Verordening (EEG) nr. 1979/83 van de Commissie van 18 juli 1983 tot aanvulling van Verordening (EEG) nr. 890/78 betreffende de wijze van certificering van hop
Verordening (EEG) nr. 1979/83 van de Commissie van 18 juli 1983 tot aanvulling van Verordening (EEG) nr. 890/78 betreffende de wijze van certificering van hop
Verordening (EEG) nr. 1979/83 van de Commissie van 18 juli 1983 tot aanvulling van Verordening (EEG) nr. 890/78 betreffende de wijze van certificering van hop
Publicatieblad Nr. L 195 van 19/07/1983 blz. 0034 - 0035
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 28 blz. 0119
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 28 blz. 0119
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 1979/83 VAN DE COMMISSIE
van 18 juli 1983
tot aanvulling van Verordening (EEG) nr. 890/78 betreffende de wijze van certificering van hop
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1696/71 van de Raad van 26 juli 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector hop (1), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1979 (2), en met name op artikel 2, lid 5,
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 890/78 betreffende de wijze van certificering van hop (3), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1979, de minimumeisen voor het in de handel brengen van hop zijn vastgesteld; dat een van deze eisen voor niet-bereide hop het maximumgehalte aan schutblaadjes is;
Overwegende dat het gehalte aan schutblaadjes van hop vooral afhankelijk is van de omstandigheden bij het drogen van het produkt en met name van de duur en de temperatuur bij de droging; dat in sommige gevallen evenwel slechts op voldoende wijze kan worden gedroogd door toepassing van procédés die tot gevolg hebben dat het gehalte aan schutblaadjes hoger is dan het in de bovengenoemde verordening vastgestelde maximumgehalte; dat binnen bepaalde grenzen dit gehalte geen invloed heeft op de eigenlijke kwaliteit van de hop;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het Comité van beheer voor hop,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 890/78 wordt gelezen:
»BIJLAGE 1
MINIMUMEISEN VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN HOPBELLEN
1.2.3,4 // // // // Kenmerk // Omschrijving // Maximumgehalte (in gewichtspercenten) // 1.2.3.4 // // // Bereide hop // Niet-bereide hop // // // // // a) Vochtgehalte // Gehalte aan water // 12 // 14 // b) Gehalte aan bladeren en stengels // Stukken van bladeren van takranken, takranken, stelen van bladeren of van hopbellen; stelen van hopbellen worden slechts vanaf een lengte van 2,5 cm als stengels aangemerkt // 6 // 6 // c) Gehalte aan schutblaadjes // Van de as (rhachis) losgekomen schutblaadjes (bracteae en bracteolae) // (niet van toepassing) // 20 // d) Gehalte aan hopafvallen // Kleine stukjes met een van donkergroen tot zwart variërende kleur die als gevolg van het machinaal plukken in de hop zijn terechtgekomen en over het algemeen niet van de hopbellen afkomstig zijn // 3 // 4 // e) Voor »zaadloze hop" gehalte aan zaden // Rijpe vruchten 43.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is voor het eerst van toepassing op hop van de oogst 1983.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 18 juli 1983.
Voor de Commissie
Poul DALSAGER
Lid van de Commissie van de hopbellen // 2 // 2" // // // //
(1) PB nr. L 175 van 4. 8. 1971, blz. 1. (2) PB nr. L 191 van 19. 11. 1979, blz. 77. (3) PB nr. L 117 van 29. 4. 1978, blz.