Verordening (EEG) nr. 1981/83 van de Commissie van 18 juli 1983 houdende zesde wijziging van Verordening (EEG) nr. 1842/81 ten aanzien van de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen
Verordening (EEG) nr. 1981/83 van de Commissie van 18 juli 1983 houdende zesde wijziging van Verordening (EEG) nr. 1842/81 ten aanzien van de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen
Verordening (EEG) nr. 1981/83 van de Commissie van 18 juli 1983 houdende zesde wijziging van Verordening (EEG) nr. 1842/81 ten aanzien van de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen
Publicatieblad Nr. L 195 van 19/07/1983 blz. 0037 - 0038
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 28 blz. 0122
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 28 blz. 0122
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 1981/83 VAN DE COMMISSIE
van 18 juli 1983
houdende zesde wijziging van Verordening (EEG) nr. 1842/81 ten aanzien van de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1451/82 (2), en met name op artikel 16, lid 6, en artikel 24,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1188/81 van de Raad van 28 april 1981 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen en van de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag, en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3035/80 ten aanzien van bepaalde goederen die niet onder bijlage II van het Verdrag vallen (3), en met name op artikel 12,
Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 1842/81 van de Commissie (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2938/82 (5), de uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld inzake de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen;
Overwegende dat in sommige gevallen gebruik wordt gemaakt van groene mout in plaats van normale mout; dat derhalve het toegestane vochtgehalte van dat produkt moet worden bepaald evenals de coëfficiënt voor de omrekening van groene mout in mout met een vochtgehalte van 7 %;
Overwegende dat »grain whisky" in artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 1842/81 wordt omschreven als een produkt verkregen uit 15 % gerst of een overeenkomstige hoeveelheid mout, en 85 % granen; dat deze hoeveelheden een normaal gemiddelde aangeven maar in vele gevallen groter of kleiner zijn dan de hoeveelheden die in elke distilleerderij werkelijk worden gebruikt; dat het derhalve dienstig is om in artikel 17 elke verwijzing naar die hoeveelheden te schrappen;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 1842/81 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, lid 3, wordt gelezen:
»3. Voor de toepassing van deze verordening en voor wat betreft granen moet voor de betaling worden uitgegaan van het nettogewicht van de granen indien het vochtgehalte daarvan niet hoger is dan 16 %. Bedraagt het vochtgehalte van de gebruikte granen meer dan 16 % doch niet meer dan 17 %, dan moet voor de betaling worden uitgegaan van het nettogewicht verminderd met 1 %. Bedraagt het vochtgehalte van de gebruikte granen meer dan 17 % doch niet meer dan 18 %, dan geldt een vermindering met 2 %. Bedraagt het vochtgehalte van de gebruikte granen meer dan 18 %, dan geldt een vermindering met 2 % per procent vocht boven het vochtgehalte van 16 %.
Voor de toepassing van deze verordening en voor wat andere mout dan de in artikel 10 bedoelde groene mout betreft, moet voor de betaling worden uitgegaan van het nettogewicht van de mout indien het vochtgehalte niet hoger is dan 7 %. Bedraagt het vochtgehalte van de gebruikte mout meer dan 7 %, doch niet meer dan 8 % dan moet voor de betaling worden uitgegaan van het nettogewicht verminderd met 1 %. Bedraagt het vochtgehalte van de mout meer dan 8 % dan geldt een vermindering met 2 % per procent vocht boven een vochtgehalte van 7 %.
De communautaire referentieonderzoekmethode voor de bepaling van het vochtgehalte van de granen en van de mout die bestemd zijn voor de bereiding van de in Verordening (EEG) nr. 1188/81 bedoelde alcoholhoudende dranken, is de methode die is beschreven in bijlage II van Verordening (EEG) nr. 2731/75.".
2. Artikel 10 wordt gelezen:
»Artikel 10
De in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 1188/81 bedoelde coëfficiënt voor de omrekening van mout in gerst bedraagt 1,33.
Wanneer de onder controle geplaatste mout groene mout is met een vochtgehalte van 43 à 47 %, wordt voor de omrekening van groene mout in mout met een vochtgehalte van 7 % de coëfficiënt 0,57 toegepast.".
3. Artikel 17 wordt gelezen:
»Artikel 17
Voor de toepassing van artikel 16:
a) wordt »grain whisky" geacht te zijn verkregen uit mout en granen;
b) wordt »malt whisky" geacht uitsluitend uit mout te zijn verkregen;
c) wordt »Irish whiskey categorie A" geacht te zijn verkregen uit mout en granen. Het aandeel van de mout bedraagt minder dan 30 %;
d) wordt »Irish whiskey categorie B" geacht te zijn verkregen uit gerst en mout, met ten minste 30 % mout;
e) wordt het procentuele aandeel van de verschillende graansoorten die bij de bereiding van de in artikel 13, lid 2, bedoelde alcoholhoudende dranken zijn gebruikt, bepaald aan de hand van de totale hoeveelheden van de verschillende graansoorten die worden gebruikt voor de bereiding van de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1188/81 bedoelde alcoholhoudende dranken.".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 1983.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 18 juli 1983.
Voor de Commissie
Poul DALSAGER
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.
(2) PB nr. L 164 van 14. 6. 1982, blz. 1.
(3) PB nr. L 121 van 5. 5. 1981, blz. 3.
(4) PB nr. L 183 van 4. 7. 1981, blz. 10.
(5) PB nr. L 308 van 4. 11. 1982, blz. 12.