Verordening (EEG) nr. 938/82 van de Commissie van 23 april 1982 tot vaststelling van de referentieprijzen voor aubergines voor het verkoopseizoen 1982
Verordening (EEG) nr. 938/82 van de Commissie van 23 april 1982 tot vaststelling van de referentieprijzen voor aubergines voor het verkoopseizoen 1982
Verordening (EEG) nr. 938/82 van de Commissie van 23 april 1982 tot vaststelling van de referentieprijzen voor aubergines voor het verkoopseizoen 1982
Publicatieblad Nr. L 111 van 24/04/1982 blz. 0011 - 0012
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 938/82 VAN DE COMMISSIE
van 23 april 1982
tot vaststelling van de referentieprijzen voor aubergines voor het verkoopseizoen 1982
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1116/81 (2), en met name op artikel 27, lid 1,
Overwegende dat luidens artikel 23, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 jaarlijks, vóór het begin van het verkoopseizoen, referentieprijzen worden vastgesteld die voor de gehele Gemeenschap gelden;
Overwegende dat, in verband met de betekenis van de produktie van aubergines in de Gemeenschap, voor dit produkt een referentieprijs dient te worden vastgesteld;
Overwegende dat de in een bepaald produktieseizoen geoogste aubergines worden afgezet over een periode die zich uitstrekt van januari tot en met december; dat de kleine hoeveelheden die van 1 januari tot en met 20 juni alsmede tijdens de maanden november en december worden geoogst de vaststelling van referentieprijzen voor deze perioden niet rechtvaardigen; dat bijgevolg slechts voor de periode van 21 juni tot en met 31 oktober referentieprijzen moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat luidens artikel 23, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 de referentieprijzen worden vastgesteld op basis van het rekenkundig gemiddelde van de producentenprijzen van elke Lid-Staat, verhoogd met een bedrag dat gebaseerd is op de voor de communautaire produkten gemaakte kosten voor het vervoer van de produktiegebieden naar de verbruikscentra in de Gemeenschap; dat bovendien rekening dient te worden gehouden met de ontwikkeling van de produktiekosten in de sector groenten en fruit;
Overwegende dat, om rekening te houden met de seizoenverschillen in de prijzen, het verkoopseizoen in verscheidene perioden dient te worden verdeeld en voor elke periode een referentieprijs dient te worden vastgesteld;
Overwegende dat de producentenprijzen gelijk zijn aan het gemiddelde van de prijzen die in de drie jaren voorafgaande aan de datum van vaststelling van de referentieprijs, voor een binnenlands produkt waarvan de handelskenmerken zijn bepaald, op de representatieve markt of markten in de produktiegebieden met de laagste prijzen zijn genoteerd voor de produkten of variëteiten die een aanzienlijk deel uitmaken van de in het gehele jaar of gedurende een deel daarvan in de handel gebrachte produktie en die qua verpakking aan bepaalde eisen voldoen; dat voor de vaststelling van het gemiddelde voor elke representatieve markt de prijzen die, gelet op de op de betrokken markt geconstateerde normale schommelingen, uitzonderlijk hoog of uitzonderlijk laag kunnen worden geacht, buiten beschouwing moeten worden gelaten;
Overwegende dat het Comité van beheer voor groenten en fruit geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het verkoopseizoen 1982 worden de referentieprijzen voor aubergines (post 07.01 T van het gemeenschappelijk douanetarief), uitgedrukt in Ecu per 100 kg nettogewicht, voor de produkten van kwaliteitsklasse I, alle groottesorteringen, in verpakking, als volgt vastgesteld:
- van 21 juni tot 31 juli: 65,80,
- augustus en september: 39,74,
- oktober: 44,98.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 21 juni 1982.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 23 april 1982.
Voor de Commissie
Poul DALSAGER
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.
(2) PB nr. L 118 van 30. 4. 1981, blz. 1.