Verordening (EEG) nr. 859/83 van de Commissie van 12 april 1983 tot vaststelling van de referentieprijzen voor kleine pompoenen (zogenaamde courgettes) voor het verkoopseizoen 1983 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 950/68 betreffende het gemeenschappelijk douanetarief
Verordening (EEG) nr. 859/83 van de Commissie van 12 april 1983 tot vaststelling van de referentieprijzen voor kleine pompoenen (zogenaamde courgettes) voor het verkoopseizoen 1983 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 950/68 betreffende het gemeenschappelijk douanetarief
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 859/83 VAN DE COMMISSIE
van 12 april 1983
tot vaststelling van de referentieprijzen voor kleine pompoenen (zogenaamde courgettes) voor het verkoopseizoen 1983 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 950/68 betreffende het gemeenschappelijk douanetarief
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1738/82 (2), en met name op artikel 27, lid 1,
Overwegende dat luidens artikel 23, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 jaarlijks, vóór het begin van het verkoopseizoen, referentieprijzen worden vastgesteld die voor de gehele Gemeenschap gelden;
Overwegende dat, in verband met de betekenis van de produktie van kleine pompoenen (zogenaamde courgettes) in de Gemeenschap, voor dit produkt een referentieprijs dient te worden vastgesteld;
Overwegende dat de in een bepaald produktieseizoen geoogste kleine pompoenen (zogenaamde courgettes) worden afgezet over een periode die zich uitstrekt van januari tot en met december; dat de kleine hoeveelheden die van 1 januari tot en met 20 april alsmede tijdens de maanden oktober, november en december worden geoogst de vaststelling van referentieprijzen voor deze perioden niet rechtvaardigen; dat bijgevolg slechts voor de periode van 21 april tot en met 30 september referentieprijzen moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat luidens artikel 23, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 de referentieprijzen worden vastgesteld op basis van het rekenkundig gemiddelde van de producentenprijzen van elke Lid-Staat, verhoogd met een bedrag dat gebaseerd is op de voor de communautaire produkten gemaakte kosten voor het vervoer van de produktiegebieden naar de verbruikscentra in de Gemeenschap; dat bovendien rekening dient te worden gehouden met de ontwikkeling van de produktiekosten in de sector groenten en fruit;
Overwegende dat, om rekening te houden met de seizoenverschillen in de prijzen, het verkoopseizoen in verscheidene perioden dient te worden verdeeld en voor elke periode een referentieprijs dient te worden vastgesteld;
Overwegende dat de producentenprijzen gelijk zijn aan het gemiddelde van de prijzen die in de drie jaren voorafgaande aan de datum van vaststelling van de referentieprijs, voor een binnenlands produkt waarvan de handelskenmerken zijn bepaald, op de representatieve markt of markten in de produktiegebieden met de laagste prijzen zijn genoteerd voor de produkten of variëteiten die een aanzienlijk deel uitmaken van de in het gehele jaar of gedurende een deel daarvan in de handel gebrachte produktie en die qua verpakking aan bepaalde eisen voldoen; dat voor de vaststelling van het gemiddelde voor elke representatieve markt de prijzen die, gelet op de op de betrokken markt geconstateerde normale schommelingen, uitzonderlijk hoog of uitzonderlijk laag kunnen worden geacht, buiten beschouwing moeten worden gelaten;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 22 bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 de uit de toepassing van deze verordening voortvloeiende tariefnomenclatuur in het gemeenschappelijk douanetarief opgenomen wordt; dat het bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad (3) vastgestelde gemeenschappelijk douanetarief, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 604/83 (4), derhalve moet worden gewijzigd door te onderscheiden van de andere groenten, de kleine pompoenen (zogenaamde courgettes) en de aubergines, produkten die aan het referentieprijsstelsel zijn onderworpen;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het verkoopseizoen 1983 worden de referentieprijzen voor kleine pompoenen (zogenaamde courgettes) van post 07.01 T van het gemeenschappelijk douanetarief, uitgedrukt in Ecu per 100 kg nettogewicht, voor de produkten van kwaliteitsklasse I, alle groottesorteringen, in verpakking, als volgt
april (van 21 tot 30): 60,67
mei: 54,32
juni: 37,45
juli: 33,90
augustus: 38,18
september: 42,12.
Artikel 2
Het aan Verordening (EEG) nr. 950/68 gehechte gemeenschappelijk douanetarief wordt overeenkomstig de bijlage gewijzigd.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 2 is van toepassing met ingang van 1 juli 1983.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 12 april 1983.
Voor de Commissie
Poul DALSAGER
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.
(2) PB nr. L 190 van 1. 7. 1982, blz. 7.
(3) PB nr. L 172 van 22. 7. 1968, blz. 1.
(4) PB nr. L 72 van 18. 3. 1983, blz. 3.
BIJLAGE
Post 07.01 T van het gemeenschappelijk douanetarief wordt als volgt gelezen:
1.2.3,4 // // // // Nr. // Omschrijving // Invoerrecht 1.2.3.4 // // // autonoom % of heffing (H) // conventioneel % // // // // // 1 // 2 // 3 // 4 // // // // // // // // // 07.01 // Groenten en moeskruiden, vers of gekoeld: // // // // . . . . . . // // // // . . . . . . // // // // T. andere: // // // // I. kleine pompoenen (zogenaamde courgettes) // 16 (a) // - // // II. Aubergines // 16 (a) // - // // III. overige // 16 // - // // // //