Home

Verordening (EEG) nr. 2333/83 van de Commissie van 11 augustus 1983 betreffende de indeling van goederen onder post 15.06 van het gemeenschappelijk douanetarief

Verordening (EEG) nr. 2333/83 van de Commissie van 11 augustus 1983 betreffende de indeling van goederen onder post 15.06 van het gemeenschappelijk douanetarief

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2333/83 VAN DE COMMISSIE

van 11 augustus 1983

betreffende de indeling van goederen onder post 15.06 van het gemeenschappelijk douanetarief

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 97/69 van de Raad van 16 januari 1969 betreffende de maatregelen die moeten worden getroffen voor de uniforme toepassing van de Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland, inzonderheid op artikel 3,

Overwegende dat, ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, bepalingen dienen te worden vastgesteld met betrekking tot de indeling van een produkt bestaande uit gedeeltelijk gehydrolyseerd varkensvet, door de inwerking van sterke zuren verkregen als bijprodukt bij de winning van gelatine uit varkenshuiden, gekenmerkt door een gehalte aan vrije vetzuren, berekend als oliezuur, van 10 % of meer en door een peroxydegetal van ongeveer 5 of meer;

Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief, dat als bijlage is gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3000/82 (3), post 15.01 betrekking heeft op reuzel, ander varkensvet en vet van pluimvee, geperst, gesmolten of met behulp van oplosmiddelen geëxtraheerd; dat post 15.06 betrekking heeft op andere vetten en oliën van dierlijke oorsprong (klauwolie, beendervet, afvalvet, enz.);

Overwegende dat het betrokken produkt wegens de wijze waarop het wordt verkregen, niet kan worden ingedeeld onder post 15.01; dat het bijgevolg onder post 15.06 dient te worden ingedeeld;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Een produkt bestaande uit gedeeltelijk gehydrolyseerd varkensvet, door de inwerking van sterke zuren verkregen als bijprodukt bij de winning van gelatine uit varkenshuiden, gekenmerkt door een gehalte aan vrije vetzuren, berekend als oliezuur, van 10 % of meer en door een peroxydegetal van ongeveer 5 of meer, wordt in het gemeenschappelijk douanetarief ingedeeld onder post:

15.06 Andere vetten en oliën, van dierlijke oorsprong (klauwolie, beendervet, afvalvet, enz.).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de eenentwintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 11 augustus 1983.

Voor de Commissie

Étienne DAVIGNON

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 14 van 21. 1. 1969, blz. 1.

(2) PB nr. L 172 van 22. 7. 1968, blz. 1.

(3) PB nr. L 318 van 15. 11. 1982, blz. 1.