Home

83/75/EEG: Besluit van de Commissie van 15 februari 1983 houdende aanvaarding van de verbintenissen die zijn aangeboden in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van vezelplaat van oorsprong uit Brazilië

83/75/EEG: Besluit van de Commissie van 15 februari 1983 houdende aanvaarding van de verbintenissen die zijn aangeboden in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van vezelplaat van oorsprong uit Brazilië

*****

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 15 februari 1983

houdende aanvaarding van de verbintenissen die zijn aangeboden in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van vezelplaat van oorsprong uit Brazilië

(83/75/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3017/79 van de Raad van 20 december 1979 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1580/82 (2), inzonderheid op artikel 10,

Overwegende dat de Commissie in maart 1982 een klacht ontving, neergelegd door het Europese Verbond van de Houtverwerkende Industrie namens de producenten van de Gemeenschap die vrijwel de gehele produktie van de Gemeenschap van de betrokken produkten vertegenwoordigen; dat de klacht bewijsmateriaal bevatte inzake het bestaan van dumping ten aanzien van de invoer van hardboard uit Brazilië en van daaruit voortvloeiende aanmerkelijke schade voor de betrokken bedrijfstak van de Gemeenschap;

Overwegende dat, aangezien bedoeld bewijsmateriaal voldoende was om de instelling van een onderzoek te rechtvaardigen, de Commissie door middel van een bericht in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (3) een onderzoek naar de invoer van vezelplaat van oorsprong uit Brazilië heeft aangekondigd;

Overwegende dat de Commissie de exporteurs en importeurs van wie haar bekend is dat zij rechtstreeks zijn betrokken, alsmede de vertegenwoordigers van het exporterende land en de indieners van de klacht, hiervan officieel in kennis heeft gesteld;

Overwegende dat de Commissie de rechtstreeks betrokken partijen in de gelegenheid heeft gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en dat mondeling toe te lichten;

Overwegende dat alle exporteurs van wie bekend is dat zij rechtstreeks zijn betrokken en verschillende importeurs van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt om schriftelijk en/of mondelinge opmerkingen in te dienen;

Overwegende dat de Commissie, ten einde tot een voorlopige vaststelling van het bestaan van dumping en van schade te komen, alle inlichtingen die zij nodig achtte heeft verzameld en gecontroleerd en ter plaatse een onderzoek heeft ingesteld bij de Braziliaanse producenten Duratex SA en Eucatex SA in Sao Paulo; dat de Commissie eveneens een onderzoek ter plaatse verrichtte bij de volgende importeurs: Svedex BV, Varsseveld, Nederland en Groteloh GmbH, Buende, Bondsrepubliek Duitsland;

Overwegende dat de Commissie de periode van 1 mei 1981 tot 30 april 1982 heeft gekozen als onderzoekperiode wat de vaststelling van dumping betreft;

Overwegende dat de Commissie met het oog op de voorlopige vaststelling van dumping de prijzen bij export naar de Gemeenschap heeft vergeleken met de normale waarde met betrekking tot de tijdens de onderzoekperiode verrichte verkopen;

Overwegende dat de normale waarden voor de twee betrokken exporterende firma's werden vastgesteld op basis van de prijzen die werden of dienen te worden betaald voor soortgelijke produkten op de Braziliaanse markt; dat de Commissie haar onderzoek heeft beperkt tot die soorten onbewerkt hardboard die ongeveer 80 % van de totale export van hardboard naar de Gemeenschap uitmaakten; dat de Commissie met het oog op een billijke vergelijking van de normale waarden met de exportprijzen de normale waarden van beide firma's heeft aangepast wat betreft de financieringskosten voor negentig dagen krediet aan hun binnenlandse klanten, en 0,75 % PIS-belasting en de ICM-belasting begrepen in de binnenlandse verkoopprijzen; dat de Commissie tevens waar nodig rekening heeft gehouden met de verkoopkosten op de binnenlandse markt die rechtstreeks verband houden met de verkopen in kwestie, en met het niveauverschil van de handel tussen de binnenlandse verkopen en de exportverkopen voor zover ter zake voldoende bewijsmateriaal kon worden overgelegd; dat de normale waarden werden aangepast aan het stadium »af-fabriek" met inachtneming van de transportkosten die door de firma's op de binnenlandse markt werden gemaakt;

Overwegende dat de exportprijzen werden berekend op basis van de prijzen die werden of dienen te worden betaald voor produkten die voor export naar de Gemeenschap werden verkocht; dat de Commissie bij

het vaststellen van de exportprijzen af-fabriek waar nodig rekening heeft gehouden met de binnenlandse vervoerkosten en de kosten van vervoer over zee, de afhandelings- en havenlasten, de verpakking voor export, de aan de agenten betaalde commissies, de kosten voor het aan overzeese klanten toegestane krediet, en 0,75 % PIS-belasting die in de factuurprijs is begrepen;

Overwegende dat de exportprijzen en de normale waarden per transactie in het stadium af-fabriek werden vergeleken, rekening houdende met de geëxporteerde soort hardboard en onder gebruikmaking van de gemiddelde wisselkoers van de maand waarin de verzending had plaatsgevonden;

Overwegende dat de aldus vastgestelde gemiddelde gewogen dumpingmarges voor Duratex 19,24 % en voor Eucatex 32,55 % bedroegen;

Overwegende dat met het oog op de aan de bedrijfstak van de Gemeenschap toegebrachte schade uit het bewijsmateriaal waarover de Commissie beschikt blijkt dat de invoer van de betrokken produkten uit Brazilië in de Gemeenschap van 42 701 ton in 1978 is gestegen tot 54 044 ton in 1980; dat de toename van de invoer vooral aanzienlijk was met betrekking tot de Bondsrepubliek Duitsland, waar de invoer van Braziliaans hardboard van 8 123 ton in 1978 tot 13 195 ton in 1980 is gestegen en in de eerste vijf maanden van 1982 8 272 ton bedroeg, en met betrekking tot Frankrijk, waar deze invoer van 383 ton in 1978 tot 4 051 ton in de eerste vijf maanden van 1982 is gestegen; dat het marktaandeel van deze invoer uit Brazilië op de communautaire hardboardmarkt van 3,7 % in 1979 tot 4,9 % in 1980 is toegenomen; dat tijdens dezelfde periode het marktaandeel op de Duitse markt van 2,4 % tot 3,9 % toenam; dat wat Frankrijk betreft het martaandeel van vrijwel nul in 1978 tot 6 % in de eerste vijf maanden van 1982 toenam;

Overwegende dat Braziliaans hardboard, dat geacht wordt van betere kwaliteit te zijn dan Europees hardboard, over het algemeen verkocht werd tegen prijzen op het hoogste niveau van de markt; dat echter de prijs van Braziliaans hardboard tijdens de onderzoekperiode nog aanzienlijk lager was dan de produktiekosten, met inbegrip van de algemene kosten en een redelijke winstmarge, van de communautaire producenten van hardboard; dat deze marge van onderbieding voor 3,2 mm dik onbewerkt hardboard van standaard- of deurafmeting ongeveer tussen 10 en 18 % lag;

Overwegende dat de gevolgen hiervan voor de communautaire bedrijfstak, waarvan de produktie van 638 000 ton in 1979 is teruggelopen tot 561 000 ton in 1981, tot uiting komen in het drukken van de prijzen die zich niet in overeenstemming met de produktiekosten konden ontwikkelen, waardoor het onmogelijk was deze kosten te dekken; dat de verkoop van hardboard door de producenten in de Gemeenschap op hun respectieve binnenlandse markten bovendien tussen 1978 en 1981 met meer dan 17 % is gedaald en de voorraden in dezelfde periode aanmerkelijk zijn toegenomen;

Overwegende dat bijna alle communautaire producenten derhalve aanzienlijke verliezen hebben geleden op hun produktie van hardboard met een daaruit voortvloeiend verlies aan arbeidsplaatsen;

Overwegende dat de Commissie heeft onderzocht of schade is veroorzaakt door andere factoren, zoals de omvang en de prijzen van andere invoer of het teruglopen van de vraag, welke afzonderlijk of te zamen nadelige gevolgen voor de communautaire bedrijfstak zouden kunnen hebben; dat de invoer tegen lage prijzen uit Scandinavië, Oost-Europa en Spanje tussen 1979 en 1981 meer dan twee derde van de totale invoer van hardboard vertegenwoordigde met een marktaandeel van meer dan 30 % op de communautaire hardboardmarkt; dat de Commissie in 1981 een anti-dumpingprocedure tegen deze invoer heeft ingeleid; dat de Commissie vervolgens heeft vastgesteld dat bij deze invoer dumping werd toegepast en hierdoor schade werd berokkend aan een communautaire bedrijfstak; dat tijdens dezelfde periode de invoer uit Brazilië ongeveer 10 % van de totale invoer van hardboard in de Gemeenschap bedroeg; dat het aandeel van het uit Brazilië ingevoerd hardboard op de markt van de Gemeenschap bovendien is gestegen op een tijdstip waarop het verbruik aan het verminderen was, en deze invoer plaatsvond tegen prijzen die, ondanks de betere kwaliteit van de produkten, het patroon van de teruglopende prijzen op de Europese hardboardmarkt hebben gevolgd; dat de schadelijk gevolgen van de gehele invoer ten aanzien waarvan dumping werd vastgesteld derhalve dienen te worden gecumuleerd; dat onder deze omstandigheden de Commissie heeft vastgesteld dat de invoer met dumping van hardboard uit Brazilië aanmerkelijke schade aan de betrokken bedrijfstak in de Gemeenschap heeft toegebracht;

Overwegende dat de Commissie na de inleiding van de procedure ten aanzien van de invoer uit Brazilië beschermende maatregelen heeft getroffen tegen de invoer met dumping uit Scandinavië, Oost-Europa en Spanje, welke geleid hebben tot een belangrijke daling van de omvang en een aanzienlijke verhoging van de pijzen van deze invoer; dat onder deze omstandigheden de Commissie van mening is dat in het belang van de Gemeenschap beschermende maatregelen tegen de invoer met dumping uit Brazilië moeten worden getroffen, ten einde te beletten dat de reeds van kracht zijnde beschermende maatregelen ondermijnd worden door een groeiende Braziliaanse export tegen lage prijzen, en een blijvende stabilisatie van de hardboardmarkt van de Gemeenschap te bereiken;

Overwegende dat de Braziliaanse exporteurs van de resultaten van het onderzoek in kennis werden gesteld en dat zij hun standpunt dienaangaande kenbaar hebben gemaakt; dat vervolgens door hen verbintenissen werden aangeboden betreffende hun toekomstige prijzen; Overwegende dat deze verbintenissen neerkomen op zodanige prijsverhogingen voor Braziliaans hardboard dat de schade wordt geëlimineerd; dat de Commissie, na eenstemmige goedkeuring door het Raadgevend Comité, deze verbintenissen aanvaardbaar acht en de anti-dumpingprocedure derhalve kan worden beëindigd zonder instelling van anti-dumpingrechten,

BESLUIT:

Artikel 1

De Commissie aanvaardt de verbintenissen die werden aangeboden door Duratex SA en Eucatex SA, Sao Paulo, Brazilië, in het kader van de anti-dumping-procedure betreffende de invoer van vezelplaat met een gewicht van meer dan 0,8 gram/cm3 (hardboard), van post ex 44.11 van het gemeenschappelijk douanetarief, overeenstemmende met NIMEXE-code 44.11-10, 20, van oorsprong uit Brazilië.

Artikel 2

De anti-dumpingprocedure ten aanzien van de invoer van vezelplaat van oorsprong uit Brazilië wordt beëindigd.

Gedaan te Brussel, 15 februari 1983.

Voor de Commissie

Wilhelm HAFERKAMP

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 339 van 31. 12. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 178 van 22. 6. 1982, blz. 9.

(3) PB nr. C 113 van 5. 5. 1982, blz. 3.