83/34/EEG: Beschikking van de Commissie van 14 januari 1983 betreffende de goedkeuring van de door de Bondsrepubliek Duitsland uit hoofde van het begrotingsjaar 1976 ingediende rekeningen voor de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
83/34/EEG: Beschikking van de Commissie van 14 januari 1983 betreffende de goedkeuring van de door de Bondsrepubliek Duitsland uit hoofde van het begrotingsjaar 1976 ingediende rekeningen voor de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
*****
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 14 januari 1983
betreffende de goedkeuring van de door de Bondsrepubliek Duitsland uit hoofde van het begrotingsjaar 1976 ingediende rekeningen voor de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven
(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
(83/34/EEG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3509/80 (2), en met name op artikel 5, lid 2,
Na raadpleging van het Comité van het Fonds,
Overwegende dat de Commissie, overeenkomstig artikel 5, lid 2, sub b), van Verordening (EEG) nr. 729/70, op basis van de door de Lid-Staten verstrekte jaarrekeningen de rekeningen goedkeurt die betrekking hebben op de door de diensten en instanties als bedoeld in artikel 4 van genoemde verordening betaalde uitgaven;
Overwegende dat de Bondsrepubliek Duitsland de voor de goedkeuring van de rekeningen over het begrotingsjaar 1976 nodige documenten aan de Commissie heeft verstrekt en dat de Commissie de in artikel 9, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 729/70 bedoelde verificaties ter plaatse heeft verricht;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1723/72 van de Commissie van 26 juli 1972 inzake de goedkeuring van de rekeningen betreffende het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (3), de beslissing tot goedkeuring enerzijds de vaststelling van het bedrag van de in elke Lid-Staat in de loop van het betrokken jaar gedane uitgaven behelst welke worden erkend als komende ten laste van het Fonds, afdeling Garantie, en anderzijds de vaststelling van het bedrag van de communautaire financiële middelen, welke in die Lid-Staat beschikbaar blijven;
Overwegende dat slechts de restituties bij uitvoer naar derde landen en de interventies ter regulering van de landbouwmarkten welke volgens de communautaire voorschriften in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten respectievelijk werden verleend en uitgevoerd, kunnen worden gefinancierd in de zin van de artikelen 2 en 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70; dat in het licht van de uitgevoerde verificaties een gedeelte van de opgegeven uitgaven voor een bijkomend bedrag van + 796 286,85 DM beantwoordt aan deze voorwaarden en bijgevolg kan worden gefinancierd; dat de Lid-Staat uitvoerig over deze aftrek werd ingelicht en zijn standpunt dienaangaande kenbaar heeft kunnen maken;
Overwegende dat de Commissie zich bij Beschikking 81/1033/EEG (4) het recht had voorbehouden om bij de goedkeuring van de rekeningen over het begrotingsjaar 1976 nog een bedrag van 94 862,12 DM voor de openbare opslag van rundvlees in aanmerking te nemen, indien uit een aanvullend onderzoek bleek dat de voorwaarden voor financiering door de Gemeenschap waren vervuld; dat op grond van het betrokken onderzoek een deelbedrag ten belope van 59 966,37 DM in aanmerking kan worden genomen, dat is vervat in het totale in aanmerking genomen bedrag,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Het bedrag der uitgaven dat wordt erkend als komende ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie, voor de Bondsrepubliek Duitsland uit hoofde van het begrotingsjaar 1976 bedraagt overeenkomstig de bijlage 3 233 539 143,73 DM.
Artikel 2
De financiële middelen waarover aan het einde van het jaar 1976 kan worden beschikt, bedragen overeenkomstig de bijlage - 4 051 080,07 DM.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.
Gedaan te Brussel, 14 januari 1983.
Voor de Commissie
Poul DALSAGER
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.
(2) PB nr. L 367 van 31. 12. 1980, blz. 87.
(3) PB nr. L 186 van 16. 8. 1972, blz. 1.
(4) PB nr. L 375 van 30. 12. 1981, blz. 5.
BIJLAGE
Goedkeuring van de rekeningen van de door het EOGFL, afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven voor het dienstjaar 1976
1.2,3 // // (in DM) // 1.2.3 // 1. Beschikbaar na goedkeuring van de rekeningen van het dienstjaar 1975 // // 91 038 063,66 // 2. Ontvangen voorschotten over het dienstjaar 1976 // // 3 138 450 000,00 // 3. Totaal voor dekking van de uitgaven van het dienstjaar 1976 // // 3 229 488 063,66 // 4. Aanvaarde uitgaven voor het dienstjaar 1976: // // // a) verklaarde uitgaven // 3 232 742 856,88 // // b) bijkomende uitgaven: // + 796 286,85 // // - waarvan uit het dienstjaar 1974 geregelde reserves // 59 966,37 // // - waarvan uitstel van definitieve beslissing tot het dienstjaar 1978 // - // // c) aanvaarde uitgaven // // 3 233 539 143,73 // 5. Beschikbaar na goedkeuring van de rekeningen over het dienstjaar 1976 // // - 4 051 080,07