Home

84/131/EEG: Besluit van de Commissie van 5 maart 1984 tot aanvaarding van een in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van handbreigarens van bepaalde synthetische vezels, van oorsprong uit Turkije, aangeboden verbintenis en tot beëindiging van die procedure

84/131/EEG: Besluit van de Commissie van 5 maart 1984 tot aanvaarding van een in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van handbreigarens van bepaalde synthetische vezels, van oorsprong uit Turkije, aangeboden verbintenis en tot beëindiging van die procedure

*****

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 5 maart 1984

tot aanvaarding van een in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van handbreigarens van bepaalde synthetische vezels, van oorsprong uit Turkije, aangeboden verbintenis en tot beëindiging van die procedure

(84/131/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3017/79 van de Raad van 20 december 1979 betreffende beschermende maatregelen tegen de invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1580/82 (2), inzonderheid op artikel 10,

Na overleg in het kader van het in genoemde verordening bedoelde Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. Procedure

(1) De Commissie heeft in november 1982 een klacht ontvangen, ingediend door het Comité voor de industrie van woltextiel in de Europese Economische Gemeenschap (Interlaine), namens 84 producenten in de Gemeenschap die vrijwel de gehele communautaire produktie op dit gebied voor hun rekening nemen. De klacht bevatte voldoende geacht bewijsmateriaal van dumping en van daaruit voortvloeiende aanzienlijke schade om inleiding van een procedure te rechtvaardigen. Bijgevolg heeft de Commissie met een bericht in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (3) de inleiding aangekondigd van een anti-dumpingprocedure betreffende de invoer in de Gemeenschap van handbreigarens van bepaalde synthetische vezels, vallende onder de posten 56.05 ex A en 56.06 ex A van het gemeenschappelijk douanetarief, overeenkomend met de NIMEXE-codes ex 56.05-21, 23, 25, 28, 32, 34, 36 en ex 56.06-11 en 15, van oorsprong uit Turkije, en is zij een onderzoek begonnen.

(2) De Commissie heeft de naar haar weten belanghebbende exporteurs en importeurs, alsook de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de indieners van de klacht daarvan officieel in kennis gesteld en de rechtstreeks belanghebbende partijen in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk bekend te maken en te verzoeken om te worden gehoord.

(3) De producenten die de klacht indienden, de bekende exporteurs en enige importeurs hebben hun standpunt schriftelijk medegedeeld. Een van de exporteurs en de door hun vereniging vertegenwoordigde grote importeurs verzochten te worden gehoord, hetgeen hen is toegestaan.

(4) Een van de exporteurs verzocht om een ontmoeting met de andere rechtstreeks belanghebbende partijen, ten einde zijn argumenten te laten gelden. De Commissie was bereid dit verzoek in te willigen doch de exporteur, die het verzoek indiende, zag er uiteindelijk van af om onder de door de andere partij gestelde voorwaarden, van die gelegenheid gebruik te maken.

(5) De Commissie heeft alle inlichtingen die zij voor een voorlopige vaststelling van dumping nodig achtte, verzameld en geverifieerd en zij heeft ten kantore van de volgende bedrijven een onderzoek ingesteld:

EEG-producenten:

- Filature de l'Espierres SA, België,

- Kammgarnspinnerei Wilhelmshaven AG, Bondsrepubliek Duitsland,

- Schoeller Eitorf AG, Bondsrepubliek Duitsland,

- Ets Caullier & Delaoutre, Frankrijk,

- Ets Carlos Lecoutre & Fils, Frankrijk,

- Hayfield Textiles Ltd, Verenigd Koninkrijk,

- Sirdar Ltd, Verenigd Koninkrijk,

- NV Koninklijke D.S. van Schuppens en Zn, Nederland,

- Leidsche Wolspinnerij NV, Nederland;

Exporteurs en producenten uit derde landen:

- AK-PA Tekstil Ihracat Pazarlama AS, als exportmaatschappij voor:

- AK-SU Iplik Dokuma ve Boya Apre Fabrikalari TAS,

- AK-AL Tekstil Sanayii AS,

- Emboey-Yuentas , Birles , ik Kamgarn ve Straygarn Iplik Imalciligi AS,

- OMPA Tekstil Pazarlama ve Ihracat AS, als exportmaatschappij voor ORMO Yuen Iplik Sanayii ve Ticaret AS,

allen te Istamboel, Turkije;

EEG-importeurs of -agenten:

- Rump & Sohn GmbH & Co., Bondsrepubliek Duitsland,

- W. Harbeck, Bondsrepubliek Duitsland,

- J. Newton Burton Ltd, Verenigd Koninkrijk.

(6) De Commissie heeft op haar verzoek van de producenten in de Gemeenschap, die de klacht hebben ingediend, van de bekende exporteurs en van enige importeurs gedetailleerde schriftelijke gegevens ontvangen en deze voor zover nodig geverifieerd.

Het dumping-onderzoek bestreek de periode van januari tot december 1982.

B. Normale waarde

Verkopen in het normale handelsverkeer op de binnenlandse markt

(7) De normale waarde werd voorlopig vastgesteld op basis van de gewogen gemiddelde binnenlandse prijzen van die producenten die naar de Gemeenschap uitvoerden.

C. Prijs bij uitvoer

(8) De prijzen bij uitvoer werden met één uitzondering vastgesteld op basis van de daadwerkelijk betaalde of te betalen prijzen voor de produkten die voor uitvoer naar de Gemeenschap worden verkocht.

(9) Één exporteur had zijn leveringen naar de Gemeenschap gefactureerd via een als tussenschakel optredende firma in een derde land. De aan deze firma in rekening gebrachte prijzen bij uitvoer konden niet worden aangemerkt als in het normale handelsverkeer tot stand te zijn gekomen. De Commissie heeft derhalve bij de berekening van de prijzen bij uitvoer voor deze exporteur de prijzen als grondslag genomen waartegen het ingevoerde produkt voor de eerste maal aan een onafhankelijke koper in de Gemeenschap werd doorverkocht. Deze prijzen hebben dan, naar behoren rekening houdend met alle tussen de invoer en de wederverkoop voorvallende kosten, aanpassing ondergaan.

D. Vergelijking

(10) Bij de vergelijking van de normale waarde met de prijzen bij uitvoer heeft de Commissie, waar nodig, rekening gehouden met de verschillen die op de vergelijkbaarheid van de prijzen van invloed zijn voor zover die verschillen konden worden aangetoond. Het ging hierbij voornamelijk om vrijstelling van invoerrechten en binnenlandse omzetbelasting voor de voor de vervaardiging van de uitgevoerde handbreigarens gebruikte grondstoffen alsook om bepaalde kostenbesparingen bij de vervaardiging van grote partijen voor de uitvoer.

Bovendien werd om nog andere aanpassingen verzocht en wel voor verschillen in garendikte, betalingsvoorwaarden en waardecorrecties bij dubieuze vorderingen. Daar het ingediende bewijsmateriaal echter niet toereikend was om in rechtstreeks verband met de desbetreffende verkopen de feitelijke invloed van deze verschillen op de prijzen onomstotelijk vast te stellen, is de Commissie daarvoor niet tot aanpassing overgegaan. Alle vergelijkingen werden in het stadium af-fabriek gemaakt.

E. Marges

(11) Uit het hiervóór weergegeven voorlopig onderzoek van de feiten blijkt dat wat AK-PA Tekstil Ihracat Pazarlama AS betreft, als exporteur voor:

- AK-SU Iplik Dokuma ve Boya Apre Fabrikalari TAS,

- AK-AL Tekstil Sanayii AS,

- Emboey-Yuentas , Birles , ik Kamgarn ve Straygarn Iplik Imalciligi AS,

allen te Istamboel, Turkije, dumping plaatsvindt, waarbij de dumpingmarge gelijk is aan het bedrag waarmee de prijs voor uitvoer naar de Gemeenschap onder de vastgestelde normale waarde ligt. Voor deze exporteur blijkt de gewogen gemiddelde dumpingmarge voor de genoemde produkten 17,8 % te zijn.

Bij Haskoey Yuen Iplik Fabrikasi AS, Istamboel, Turkije, werd een gewogen gemiddelde dumpingmarge van 0,9 % vastgesteld, terwijl bij de andere betrokken exporteurs en wel:

- OMPA Tekstil Pazarlama ve Ihracat AS, als exporteur voor ORMO Yuen Iplik Sanayii ve Ticaret AS,

en

- EDPA Tekstil Pazarlama Ticaret ve Sanayii AS, als exporteur voor Sa £ gmal Iplik ve Dokuma Sanayii,

allen te Istamboel, Turkije, geen dumping werd vastgesteld. F. Schade

(12) Met betrekking tot de door de invoer met dumping veroorzaakte schade blijkt uit het de Commissie ter beschikking staande bewijsmateriaal dat de invoer in de Gemeenschap van de genoemde produkten uit Turkije die 334 000 kg in 1980 en 201 000 kg in 1981 bedroeg, in het jaar 1982 sterk gestegen is tot 1 184 000 kg en dat het marktaandeel hiervan in de Bondsrepubliek Duitsland, de zwaarst getroffen markt, in dat tijdvak van 0,3 % tot 6,1 % is toegenomen. Dit wordt nog ernstiger door het feit dat de markt voor synthetische handbreigarens in de Gemeenschap een breed gamma van garens met en zonder merk en met sterk variërende prijzen omvat en de penetratie van de Turkse garens bijna exclusief op het bijzonder prijsgevoelige gebied van de standaardgarens zonder merk plaatsvond. Op dit marktsegment is het Turkse aandeel in de Bondsrepubliek Duitsland in 1982 naar raming van ongeveer nul tot meer dan 20 % gestegen, hetgeen alleen aan de invoer met dumping van de AK-PA Tekstil Ihracat Pazarlama AS is toe te schrijven, die zich op deze markt, die ook voor andere producenten in de Gemeenschap een belangrijk afzetgebied is, concentreerde.

(13) In vergelijking met de goedkope garens zonder merk lagen de wederverkoopprijzen van de Turkse invoer in het tijdvak waarop het onderzoek betrekking had, tot 15 % onder de prijzen van de producenten in de Gemeenschap en daarmee onder het prijsniveau dat benodigd zou zijn geweest om de producenten van de Gemeenschap in staat te kunnen stellen hun kosten te dekken en een redelijke winst te behalen.

(14) De gevolgen voor de betreffende industrietak van de Gemeenschap, in het bijzonder die ondernemingen die een groot deel van de standaardprodukten zonder merk vervaardigen, kwamen vooral tot uiting in een vermindering van de produktie, afzet en marktaandelen alsook in een duidelijke prijsafbraak, verbonden met aanzienlijke verminderingen van de netto-opbrengsten of met stijgende verliezen.

(15) De Commissie heeft nagegaan of schade door andere factoren, zoals hoeveelheid en prijzen van niet-gedumpte invoer of veranderingen in de vraag, werd veroorzaakt. Vastgesteld werd dat de invoer uit alle andere landen te zamen van 1980 tot 1982 tussen 2 344 000 kg en 2 644 000 kg schommelde en het marktaandeel van die landen in dat tijdperk slechts in geringe mate van 6,2 % tot 6,8 % toenam, waarbij de gemiddelde waarde van de invoer van de meeste andere leverancierslanden die aanmerkelijke hoeveelheden leverden, duidelijk hoger lag dan die van de Turkse invoer. Het verbruik van synthetische handbreigarens in de Gemeenschap is van 1981 tot 1982 met 2,6 % teruggelopen, terwijl in dat tijdvak, waarin de uitvoer uit Turkije zeer sterk toenam, de produktie met 8,1 % terugliep.

(16) Al deze factoren en vooral de plotselinge sterke stijging van de invoer en de te lage prijzen die zich in een tijd waarin deze bedrijfstak in de Gemeenschap met aanzienlijke moeilijkheden te kampen heeft, duidelijk doen gevoelen, hebben de Commissie tot de vaststelling geleid dat de gevolgen van de invoer met dumping van handbreigarens van bepaalde synthetische vezels, van oorsprong uit Turkije, op zich, als aanzienlijke schade voor de betrokken bedrijfstak in de Gemeenschap opleverend moet worden beschouwd.

G. Belang van de Gemeenschap

(17) De grote importeurs en wederverkopers in de Gemeenschap beweerden dat de invoering van beschermende maatregelen niet in het belang van de Gemeenschap zou zijn, omdat de concurrentie op de markt voor handbreigarens hierdoor in onevenredige mate zou worden beperkt. De Commissie heeft zich ervan vergewist dat vooral in de sector standaardgarens zonder merk, de producenten van de Gemeenschap scherp met elkaar concurreren en dat door de invoer met dumping het toch al betrekkelijk lage prijsniveau op dit gebied nogmaals onder druk werden gezet.

De Commissie is derhalve van mening dat slechts door een passende verhoging van de prijzen voor de Turkse invoer met dumping weer gezonde concurrentiemogelijkheden voor de producenten uit de Gemeenschap kunnen worden geschapen en dat beschermende maatregelen ten aanzien van de uitvoer naar de Gemeenschap van handbreigarens van synthetische vezels door AK-PA Tekstil Ihracat Pazarlama AS, Istamboel, Turkije, in het belang van de Gemeenschap zijn. Aangezien voor Haskoy Yuen Iplik Fabrikasi AS de vastgestelde marge van dumping zeer gering is en de naar de Gemeenschap uitgevoerde hoeveelheden nauwelijks van betekenis zijn en ten aanzien van de uitvoer door OMPA Tekstil Pazarlama ve Ihracat AS en EDPA Tekstil Pazarlama Ticaret ve Sanayii AS, allen te Istamboel, Turkije, geen dumping werd vastgesteld, behoeft niet te worden ingegrepen en kan de procedure tegen deze exporteurs zonder tegenmaatregelen worden beëindigd. H. Verbintenissen

(18) De betrokken exporteurs zijn van de voornaamste resultaten van het voorlopige onderzoek in kennis gesteld en hebben hun opmerkingen dienaangaande laten weten. In het verdere verloop werd door de betrokken Turkse exporteur ten aanzien van de uitvoer naar de Gemeenschap van handbreigarens van bepaalde synthetische vezels een verbintenis aangeboden.

(19) Deze verbintenis zal tot gevolg hebben dat de prijzen voor uitvoer naar de Gemeenschap op een voor de opheffing van de schade vereist niveau worden gebracht. Deze prijsverhogingen overschrijden in geen geval de in het onderzoek vastgestelde marge van dumping.

(20) Onder deze omstandigheden wordt de aangeboden verbintenis aanvaardbaar geacht en de procedure kan derhalve zonder heffing van anti-dumpingrechten worden beëindigd.

(21) Door het Raadgevend Comité werd daartegen geen bezwaar gemaakt,

BESLUIT:

Artikel 1

De Commissie aanvaardt de door AK-PA Tekstil Ihracat Pazarlama AS, als exporteur voor AK-SU Iplik ve Dokuma ve Boya Apre Fabrikalari TAS, AK-AL Tekstil Sanayii AS en Emboey-Yuentas , Birles , ik Kamgarn ve Straygarn Iplik Imalciligi AS, allen te Istamboel, Turkije, in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van handbreigarens uit bepaalde synthetische vezels, vallende onder de tariefposten van het gemeenschappelijk douanetarief 56.05 ex A en 56.06 ex A, overeenkomend met de NIMEXE-codes ex 56.05-21, 23, 25, 28, 32, 34, 36 en ex 56.06-11 en 15, van oorsprong uit Turkije, aangeboden verbintenis.

Artikel 2

De anti-dumpingprocedure inzake de invoer van handbreigarens uit bepaalde synthetische vezels, van oorsprong uit Turkije, wordt hiermee beëindigd.

Gedaan te Brussel, 5 maart 1984.

Voor de Commissie

Étienne DAVIGNON

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 339 van 31. 12. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 178 van 22. 6. 1982, blz. 9.

(3) PB nr. C 102 van 15. 4. 1983, blz. 2.