Home

83/523/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 oktober 1983 houdende machtiging van de Franse Republiek tot toepassing van een intracommunautair toezicht ten aanzien van de invoer van bepaalde weefsels van synthetische stapelvezels van oorsprong uit Indonesië die in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

83/523/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 oktober 1983 houdende machtiging van de Franse Republiek tot toepassing van een intracommunautair toezicht ten aanzien van de invoer van bepaalde weefsels van synthetische stapelvezels van oorsprong uit Indonesië die in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

83/523/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 oktober 1983 houdende machtiging van de Franse Republiek tot toepassing van een intracommunautair toezicht ten aanzien van de invoer van bepaalde weefsels van synthetische stapelvezels van oorsprong uit Indonesië die in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 297 van 29/10/1983 blz. 0033


*****

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 11 oktober 1983

houdende machtiging van de Franse Republiek tot toepassing van een intracommunautair toezicht ten aanzien van de invoer van bepaalde weefsels van synthetische stapelvezels van oorsprong uit Indonesië die in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

(83/523/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 115, eerste alinea,

Gelet op Beschikking 80/47/EEG van de Commissie van 20 december 1979 betreffende de maatregelen inzake toezicht en bescherming die de Lid-Staten mogen treffen ten aanzien van de invoer van bepaalde produkten van oorsprong uit derde landen die in een andere Lid-Staat in het vrije verkeer zijn gebracht (1), inzonderheid op de artikelen 1 en 2,

Overwegende dat krachtens Beschikking 80/47/EEG de Lid-Staten slechts intracommunautair toezicht op de daar bedoelde invoer mogen toepassen na voorafgaande machtiging door de Commissie;

Overwegende dat de Commissie, overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 3589/82 van de Raad van 23 december 1982 betreffende de gemeenschappelijke regeling van toepassing op de invoer van bepaalde textielprodukten van oorsprong uit derde landen (2), bij Verordening (EEG) nr. 2604/83 (3) van 20 juni tot en met 31 december 1983 een kwantitatief maximum heeft ingesteld voor de invoer in Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk van textielprodukten van categorie 3, van oorsprong uit Indonesië; dat de invoer van deze produkten vrij blijft in de overige Lid-Staten;

Overwegende dat er ingevolge de aldus ingestelde handelsmaatregelen tussen de verschillende Lid-Staten ongelijkheid bestaat in de invoervoorwaarden voor de betrokken produkten; dat deze ongelijkheid kan leiden tot verleggingen van het handelsverkeer;

Overwegende dat, ten einde verleggingen van het handelsverkeer die economische moeilijkheden in de betrokken sector kunnen veroorzaken of deze verergeren, snel op te sporen, de Franse Regering bij de Commissie een verzoek krachtens artikel 2 van Beschikking 80/47/EEG heeft ingediend om te worden gemachtigd tot het instellen van voorafgaand intracommunautair toezicht op de invoer van bepaalde weefsels van synthetische stapelvezels van oorsprong uit Indonesië en in de overige Lid-Staten in het vrije verkeer gebracht;

Overwegende dat de Commissie in het bijzonder heeft onderzocht of de betrokken invoer in aanmerking kan komen voor maatregelen van intracommunautair toezicht krachtens artikel 2 van Beschikking 80/47/EEG en of er aanwijzingen werden verstrekt met betrekking tot de genoemde economische moeilijkheden;

Overwegende dat een machtiging tot toezichtsmaatregelen voor de textielprodukten van groep I als bepaald bij Verordening (EEG) nr. 3589/82 van de Raad kan worden gegeven, zelfs indien er zich geen verleggingen van het handelsverkeer voordoen of verzoeken om intracommunautaire vergunningen ontvangen zijn in verband met het gevaar van economische moeilijkheden verbonden aan de handel van deze produkten, gezien de hoge gevoeligheid ervan bij invoer;

Overwegende dat Frankrijk derhalve gemachtigd dient te worden de invoer van de bedoelde weefsels van synthetische stapelvezels van categorie 3, van oorsprong uit Indonesië, tot en met 31 december 1983 aan een intracommunautair toezicht te onderwerpen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De Franse Republiek wordt ertoe gemachtigd tot en met 31 december 1983 een intracommunautair toezicht in te stellen op de invoer van de in bijlage bedoelde produkten, overeenkomstig het bepaalde in Beschikking 80/47/EEG.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 11 oktober 1983.

Voor de Commissie

Wilhelm HAFERKAMP

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 16 van 22. 1. 1980, blz. 14.

(2) PB nr. L 374 van 31. 12. 1982, blz. 106.

(3) PB nr. L 258 van 17. 9. 1983, blz. 18.

BIJLAGE

Textielprodukten waarvoor categorieën zijn

vastgesteld (1)

1.2 // // // Categorie // Land van oorsprong // // // 3 // Indonesië // //

(1) Zie omschrijving in Verordening (EEG) nr. 3589/82 van de Raad (PB nr. L 374 van 31. 12. 1982, blz. 106).