Verordening (EEG) nr. 2089/83 van de Commissie van 25 juli 1983 tot vaststelling voor het verkoopseizoen 1982/1983 voor lijnzaad, van de gemiddelde wereldmarktprijs, het indicatieve rendement en het bedrag waarmee de te betalen steun in Griekenland verminderd wordt
Verordening (EEG) nr. 2089/83 van de Commissie van 25 juli 1983 tot vaststelling voor het verkoopseizoen 1982/1983 voor lijnzaad, van de gemiddelde wereldmarktprijs, het indicatieve rendement en het bedrag waarmee de te betalen steun in Griekenland verminderd wordt
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 2089/83 VAN DE COMMISSIE
van 25 juli 1983
tot vaststelling voor het verkoopseizoen 1982/1983 voor lijnzaad, van de gemiddelde wereldmarktprijs, het indicatieve rendement en het bedrag waarmee de te betalen steun in Griekenland verminderd wordt
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 569/76 van de Raad van 15 maart 1976 tot vaststelling van bijzondere maatregelen voor lijnzaad (1), en met name op artikel 2, lid 4,
Overwegende dat er jaarlijks een gemiddelde wereldmarktprijs voor lijnzaad moet worden vastgesteld volgens de criteria van Verordening (EEG) nr. 1774/76 van de Raad (2);
Overwegende dat in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1799/76 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1977/80 (4), is bepaald dat die gemiddelde wereldmarktprijs gelijk is aan het rekenkundig gemiddelde van de in dat artikel bedoelde wekelijkse wereldmarktprijzen die gedurende een representatief tijdvak zijn geconstateerd;
Overwegende dat het tijdvak van 6 september 1982 tot en met 25 maart 1983 als het meest representatieve tijdvak voor de verkoop van lijnzaad uit de Gemeenschap kan worden beschouwd; dat dit tijdvak derhalve in aanmerking dient te worden genomen;
Overwegende dat toepassing van al deze bepalingen ertoe leidt, de gemiddelde wereldmarktprijs van lijnzaad vast te stellen zoals hierna vermeld;
Overwegende dat artikel 81, lid 3, van de Akte van Toetreding van Griekenland bepaalt dat de steun voor lijnzaad dat in die Lid-Staat is geoogst verminderd wordt met de invloed van de douanerechten die door Griekenland bij de invoer van dit produkt uit derde landen worden toegepast;
Overwegende dat de steun krachtens artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 569/76 moet worden toegekend voor een produktie die wordt berekend door toepassing van een indicatief rendement op de ingezaaide en geoogste oppervlakten; dat dit rendement moet worden vastgesteld volgens de criteria van de Verordeningen (EEG) nr. 569/76 en (EEG) nr. 1774/76;
Overwegende dat de producerende Lid-Staten overeenkomstig artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1799/76 aan de Commissie de uitkomsten hebben medegedeeld van de in artikel 2 bis, lid 2, van die verordening bedoelde steekproeven naar de zaadopbrengst per hectare van elk van de in de artikelen 7 bis en 10 bis van dezelfde verordening bedoelde vlassoorten in de verschillende homogene produktiegebieden; dat op grond van deze gegevens het indicatieve rendement aan lijnzaad moet worden vastgesteld zoals hierna vermeld;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het verkoopseizoen 1982/1983 wordt de gemiddelde wereldmarktprijs van lijnzaad vastgesteld op 26,638 Ecu per 100 kg.
Artikel 2
Voor het verkoopseizoen 1982/1983 wordt de steun voor lijnzaad met 0,210 Ecu per 100 kg verminderd voor zaad dat in Griekenland is geoogst.
Artikel 3
Voor het verkoopseizoen 1982/1983 worden het indicatieve rendement en de betrokken produktiegebieden voor lijnzaad vastgesteld in de bijlage.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 25 juli 1983.
Voor de Commissie
Poul DALSAGER
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 67 van 15. 3. 1976, blz. 29.
(2) PB nr. L 199 van 24. 7. 1976, blz. 1.
(3) PB nr. L 201 van 27. 7. 1976, blz. 14.
(4) PB nr. L 192 van 26. 7. 1980, blz. 24.
BIJLAGE
Indicatief rendement (kg/ha) en betrokken produktiegebieden
I. VEZELVLAS
1.2.3 // // // // // Geroot, niet ontzaad vlas // Ander vlas // // // // Zone I: // 1 600 // 1 850 // De streken IJsselmeerpolders en Droogmakerijen Noord-Holland alsook Noordelijk Kleigebied in Nederland // // // Zone II: // 1 380 // 1 570 // 1. De streken Droogmakerijen Zuid-Holland en Zuid-Westelijk Kleigebied in Nederland 2. De volgende Belgische gemeenten: Assenede, Beveren-Waas, Blankenberge, Bredene, Brugge, Damme, De Haan, De Panne, Diksmuide (zonder Vladslo en Woumen), Gistel, Jabbeke, Knokke-Heist, Koksijde, Lo-Reninge, Middelkerke, Nieuwpoort, Oostende, Oudenburg, Sint-Laureins, Veurne en Zuienkerke // // // Zone III: // 1 280 // 1 430 // 1. Overige gebieden in Nederland 2. Overige gebieden in België 3. De volgende Franse gebieden: - het departement Nord - de arrondissementen Béthune, Lens, Calais, Saint-Omer, en het kanton Marquise in het departement Pas-de-Calais - de arrondissementen Saint-Quentin en Vervins in het departement Aisne - het arrondissement Charleville-Mézières in het departement Ardennes // // // Zone IV: // 1 030 // 1 250 // De volgende Franse gebieden: - de arrondissementen Arras, Boulogne-sur-Mer zonder het kanton Marquise, alsook Montreuil in het departement Pas-de-Calais - het departement Somme - de arrondissementen Beauvais, Clermont en Compiègne in het departement Oise // // // Zone V: // 1 050 // 1 140 // De volgende Franse gebieden: - de arrondissementen Rethel, Sedan en Vouziers in het departement Ardennes - de arrondissementen Laon, Soissons, en Château-Thierry in het departement Aisne - het departement Marne - het arrondissement Senlis in het departement Oise - de departementen Seine-et-Marne, Essonne, Yvelines, Val-d'Oise, Hauts-de-Seine, Seine-Saint-Denis, Val-de-Marne, Eure-et-Loir, Loir-et-Cher, Sarthe - de arrondissementen Alençon en Mortagne-au-Perche in het departement Orne // // // Zone VI: // 950 // 1 260 // Overige gebieden van de Gemeenschap // // // // //
II. OLIEVLAS
1.2 // // // Zone I: // 2 070 // Ierland en het Verenigd Koninkrijk // // Zone II: // 1 810 // De volgende Franse gebieden: - het departement Aube in de streek Champagne-Ardenne - de departementen Seine-et-Marne en Essonne in de streek Île-de-France - de departementen Eure-et-Loir, Indre en Loiret in de streek Centre // // Zone III: // 1 320 // De volgende Franse gebieden: - het departement Allier in de streek Auvergne - de departementen Aisne en Oise in de streek Picardie - de departementen Côte-d'Or en Nièvre in de streek Bourgogne // // Zone IV: // 830 // 1. Denemarken en de Duitse Bondsrepubliek 2. De volgende Franse gebieden: - het departement Deux-Sèvres in de streek Poitou-Charentes - het departement Haute-Marne in de streek Champagne-Ardenne - het departement Meuse in de streek Lorraine - het departement Yonne in de streek Bourgogne - het departement Yvelines in de streek Île-de-France // // Zone V: // 750 // Overige gebieden van de Gemeenschap // // //