Verordening (EEG) nr. 1851/82 van de Commissie van 9 juli 1982 houdende schorsing van de toepassing in de suikersector van enige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2730/79 voor het verkoopseizoen 1982/1983a
Verordening (EEG) nr. 1851/82 van de Commissie van 9 juli 1982 houdende schorsing van de toepassing in de suikersector van enige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2730/79 voor het verkoopseizoen 1982/1983a
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 1851/82 VAN DE COMMISSIE
van 9 juli 1982
houdende schorsing van de toepassing in de suikersector van enige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2730/79 voor het verkoopseizoen 1982/1983
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 606/82 (2), inzonderheid op artikel 19, lid 7, en artikel 39, tweede alinea,
Overwegende dat, aangezien bepaalde uitvoertransacties aanleiding kunnen geven tot misbruiken, meer bepaald wanneer het bedrag van een restitutie bij uitvoer hoger is dan het invoerrecht, in artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2730/79 van de Commissie van 29 november 1979 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwprodukten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 202/82 (4), bepaald is dat in dat geval voor betaling van de restitutie niet alleen de voorwaarde geldt dat het produkt het geografisch grondgebied van de Gemeenschap verlaten heeft, maar ook dat het produkt in een derde land is ingevoerd;
Overwegende dat de Gemeenschap een groot suikeroverschot heeft; dat de prijzenstructuur, en met name de verhouding tussen de interventieprijs en de drempelprijs, er van die aard is dat ieder gebied van de Gemeenschap zich in de eerste plaats van in de Gemeenschap geproduceerde suiker kan voorzien; dat daardoor en door de marktstructuur voor de Gemeenschapssuiker zelf, afgezien van de invoer op bijzondere voorwaarden, zoals bij voorbeeld preferentiële invoer van suiker sedert de inwerkingtreding in juli 1968 van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker, nooit belangrijke hoeveelheden suiker van de wereldmarkt zijn ingevoerd; dat de bovengenoemde bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2730/79 derhalve niet volstrekt noodzakelijk zijn voor de suikersector;
Overwegende dat de suikeruitvoer grotendeels in kleine partijen geschiedt; dat bij zulke uitvoer het leveren van het bewijs van invoer in een derde land een zware last betekent, waarvan de financiële gevolgen door de handelaren worden doorberekend in de offerte welke zij in het kader van de openbare inschrijvingen met het oog op de vaststelling van de restituties indienen; dat een verhoging van deze restituties derhalve tot gevolg heeft dat de lasten voor de afzet van de suikeroverschotten evenredig stijgen en uiteindelijk volledig op de producenten worden afgewenteld; dat het op grond van wat voorafgaat derhalve dienstig lijkt de toepassing van de betrokken bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2730/79 tijdelijk voor de suikersector te schorsen;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor suiker,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
De toepassing van artikel 10, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2730/79 wordt geschorst voor de sub b) van dat lid genoemde gevallen bij uitvoer tijdens het verkoopseizoen 1982/1983 van de in artikel 1, lid 1, sub a), van Verordening (EEG) nr. 1785/81 bedoelde produkten.
Artikel 2
Met het oog op een eventuele herziening van de in artikel 1 bedoelde maatregel delen de Lid-Staten, onverminderd het bepaalde in artikel 5, punt 1, van Verordening (EEG) nr. 955/70 van de Commissie (5), iedere aanvraag om afgifte van een invoercertificaat voor de in artikel 1 bedoelde produkten, die op een hoeveelheid van meer dan 50 ton betrekking hebben, met uitzondering van de in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 2630/81 van de Commissie (6) bedoelde certificaataanvragen vóór 16.00 uur op de dag waarop zij ingediend zijn, aan de Commissie mede.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1982.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 9 juli 1982.
Voor de Commissie
Poul DALSAGER
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 177 van 1. 7. 1981, blz. 4.
(2) PB nr. L 74 van 18. 3. 1982, blz. 1.
(3) PB nr. L 317 van 12. 12. 1979, blz. 1.
(4) PB nr. L 21 van 29. 1. 1982, blz. 23.
(5) PB nr. L 114 van 27. 5. 1970, blz. 16.
(6) PB nr. L 258 van 11. 9. 1981, blz. 16.