Richtlijn 82/50/EEG van de Raad van 19 januari 1982 tot wijziging van de eerste Richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 inzake de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde soorten goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten

*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 19 januari 1982

tot wijziging van de eerste richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 inzake de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde soorten goederenvervoer over de weg tussen de Lid-Staten

(82/50/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 75, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende dat het dienstig is te bepalen dat bepaalde vormen van vervoer die in het kader van de eerste richtlijn van 23 juli 1962 (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 80/79/EEG (4), zijn vrijgesteld van contingentering, eveneens worden vrijgesteld van elk stelsel van vergunningen;

Overwegende dat bepaalde andere soorten van vervoer kunnen worden vrijgesteld van elke vorm van contingentering en vergunning,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Aan bijlage I van de eerste richtlijn van 23 juli 1962 worden de volgende punten toegevoegd:

»14. Vervoer van reserveonderdelen van zeeschepen en vliegtuigen.

15. Verplaatsing van een leeg voertuig voor goederenvervoer dat bestemd is een voertuig te vervangen dat in een andere Lid-Staat dan waar het is ingeschreven onklaar is geraakt, alsmede de voortzetting, door het vervangende voertuig, van het vervoer onder dekking van de vergunning die is afgegeven voor het onklaar geraakte voertuig.

16. Vervoer van kunstvoorwerpen en kunstwerken voor tentoonstellings- of handelsdoeleinden.

17. Incidenteel vervoer van voorwerpen en materiaal uitsluitend bestemd voor reclame of voorlichting.

18. Vervoer van materieel, rekwisieten en dieren van of naar toneelvoorstellingen, muziekuitvoeringen, filmvoorstellingen, sportmanifestaties, circusvoorstellingen, kermissen of liefdadigheidsfeesten, alsmede vervoer ten behoeve van radio-, film- en televisieopnamen.".

2. Bijlage II van de eerste richtlijn van 23 juli 1962 wordt als volgt gewijzigd:

a) Punt 2 wordt als volgt gelezen:

»2. Vervoer van produkten bestemd voor de bevoorrading van zeeschepen en vliegtuigen.".

b) De punten 3, 5 en 6 worden geschrapt.

Artikel 2

De Lid-Staten nemen de maatregelen die nodig zijn om uiterlijk op 1 januari 1983 aan deze richtlijn te

voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan vóór 1 juli 1982 in kennis.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 19 januari 1982.

Voor de Raad

De Voorzitter

P. de KEERSMAEKER

(1) PB nr. C 327 van 15. 12. 1980, blz. 65.

(2) PB nr. C 138 van 9. 6. 1981, blz. 56.

(3) PB nr. 70 van 6. 8. 1962, blz. 2005/62.

(4) PB nr. L 18 van 24. 1. 1980, blz. 23.