84/512/EEG: Besluit van de Commissie van 23 oktober 1984 houdende aanvaarding van een in verband met de anti-dumpingprocedure inzake de invoer van paraformaldehyd van oorsprong uit Spanje aangeboden verbintenis en houdende beëindiging van het onderzoek
84/512/EEG: Besluit van de Commissie van 23 oktober 1984 houdende aanvaarding van een in verband met de anti-dumpingprocedure inzake de invoer van paraformaldehyd van oorsprong uit Spanje aangeboden verbintenis en houdende beëindiging van het onderzoek
84/512/EEG: Besluit van de Commissie van 23 oktober 1984 houdende aanvaarding van een in verband met de anti-dumpingprocedure inzake de invoer van paraformaldehyd van oorsprong uit Spanje aangeboden verbintenis en houdende beëindiging van het onderzoek
Publicatieblad Nr. L 282 van 26/10/1984 blz. 0058 - 0060
*****
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 23 oktober 1984
houdende aanvaarding van een in verband met de anti-dumpingprocedure inzake de invoer van paraformaldehyd van oorsprong uit Spanje aangeboden verbintenis en houdende beëindiging van het onderzoek
(84/512/EEG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2176/84 van de Raad van 23 juli 1984 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op artikel 10,
Na overleg in het kader van het in de genoemde verordening bedoelde Raadgevend Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
A. Procedure
(1) De Commissie heeft in april 1984 een klacht ontvangen die was ingediend door de Europese Raad van de Bonden van de Chemische Nijverheid (CEFIC) namens de producenten die de gehele produktie in de Gemeenschap van het betrokken produkt verzorgen. De klacht bevatte bewijsmateriaal betreffende dumping en daaruit voortvloeiende aanzienlijke schade, dat voldoende geacht werd om de inleiding van een procedure te rechtvaardigen. De Commissie heeft dienovereenkomstig door een bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (2) de inleiding van een anti-dumpingprocedure betreffende de invoer in de Gemeenschap van paraformaldehyd van post 29.11 G van het gemeenschappelijk douanetarief, overeenkomende met NIMEXE-code 29.11-97, van oorsprong uit Spanje, aangekondigd en is met een onderzoek begonnen.
(2) De Commissie heeft de naar haar weten betrokken exporteur en importeurs, alsmede de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de klagers officieel ervan in kennis gesteld en heeft de rechtstreeks betrokken partijen in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken om te worden gehoord.
(3) Alle bekende producenten in de Gemeenschap, de exporteur en de importeurs, hebben hun standpunten schriftelijk uiteengezet. Geen van hen heeft verzocht te worden gehoord.
(4) Door of namens de kopers in de Gemeenschap van paraformaldehyd zijn er geen stukken voorgelegd.
(5) De Commissie heeft alle inlichtingen die zij voor een voorlopige vaststelling nodig achtte, verzameld en geverifeerd en heeft onderzoeken uitgevoerd ten kantore van:
a) EEG-producenten:
- Organichim SA (CDF - Groep Chemie), Parijs, Frankrijk
- Degussa AG, Frankfurt, Bondsrepubliek Duitsland
- Synthite Ltd, West Bromwich, Verenigd Koninkrijk
- Alder SpA, Triëst, Italië
b) exporteur:
Formol y Derivados SA, Barcelona, Spanje
c) EEG-importeur:
Chimilux SA, Parijs, Frankrijk.
(6) Het onderzoek naar dumping bestreek het tijdvak van 1 juni 1983 tot en met 31 mei 1984.
B. Normale waarde
(7) De normale waarde werd voorlopig vastgesteld op basis van de binnenlandse prijzen van de Spaanse producent die naar de Gemeenschap uitvoerde en die met betrekking tot verkopen aan afnemers zonder zakelijke binding voldoende gegevens heeft overgelegd.
C. Prijs bij uitvoer
(8) De prijzen bij uitvoer werden vastgesteld op basis van de prijzen die voor het voor uitvoer naar de Gemeenschap verkochte produkt feitelijk werden betaald.
D. Vergelijking
(9) De Commissie heeft bij de vergelijking van de normale waarde met de prijs bij uitvoer waar dienstig rekening gehouden met verschillen in verkoopvoorwaarden die op de vergelijkbaarheid van de prijzen van invloed zijn en heeft voor verschillen in kredietvoorwaarden, commissies en vervoerkosten correcties aangebracht.
(10) Door de exporteur werd een verzoek om een aanpassing ingediend ten einde rekening te houden met een prijsverschil als gevolg van een kwantumkorting aan de voornaamste afnemer op de Spaanse markt. De Commissie is met betrekking tot de betrokken kwaliteiten op dit verzoek ingegaan, aangezien aan de voorwaarden in artikel 2, lid 10, sub b), i), van Verordening (EEG) nr. 2176/84 naar haar mening was voldaan.
(11) Bovendien had de exporteur verzocht om een aanpassing ten einde rekening te houden met het feit dat de naar de Gemeenschap uitgevoerde hoeveelheden aanzienlijk groter zijn geweest dan de op de Spaanse binnenlandse markt verkochte hoeveelheden. De Commissie heeft dit verzoek om aanpassing afgewezen, stellende dat de exporteur niet bewezen heeft dat er, als vastgesteld in artikel 2, lid 10, sub b), ii), van genoemde verordening, op de produktiekosten van verschillende uitgevoerde hoeveelheden besparingen werden gemaakt.
(12) Ook verzocht de Spaanse exporteur de Commissie op grond van artikel 2, lid 10, sub b), van genoemde verordening rekening te houden met de belastingteruggave bij uitvoer (»Desgravación fiscal"), dat wil zeggen de terugbetaling door de Spaanse overheid bij uitvoer van het betrokken produkt van een bedrag dat overeenkomt met de in de loop van het produktieproces verschuldigde belastingen. Los van de vraag of en in hoeverre het verzoek in aanmerking kon worden genomen, is de Commissie daarop niet ingegaan, aangezien de Spaanse exporteur geen afdoende bewijsmateriaal heeft voorgelegd inzake het bedrag van de belastingen die in verband met de uitvoer van het betrokken produkt door de Spaanse overheid zijn terugbetaald.
Verder kan de vraag of de belastingteruggave een uitvoersubsidie is, alleen maar onderzocht worden ingeval in verband met de subsidie een klacht was neergelegd en een procedure dienovereenkomstig was ingeleid.
(13) Alle vergelijkingen zijn af-fabriek gemaakt.
E. Marge
(14) Uit voorgaand voorlopig onderzoek van de feiten blijkt het bestaan van dumping van de kant van de Spaanse exporteur, waarbij de dumpingmarge gelijk is aan het bedrag waarmee de geconstateerde normale waarde de prijs bij uitvoer naar de Gemeenschap te boven gaat. De gewogen gemiddelde marge bedraagt 17,4 %.
F. Schade
(15) Met betrekking tot de door de invoer met dumping veroorzaakte schade blijkt uit het de Commissie beschikbare bewijsmateriaal dat de invoer in de Gemeenschap uit Spanje van paraformaldehyd van 853 ton in 1980 tot 2 776 ton in 1982 is toegenomen. In 1983 nam deze invoer tot 3 392 ton toe, en gedurende de eerste vijf maanden van 1984 beliep zij 1 461 ton, hetgeen met 3 506 ton op jaarbasis overeenkomt.
(16) De ontwikkeling van deze invoer komt neer op een stijging van het marktaandeel van het land van uitvoer tussen 1980 en 1982 van 3,4 % tot 11,2 %. Bovendien geeft zij een verdere stijging van het marktaandeel in 1983 tot 12,9 % te zien. Het daarna in de eerste vijf maanden van 1984 bereikte marktaandeel wordt op 11,3 % geraamd.
(17) De wederverkoopprijzen van de met dumping ingevoerde produkten lagen gedurende het onderzoektijdvak tot 18 % onder de prijzen van de producenten in de Gemeeenschap.
(18) Het gevolg daarvan voor de bedrijfstak van de Gemeenschap was tussen 1980 en 1982 een verlaging van de produktie en van de verkopen binnen de Gemeenschap met onderscheidenlijk 2 % en 9,5 %. Deze ontwikkeling weerspiegelt zich in een vermindering van het marktaandeel van de producenten in de Gemeenschap van 96,2 % tot 88,5 % over hetzelfde tijdvak tegenover een toeneming ervan wat de invoer met dumping betreft.
(19) Er is aangevoerd dat in 1983 en gedurende de eerste vijf maanden van 1984 de produktie en de verkopen van de producenten in de Gemeen schap zijn toegenomen. Dit was evenwel meer vanwege hun verkopen buiten dan op de markt van de Gemeenschap. Bovendien viel het marktaandeel van de producenten in de Gemeenschap, ondanks deze stijging, in 1983 nog verder terug tot 85,9 %.
Gedurende de eerste vijf maanden van 1984 nam hun marktaandeel naar schatting toe, maar niet voldoende om het in 1983 opgelopen verlies goed te maken.
(20) Het merendeel van de producenten in de Gemeenschap heeft ook te kampen met een aanzienlijke druk op de prijzen, waardoor het hun onmogelijk was ter dekking van hun gestegen produktiekosten de verkoopprijzen te verhogen. Enkelen hunner moesten hun verkoopprijzen verlagen.
(21) De rendementspositie van de meeste producenten in de Gemeenschap heeft zich sinds 1980 negatief ontwikkeld, ofschoon er sedert begin 1984 enige verbetering schijnt te hebben plaatsgevonden.
(22) De Commissie heeft overwogen of er schade is veroorzaakt door andere factoren zoals de ontwikkeling van het verbruik van het produkt. De Commissie heeft wat dit aangaat vastgesteld dat, terwijl het verbruik in de Gemeenschap tussen 1980 en 1982 met 1,4 % is verminderd, het marktaandeel van de ingevoerde produkten met 7,8 % is gestegen, terwijl dat van de producenten uit de Gemeenschap gedurende hetzelfde tijdvak met 7,7 % is verminderd. De afneming van het verbruik in dit tijdvak wordt derhalve beschouwd als van negatieve invloed te zijn voor de producenten in de Gemeenschap maar niet voor de ingevoerde produkten. Bovendien is, ondanks de stijging van het verbruik in de Gemeenschap in 1983 met 6,6 %, het marktaandeel van de producenten in de Gemeenschap verder teruggelopen (zie overweging 19), terwijl er een verdere stijging van het marktaandeel van de invoer met dumping heeft plaatsgevonden.
De omvang van de invoer met dumping, het marktaandeel ervan en de prijzen waartegen de aldus ingevoerde produkten in de Gemeenschap te koop worden aangeboden, hebben de Commissie tot de vaststelling geleid dat de gevolgen van de invoer met dumping van paraformaldehyd van oorsprong uit Spanje, op zich beschouwd dienen te worden als oorzaak van aanzienlijke schade voor de betrokken bedrijfstak van de Gemeenschap.
G. Belang van de Gemeenschap
(23) De Spaanse exporteur heeft aangevoerd dat het niet in het belang van de Gemeenschap is om op te treden, aangezien dit alleen zou dienen ter bescherming van de producenten in de Gemeenschap met een technologie en een produktieproces die minder efficiënt zijn. Als er evenwel wordt opgetreden, zou dit niet bedoeld zijn om de producenten in de Gemeenschap tegen efficiëntere producenten in derde landen te beschermen, doch dienen als bescherming tegen oneerlijke mededinging van een exporteur die zijn produkten in de Gemeenschap tegen dumpingprijzen heeft verkocht en aanzienlijke schade aan de betrokken bedrijfstak in de Gemeenschap heeft veroorzaakt.
(24) Met het oog op de bijzonder ernstige moeilijkheden voor de bedrijfstak van de Gemeenschap, is de Commissie tot de bevinding gekomen dat het in het belang van de Gemeenschap is om op te treden.
H. Verbintenis
(25) De betrokken exporteur is in kennis gesteld van de voornaamste bevindingen van het voorlopig onderzoek en heeft zijn opmerkingen ter zake voorgelegd. Vervolgens werd door Formol y Derivados SA een verbintenis aangeboden betreffende haar uitvoer van paraformaldehyd naar de Gemeenschap.
Als gevolg van deze verbintenis zullen de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap worden verhoogd tot het peil dat nodig is om de dumping op te heffen. Het gewogen gemiddelde van deze verhoging overschrijdt in geen geval de gewogen gemiddelde dumpingmarge die bij het onderzoek is geconstateerd.
Onder deze omstandigheden wordt de aangeboden verbintenis aanvaardbaar geacht en kan het onderzoek derhalve zonder instelling van een anti-dumpingrecht worden beëindigd.
(26) In het Raadgevend Comité is tegen deze gang van zaken geen bezwaar gerezen,
BESLUIT:
Artikel 1
De verbintenis die door Formol y Derivados SA, te Barcelona, in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van paraformaldehyd van post 29.11 G van het gemeenschappelijk douanetarief, overeenkomende met NIMEXE-code 29.11-97, van oorsprong uit Spanje, is aangeboden, wordt aanvaard.
Artikel 2
Het onderzoek in verband met de anti-dumpingprocedure bedoeld in artikel 1 wordt beëindigd.
Gedaan te Brussel, 23 oktober 1984.
Voor de Commissie
Antonio GIOLITTI
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 201 van 30. 7. 1984, blz. 1.
(2) PB nr. C 145 van 1. 6. 1984, blz. 7.