Home

Verordening (EEG) nr. 1472/83 van de Raad van 7 juni 1983 tot instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van hexamethyleentetramine van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en de Sowjetunie

Verordening (EEG) nr. 1472/83 van de Raad van 7 juni 1983 tot instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van hexamethyleentetramine van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en de Sowjetunie

Verordening (EEG) nr. 1472/83 van de Raad van 7 juni 1983 tot instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van hexamethyleentetramine van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en de Sowjetunie

Publicatieblad Nr. L 151 van 09/06/1983 blz. 0009 - 0010
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 28 blz. 0140
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 28 blz. 0143


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1472/83 VAN DE RAAD

van 7 juni 1983

tot instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van hexamethyleentetramine van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en de Sowjetunie

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3017/79 van de Raad van 20 december 1979 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1580/82 (2), inzonderheid op artikel 12,

Gelet op het voorstel van de Commissie, ingediend na overleg in het kader van het in bovengenoemde verordening bedoelde Raadgevend Comité,

Overwegende dat de Commissie bij Verordening (EEG) nr. 348/83 (3) een voorlopig anti-dumpingrecht op hexamethyleentetramine van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en de Sowjetunie heeft ingesteld; dat bij die verordening de Commissie eveneens verbintenissen van exporteurs in Tsjechoslowakije en Roemenië heeft aanvaard en de procedures ten aanzien van deze exporteurs heeft beëindigd;

Overwegende dat na de instelling van het voorlopig anti-dumpingrecht de exporteur in de Duitse Democratische Republiek heeft verzocht zijn standpunt mondeling bij de Commissie te mogen toelichten, hetgeen is ingewilligd;

Overwegende dat één consument schriftelijk zijn standpunt kenbaar heeft gemaakt;

Overwegende dat sedert de instelling van dit voorlopig anti-dumpingrecht geen nieuw bewijsmateriaal inzake dumping of schade aan de communautaire industrie werd ontvangen; dat de Commissie dan ook haar vaststellingen inzake dumping en schade, zoals uiteengezet in Verordening (EEG) nr. 348/83, definitief acht;

Overwegende dat uit het onderzoek van alle uiteindelijk vastgestelde feiten blijkt dat de schade die is veroorzaakt door de invoer, met gebruikmaking van dumping, van hexamethyleentetramine van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en de Sowjetunie, afgezien van de door andere factoren veroorzaakte schade, aanzienlijk moet worden geacht;

Overwegende dat het in deze omstandigheden voor de bescherming van de communautaire belangen noodzakelijk is dat een definitief anti-dumpingrecht wordt ingesteld op de invoer van hexamethyleentetramine van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en de Sowjetunie, waarvan het bedrag gelijk dient te zijn aan dat van het voorlopig anti-dumpingrecht;

Overwegende dat de exporteur van hexamethyleentetramine van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek ingevolge de vaststellingen van het onderzoek een prijsverbintenis met betrekking tot de toekomstige uitvoer naar de Gemeenschap heeft aangeboden;

Overwegende dat, na overleg, deze verbintenis niet aanvaardbaar werd geacht;

Overwegende dat de bedragen die als zekerheid voor de voorlopige anti-dumpingrechten zijn gesteld, moeten worden geïnd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Er wordt een definitief anti-dumpingrecht ingesteld op hexamethyleentetramine van post 29.26 B II a) van het gemeenschappelijk douanetarief, overeenkomende met NIMEXE-code 29.26-35, van oorsprong uit de Duitse Democratische Republiek en de Sowjetunie.

2. Het recht is gelijk aan het verschil tussen de nettoprijs per ton, op pallets, franco-grens Gemeenschap, oningeklaard, en 953,46 Ecu indien het produkt in de vorm van kristallen of gestabiliseerd poeder is en 926,46 Ecu indien het produkt in niet-gestabiliseerde vorm is. Voor de invoer zonder pallets wordt het recht met 10 Ecu per ton verminderd.

De prijs franco-grens Gemeenschap is netto indien de verkoopvoorwaarden betaling binnen dertig dagen vanaf de datum van verzending inhouden. De prijs wordt met 1 % verminderd of verhoogd voor elke maand die de betalingstermijn langer of korter is.

3. De inzake douanerechten geldende bepalingen zijn op dit recht van toepassing.

Artikel 2

De bedragen die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 348/83 als zekerheid voor het voorlopige anti-dumpingrecht zijn gesteld, worden definitief geïnd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 7 juni 1983.

Voor de Raad

De Voorzitter

W. DOLLINGER

(1) PB nr. L 339 van 31. 12. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 178 van 22. 6. 1982, blz. 9.

(3) PB nr. L 40 van 12. 2. 1983, blz. 24.