALSUBSIDIE OVER DE POSTEN VAN 30 % *POND*

TOTAAL KAPITAALSUBSIDIE*POND*

4 . IN WERKELIJKHEID GEDANE INVESTERINGEN EN DAARMEE OVEREENKOMSTIGE BETAALDE KAPITAALSUBSIDIES

AARD VAN DE INVESTERING*SUBSIDIE % *IN WERKELIJKHEID GEDANE INVESTERING IN IERS POND*

**19 ...*19 ...*19 ...*19 ...*19 ...*19 ...*

TOTAAL POSTEN , 40 % *******

TOTAAL POSTEN , 30 % *******

TOTAAL BETAALDE SUBSIDIE*******

GEEISTE TERUGVORDERINGEN*******

5 . RENTESUBSIDIE OP LENINGEN OM KALVEREN TEN MINSTE TWEE JAAR OP HET BEDRIJF TE HOUDEN

JAAR*AANTAL KALVEREN*BEDRAG VAN DE LENING*SUBSIDIE % *BEDRAG VAN DE SUBSIDIE*

19 ...**POND**POND*

19 ...**POND**POND*

6 . GRONDVERBETERING

INDIEN SUBSIDIE VOOR GRONDVERBETERING WORDT GEGEVEN , NADERE BIJZONDERHEDEN VERMELDEN .

JAAR*VOORBEELD (*) VAN VERBETERING*VOOR FINANCIERING IN AANMERKING KOMENDE KOSTEN VAN DE OPERATIES*TOEGESTANE STEUN*GEEISTE TERUGVORDERING*

(*) SCHAARWEIDEN , VERDELING , OMHEINING EN VERBETERING VAN WEIDEN OF WEIDEN IN BERGACHTIGE EN HEUVELACHTIGE GEBIEDEN , OMHEINING EN VERBETERING VAN WEIDEN OF LAAG GELEGEN LAND - INTENSIEVE ONTSLUITING OF LAAG GELEGEN LAND - EENVOUDIGE WERKZAAMHEDEN IN VERBAND MET DE ONTSLUITING .

7 . WIJZIGINGEN

INDIEN WIJZIGINGEN GEDURENDE DE UITVOERING VAN HET VERBETERINGSPLAN WORDEN AANGEBRACHT , HUN AARD EN GEVOLGEN DAARVAN IN DE OPSCHRIFTEN 1 TOT 5 HIERBOVEN SPECIFIEREN .

8 . TERUGVORDERINGEN

IN HET GEVAL VAN TERUGVORDERINGEN OF BETAALDE STEUN , BIJZONDERHEDEN OPGEVEN ZOALS TERUGGEVORDERD BEDRAG , HET EOGFL-GEDEELTE DAAROVER EN HET JAAR WAARIN HET TERUGGEVORDERDE BEDRAG IS AFGETROKKEN IN TERUGGEVORDERDE CLAIM .

INDIEN HET GEVAL VERMELD IS ONDER DE ONREGELMATIGHEIDSPROCEDURE KRACHTENS VERORDENING ( EEG ) NR . 283/72 , HET CODENUMMER WAARONDER HET MEDEGEDEELD IS OPGEVEN .

DATUM , HANDTEKENING EN STEMPEL VAN DE BEVOEGDE INSTANTIE