Home

Verordening (EEG) nr. 1262/83 van de Commissie van 20 mei 1983 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van een geboortepremie voor kalveren gedurende het verkoopseizoen 1983/1984

Verordening (EEG) nr. 1262/83 van de Commissie van 20 mei 1983 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van een geboortepremie voor kalveren gedurende het verkoopseizoen 1983/1984

Verordening (EEG) nr. 1262/83 van de Commissie van 20 mei 1983 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van een geboortepremie voor kalveren gedurende het verkoopseizoen 1983/1984

Publicatieblad Nr. L 133 van 21/05/1983 blz. 0050 - 0051


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1262/83 VAN DE COMMISSIE

van 20 mei 1983

tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van een geboortepremie voor kalveren gedurende het verkoopseizoen 1983/1984

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1201/82 van de Raad van 18 mei 1983 inzake de toekenning van een geboortepremie voor kalveren in Griekenland, Ierland, Italië en Noord-Ierland (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1215/83 (2), en met name op artikel 2,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1223/83 van de Raad van 20 mei 1983 inzake de in de landbouwsector toe te passen wisselkoersen (3), en met name op artikel 4, lid 3, en artikel 5, lid 1,

Overwegende dat, volgens artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1201/82, Griekenland, Ierland, Italië en Noord-Ierland worden gemachtigd gedurende het verkoopseizoen 1983/1984 een premie toe te kennen voor elk kalf geboren op hun grondgebied en na zes maanden nog in leven; dat moet worden overgegaan tot identificatie van kalveren waarvoor premies kunnen worden toegekend, om fraude te voorkomen;

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 1223/83 is bepaald dat voor de gevolgen voor de rechten en verplichtingen die op het ogenblik van de wijziging van een representatieve koers bestonden, de in Verordening (EEG) nr. 1134/68 van de Raad (4) vastgestelde bepalingen met betrekking tot de wijziging van de verhouding tussen pariteit van de munteenheid van een Lid-Staat en de waarde van de rekeneenheid, van toepassing zijn; dat evenwel op grond van artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1223/83 van de voornoemde bepaling kan worden afgeweken;

Overwegende dat dus voor de vaststelling van de steun in nationale munteenheid als omrekeningskoers moet worden aangehouden de representatieve koers die geldt op de dag waarop het dier zes maanden oud wordt;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1201/82 bedoelde premie wordt op verzoek van de producent toegekend, nadat ten genoegen van de bevoegde instantie is aangetoond dat op het grondgebied waar de premie wordt toegekend,

- het kalf geboren is gedurende het verkoopseizoen 1983/1984,

- dat het werd geïdentificeerd, en

- dat het zes maanden na de geboorte nog in leven is.

2. Het bedrag van deze premie bedraagt 32 Ecu per dier en wordt ineens betaald, uiterlijk binnen 90 dagen na het tijdstip waarop de bevoegde instantie de aanvraag heeft ingewilligd.

3. De representatieve koers die in het kader van deze verordening moet worden aangehouden is die, welke overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1223/83 geldt op de dag waarop het dier zes maanden oud wordt.

Artikel 2

Griekenland, Ierland, Italië en, voor wat Noord-Ierland betreft, het Verenigd Koninkrijk nemen de nodige maatregelen om toe te zien op de naleving van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 3

1. De in artikel 2 genoemde Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de maatregelen die zij ter uitvoering van deze premieregeling getroffen hebben, uiterlijk binnen tien dagen na de datum waarop deze maatregelen van toepassing worden en in het bijzonder die maatregelen die betrekking hebben op de identificatie van de kalveren met een onuitwisbaar merkteken of met enig ander gelijkwaardig middel.

2. De betrokken Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk een maand na afloop van de maand waarop de te verstrekken gegevens betrekking hebben, mee voor hoeveel dieren het recht op de premie in de loop van elke maand is ontstaan.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 23 mei 1983.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 20 mei 1983.

Voor de Commissie

Poul DALSAGER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 140 van 20. 5. 1982, blz. 34.

(2) PB nr. L 132 van 21. 5. 1983, blz. 15.

(3) PB nr. L 132 van 21. 5. 1983, blz. 33.

(4) PB nr. L 188 van 1. 8. 1968, blz. 1.