Home

82/887/EEG: Besluit van de Raad van 13 december 1982 tot vaststelling van een gecoórdineerde actie van de Europese Economische Gemeenschap op het gebied van te land gestationeerde hulpsystemen voor de zeescheepvaart

82/887/EEG: Besluit van de Raad van 13 december 1982 tot vaststelling van een gecoórdineerde actie van de Europese Economische Gemeenschap op het gebied van te land gestationeerde hulpsystemen voor de zeescheepvaart

82/887/EEG: Besluit van de Raad van 13 december 1982 tot vaststelling van een gecoórdineerde actie van de Europese Economische Gemeenschap op het gebied van te land gestationeerde hulpsystemen voor de zeescheepvaart

Publicatieblad Nr. L 378 van 31/12/1982 blz. 0032 - 0036
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 3 blz. 0144
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 3 blz. 0144


++++

BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 december 1982

tot vaststelling van een gecoordineerde actie van de Europese Economische Gemeenschap op het gebied van te land gestationeerde hulpsystemen voor de zeescheepvaart

( 82/887/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 ,

Gezien het ontwerp van de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat een gecoordineerde actie voor communautair onderzoek op het gebied van de hulpsystemen voor de zeescheepvaart kan bijdragen tot vermindering van het gevaar van ongevallen in kustgebieden en havens en derhalve kan bijdragen tot behoud van mensenlevens , de veiligheid van schip en lading en tot voorkoming van verontreiniging van kust en kustwateren ;

Overwegende dat een onderzoekprogramma op het gebied van de hulpsystemen voor de zeescheepvaart in 1979 is voorgesteld door de Finse en de Franse delegatie in het kader van de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek ( COST ) en dat het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek ( CREST ) het communautaire belang van dat programma op 8 april 1981 heeft erkend ;

Overwegende dat de Raad in de resolutie van 14 januari 1974 betreffende een eerste actieprogramma van de Europese Gemeenschappen op het gebied van wetenschap en technologie ( 4 ) erop heeft gewezen dat op passende wijze gebruik dient te worden gemaakt van het gehele gamma van beschikbare mogelijkheden en middelen , inclusief gecoordineerde acties en dat , telkens wanneer zulks wenselijk blijkt , derde landen , meer in het bijzonder Europese , bij deze acties dienen te worden betrokken ;

Overwegende dat de Lid-Staten in het kader van de regelingen en procedures die op hun nationale programma's van toepassing zijn , voornemens zijn de in bijlage I beschreven onderzoekprojecten uit te voeren en bereid zijn deze gedurende een periode van drie jaar op communautair niveau te coordineren ;

Overwegende dat een aantal internationale organisaties projecten op dit gebied uitvoert ; dat daarmee rekening moet worden gehouden ten einde overlapping van activiteiten te voorkomen en dat over bepaalde uitrustingen en procedures in voorkomend geval overeenkomsten moeten worden gesloten in het kader van de bevoegde organisaties ;

Overwegende dat voor de uitvoering van dit onderzoek een financiële bijdrage van 10 miljoen Ecu benodigd is van de zijde van de Gemeenschap en de Lid-Staten ;

Overwegende het advies van CREST inzake het voorstel van de Commissie ,

BESLUIT :

Artikel 1

De Gemeenschap voert , met ingang van 1 januari 1983 , voor een periode van drie jaar , een gecoordineerde onderzoekactie uit op het gebied van te land gestationeerde hulpsystemen voor de zeescheepvaart , hierna te noemen de " actie " .

De actie bestaat uit de coordinatie op communautair niveau van de in bijlage I omschreven onderzoekwerkzaamheden , die deel uitmaken van de onderzoekprogramma's van de Lid-Staten , waarbij rekening wordt gehouden met de werkzaamheden die op het betrokken gebied door internationale organisaties worden verricht en er zorg voor wordt gedragen dat het internationale karakter van de zeescheepvaart en bijgevolg van alle ter zake geldende normen niet uit het oog wordt verloren .

Artikel 2

De Commissie is verantwoordelijk voor de coordinatie als bedoeld in artikel 1 .

Artikel 3

Het bedrag dat noodzakelijk wordt geacht voor de bijdrage van de Gemeenschap aan de coordinatie beloopt 2,1 miljoen Ecu , met inbegrip van de uitgaven voor een personeelsbestand van 1 functionaris .

Artikel 4

Ten einde de tenuitvoerlegging van de actie te vergemakkelijken wordt een comité voor gecoordineerde actie " Te land gestationeerde hulpsystemen voor de zeescheepvaart " opgericht , hierna te noemen " het Comité " .

In overleg met het Comité benoemt de Commissie een projectleider .

De bevoegdheden en de samenstelling van het Comité worden omschreven in bijlage II .

Het Comité stelt zijn reglement van orde vast . De Commissie neemt het secretariaat van het Comité waar .

Artikel 5

1 . Overeenkomstig een door de Commissie na raadpleging van het Comité vast te stellen procedure , wisselen de staten die aan de actie deelnemen en de Gemeenschap regelmatig alle informatie uit die van nut kan zijn bij de uitvoering van het onderzoek dat valt onder de actie . De deelnemende Lid-Staten verstrekken de Commissie alle informatie die voor de coordinatie van nut kan zijn . Zij streven er bovendien naar de Commissie informatie te verstrekken inzake het onderzoek ter zake dat is georganiseerd of uitgevoerd door instellingen die niet onder hun gezag vallen . Deze informatie wordt als vertrouwelijk beschouwd , indien de Lid-Staat die deze verstrekt , hierom verzoekt .

2 . De Commissie stelt jaarlijks , op basis van de verstrekte informatie , verslagen op over de werkzaamheden , en legt deze voor aan de Lid-Staten en aan het Europese Parlement .

3 . Aan het einde van de coordinatieperiode , legt de Commissie , na het Comité te hebben geraadpleegd , de Lid-Staten en het Europese Parlement een samenvattend verslag voor over de uitvoering en het resultaat van de actie . Zij publiceert dit verslag zes maanden na mededeling ervan aan de Lid-Staten , tenzij één van de Lid-Staten hiertegen bezwaar maakt . In dat geval wordt het verslag , op verzoek , slechts aan de instellingen en ondernemingen verstrekt waarvan de onderzoek - of produktieactiviteiten de toegang tot de resultaten van het in het kader van de gecoordineerde actie verrichte onderzoek rechtvaardigen . De Commissie kan de nodige maatregelen treffen waardoor het verslag vertrouwelijk blijft en niet aan derden wordt medegedeeld .

Artikel 6

Overeenkomstig artikel 228 van het Verdrag kan de Gemeenschap met derde landen , met name die welke deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek ( COST ) , een overeenkomst sluiten om de coordinatie tussen de actie van de Gemeenschap en de overeenkomstige programma's van deze landen te waarborgen .

Gedaan te Brussel , 13 december 1982 .

Voor de Raad

De Voorzitter

U . ELLEMANN-JENSEN

( 1 ) PB nr . C 256 van 8 . 10 . 1981 , blz . 7 .

( 2 ) PB nr . C 238 van 13 . 9 . 1982 , blz . 111 .

( 3 ) PB nr . C 348 van 31 . 12 . 1981 , blz . 24 .

( 4 ) PB nr . C 7 van 29 . 1 . 1974 , blz . 6 .

BIJLAGE I

INHOUD VAN DE ACTIE

1 . Studie betreffende de voorwaarden waaronder schepen in nauwe wateren en bij uiteenlopende gesteldheden van water en weer kunnen navigeren en manoeuvreren .

2 . Studie betreffende de gangbare factoren en criteria die kunnen worden gehanteerd voor de omschrijving van de problemen in verband met de scheepvaartnavigatie . In een tweede fase toepassing van deze factoren en criteria op de Europese wateren .

3 . Inventaris van de in West-Europa te land gestationeerde systemen van het scheepvaartverkeer , waarbij wordt aangegeven :

- welk territorium wordt bestreken ,

- welke diensten worden verstrekt ,

- op welke wijze de dienst functioneert ,

- wat de intensiteit is van de scheepvaart in de zone ,

- welke vormen van scheepvaart in de zone worden aangetroffen .

4 . Studie betreffende de methoden die de identificatie van schepen mogelijk moeten maken , ten behoeve van zowel het toezicht op de scheepvaart door de verkeersleidingsstations als de communicatie tussen schepen onderling .

Indicatieve verdeling van de onderzoekwerkzaamheden

Onderzoekwerkzaamheden * Verdeling van de onderzoekwerkzaamheden *

* B * D * DK * F * G * I * IRL * NL * VK *

1 . Gedrag van schepen in nauwe wateren * X * * * X * * X * * X * X *

2 . a ) Uniforme identificatiecriteria betreffende voor het scheepsverkeer kritische zones * X * * * X * * X * * X * X *

b ) Identificatie van kritische zones voor het scheepsverkeer * X * * * X * X * X * * X * X *

3 . Inventaris van de in West-Europa te land gestationeerde systemen van het scheepvaartverkeer * * * * X * X * X * * X * X *

4 . Scheepsidentificatie * * * * * * X * X * X * X *

5 . Specificaties en normen voor nauwkeurige plaatsbepaling en toezicht op varende schepen * * * * X * * X * X * X * X *

6 . Methoden voor communicatie tussen aan de wal gestationeerde diensten en schepen * * * * * * X * * X * X *

7 . Harmonisatie van de procedures van de diensten voor scheepvaartverkeer * * * * X * * X * * X * X *

5 . Studie betreffende methoden die het de verkeersleidingsstations mogelijk kunnen maken plaats en route van een schip nauwkeurig te bepalen en te volgen .

6 . Methoden voor de communicatie tussen schepen onderling en tussen wal en schip ; systemen voor de uitwisseling van gegevens tussen verkeersleidingsstations en schepen .

7 . Studie betreffende de harmonisatie van de procedures van de diensten voor verkeersregeling , voorlichting en verkeersleiding van de scheepvaart in West-Europa .

Van de internationale organisaties die ter zake het meest bevoegd zijn en die op dit gebied onderzoek hebben verricht of daarmee bezig zijn , kunnen worden vermeld :

- International Maritime Organisation ( IMO ) :

- International Association of Lighthouse Authorities ( IALA ) :

- International Association of Ports and Harbours ( AIPH ) .

Deze lijst is voor uitbreiding vatbaar .

BIJLAGE II

Bevoegdheden en samenstelling van het Comité voor gecoordineerde actie " Te land gestationeerde hulpsystemen voor de zeescheepvaart "

1 . Het Comité :

1.1 . geeft advies over alle aspecten van het verloop van de actie en draagt daardoor bij tot de optimale uitvoering daarvan ;

1.2 . beoordeelt de resultaten van de actie en trekt daaruit de conclusies voor de toepassing ervan ;

1.3 . draagt zorg voor de uitwisseling van informatie zoals bedoeld in artikel 5 , lid 1 ;

1.4 . volgt de nationale onderzoekactiviteiten op de gebieden die onder de actie vallen en houdt zich met name op de hoogte van wetenschappelijke en technische ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van de actie ;

1.5 . ziet erop toe dat geen werkzaamheden worden verricht die de studies en activiteiten van de bevoegde internationale organisaties overlappen , rekening houdend met het internationale kader waarin sommige voorschriften eventueel moeten worden vastgesteld ;

1.6 . geeft richtlijnen aan de projectleider ;

1.7 . helpt de Commissie bij de selectie van de contractanten en de toewijzing van de overeenkomstige kredieten .

2 . De rapporten en adviezen van het Comité worden aan de Commissie en de aan de actie deelnemende Lid-Staten toegezonden . De Commissie legt deze adviezen voor aan het CREST .

3 . Het Comité bestaat uit degenen die verantwoordelijk zijn voor de coordinatie van de nationale onderzoekwerkzaamheden die een onderdeel vormen van de actie , een afgevaardigde van de Commissie en de projectleider . Ieder lid kan zich door deskundigen laten bijstaan . Het Comité kan telkens wanneer het zulks zinvol acht , waarnemers van de ter zake bevoegde internationale organisaties voor haar vergadering uitnodigen ( zie bijlage I ) .