Home

Verordening (EEG) nr. 2935/82 van de Commissie van 28 oktober 1982 houdende aanvaarding van verbintenissen in het raam van de anti-dumpingprocedure betreffende trichloorethyleen van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en Polen, beëindiging van de procedure en intrekking van de voorlopige anti-dumpingrechten

Verordening (EEG) nr. 2935/82 van de Commissie van 28 oktober 1982 houdende aanvaarding van verbintenissen in het raam van de anti-dumpingprocedure betreffende trichloorethyleen van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en Polen, beëindiging van de procedure en intrekking van de voorlopige anti-dumpingrechten

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2935/82 VAN DE COMMISSIE

van 28 oktober 1982

houdende aanvaarding van verbintenissen in het raam van de anti-dumpingprocedure betreffende trichloorethyleen van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en Polen, beëindiging van de procedure en intrekking van de voorlopige anti-dumpingrechten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3017/79 van de Raad van 20 december 1979 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1580/82 (2), inzonderheid op artikel 10,

Na overleg in het bij genoemde verordening ingestelde Raadgevend Comité,

Overwegende dat de Commissie bij Verordening (EEG) nr. 2127/82 (3) een voorlopig anti-dumpingrecht heeft ingesteld op trichloorethyleen van post 29.02 A II ex b) van het gemeenschappelijk douanetarief, overeenkomende met NIMEXE-code 29.02-33, van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en Polen; dat het bedrag van het recht volgens land van oorsprong, als percentage van de prijs vrij grens van de Gemeenschap vóór inklaring, als volgt is vastgesteld:

- Duitse Democratische Republiek: 26,2 %,

- Polen: 29,5 %;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 2 van genoemde verordening, de Commissie de betrokken partijen in de gelegenheid heeft gesteld binnen één maand na de inwerkingtreding van het voorlopig recht hun standpunt schriftelijk in te dienen en mondeling toe te lichten, zulks onverminderd de bepalingen van artikel 7, lid 4, sub b) en c), van Verordening (EEG) nr. 3017/79; dat de exporteur uit de Duitse Democratische Republiek, de Poolse exporteur, en enige betrokken importeurs van deze gelegenheid gebruik hebben gemaakt en hun standpunt mondeling en schriftelijk uiteen hebben gezet; dat, na een diepgaand onderzoek van deze argumenten welke in feite overeenkomen met die welke in de voorafgaande fase van het onderzoek werden uiteengezet, de Commissie niet van oordeel was de gewogen gemiddelden van de voorlopig vastgestelde dumpingmarges te moeten wijzigen;

Overwegende dat, wat geleden schade betreft, de Commissie na vaststelling van Verordening (EEG) nr. 2127/82 geen andere inlichtingen heeft verkregen welke zouden kunnen leiden tot een herziening van de in genoemde verordening door de Commissie gemaakte gevolgtrekkingen;

Overwegende dat met het oog hierop de exporteur uit de Duitse Democratische Republiek, AHB-Chemie (Berlijn, DDR) en de Poolse exporteur, CIECH-Organica (Warschau) hebben voorgesteld prijsverbintenissen aan te gaan welke volgens de Commissie toereikend lijken te zijn om in de toekomst de schadelijke gevolgen van de desbetreffende invoer op te heffen; dat in het Raadgevend Comité geen bezwaar tegen dit standpunt is geuit; dat dientengevolge de verbintenissen aanvaard, de procedure beëindigd en de voorlopige rechten afgeschaft kunnen worden;

Overwegende dat in toepassing van artikel 10, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3017/79 de beëindiging van de procedure en de intrekking van de voorlopige rechten de definitieve inning van de bedragen welke ingevolge artikel 12, lid 2, van genoemde verordening door middel van de voorlopige rechten als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2127/82, tot zekerheid werden gesteld, niet uitsluiten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

De door AHB-Chemie en CIECH-Organica, in het raam van de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van het trichloorethyleen van post 29.02 A II ex b) van het gemeenschappelijk douanetarief (NIMEXE-code 29.02-33), van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en Polen, aangeboden verbintenissen worden aanvaard.

Artikel 2

De anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van trichloorethyleen van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en Polen wordt beëindigd.

Artikel 3

De voorlopige anti-dumpingrechten, ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 2127/82, op trichloorethyleen afkomstig uit de Duitse Democratische Republiek en Polen worden ingetrokken.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 1982.

Voor de Commissie

Wilhelm HAFERKAMP

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 339 van 31. 12. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 178 van 22. 6. 1982, blz. 9.

(3) PB nr. L 223 van 31. 7. 1982, blz. 76.