Home

Verordening (EEG) nr. 378/84 van de Commissie van 13 februari 1984 houdende voorschriften ter uitvoering van de bijstandsbeschikkingen inzake projecten voor de herstructurering, modernisering en ontwikkeling van de visserij, alsmede voor de ontwikkeling van de aquicultuur

Verordening (EEG) nr. 378/84 van de Commissie van 13 februari 1984 houdende voorschriften ter uitvoering van de bijstandsbeschikkingen inzake projecten voor de herstructurering, modernisering en ontwikkeling van de visserij, alsmede voor de ontwikkeling van de aquicultuur

Verordening (EEG) nr. 378/84 van de Commissie van 13 februari 1984 houdende voorschriften ter uitvoering van de bijstandsbeschikkingen inzake projecten voor de herstructurering, modernisering en ontwikkeling van de visserij, alsmede voor de ontwikkeling van de aquicultuur

Publicatieblad Nr. L 046 van 16/02/1984 blz. 0011 - 0022
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 04 Deel 3 blz. 0009
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 04 Deel 3 blz. 0009


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 378/84 VAN DE COMMISSIE

van 13 februari 1984

houdende voorschriften ter uitvoering van de bijstandsbeschikkingen inzake projecten voor de herstructurering, modernisering en ontwikkeling van de visserij, alsmede voor de ontwikkeling van de aquicultuur

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2908/83 van de Raad van 4 oktober 1983 inzake een gemeenschappelijke actie voor herstructurering, modernisering en ontwikkeling van de visserij, alsmede voor ontwikkeling van de aquicultuur (1), inzonderheid op artikel 18, lid 4,

Overwegende dat de bewijsstukken met betrekking tot de projecten waarvoor bijstand wordt verleend aan de Commissie worden toegezonden door een door de betrokken Lid-Staat daartoe aangewezen autoriteit of instantie, eventueel via de betrokken Lid-Staat; dat, met het oog op een doeltreffende controle op de uitvoering van deze projecten, de taak van deze instantie, de aard van de bewijsstukken die zijn opgesteld overeenkomstig de bestuursrechtelijke of wettelijke bepalingen van de betrokken Lid-Staat of overeenkomstig de voorschriften van bovenbedoelde autoriteit of instantie, alsmede de in iedere Lid-Staat ingevoerde controlemiddelen gepreciseerd moeten worden;

Overwegende dat de Commissie ervan in kennis moet worden gesteld dat de projecten worden uitgevoerd met inachtneming van de bepalingen en binnen de termijnen die in de bijstandsbeschikkingen zijn vastgesteld;

Overwegende dat voor de betaling van de bijstand of van een gedeelte daarvan moet worden gepreciseerd welke bescheiden de als tussenschakel fungerende autoriteit aan de Commissie moet toezenden om deze de mogelijkheid te bieden vast te stellen of aan alle voorwaarden voor de uitbetaling is voldaan; dat deze bescheiden volledige en op uniforme wijze verstrekte gegevens moeten bevatten om daardoor een snel onderzoek en een uniforme behandeling van de betalingsaanvragen te vergemakkelijken;

Overwegende dat de Commissie de als tussenschakel fungerende autoriteit om aanvullende stukken of bescheiden moet kunnen vragen als zij de documenten die de autoriteit of instantie haar volgens de voorschriften heeft verstrekt ontoereikend acht of de inhoud ervan onvolledig acht om te kunnen nagaan of aan de financiële of andere voorwaarden die voor de projecten zijn gesteld is voldaan;

Overwegende dat voor controles ter plaatse moet worden voorzien in samenwerking tussen de Commissie en de betrokken Lid-Staat, ten einde te bereiken dat deze controles zo doeltreffend mogelijk zijn;

Overwegende dat, voordat een procedure tot schorsing, vermindering of intrekking van de bijstand wordt ingeleid, vooraf de betrokken Lid-Staat moet worden geraadpleegd, opdat deze zijn standpunt kan bepalen en de begunstigden eerst in staat moeten worden gesteld hun opmerkingen te maken;

Overwegende dat, daar de bijstand aan de begunstigde wordt betaald via een door de Lid-Staat aangewezen instantie, de bescheiden die deze instantie aan de Commissie moet verstrekken, moeten worden gepreciseerd;

Overwegende dat het Comité van het EOGFL geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

I. Taak van de met het verstrekken van de bewijsstukken belaste autoriteit of instantie

Artikel 1

1. De autoriteit of instantie belast met het verstrekken van de bewijsstukken als bedoeld in artikel 18, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2908/83, zendt de Commissie, voor alle projecten te zamen, binnen twee maanden na de inwerkingtreding van deze verordening of voor ieder project afzonderlijk binnen twee maanden nadat de beschikking tot het verlenen van bijstand ter kennis werd gebracht, een staat van de bewijsstukken die zij voornemens is te vragen. Wijzigingen in deze staat worden de Commissie binnen twee maanden na de vaststelling ervan medegedeeld. Onder bewijsstuk wordt verstaan ieder stuk dat overeenkomstig de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van de betrokken Lid-Staat of overeenkomstig de voorschriften van bovengenoemde autoriteit of instantie is opgesteld en waarmee kan worden bewezen dat voldaan is aan de financiële of andere voorwaarden die voor een project zijn gesteld.

In bovengenoemde staat worden vermeld:

- de benaming van de bewijsstukken en de bepalingen of maatregelen op grond waarvan zij zijn opgesteld;

- een korte inhoudsomschrijving van deze stukken.

2. De autoriteit of instantie zendt de Commissie binnen de in lid 1 aangegeven termijn tevens een gedetailleerde beschrijving van de controlemethoden waarop zij zich baseert bij het opstellen van het in artikel 3 bedoelde certificaat.

3. De Commissie kan de Lid-Staten verzoeken de staat aan te vullen met andere bewijsstukken die zij noodzakelijk acht om na te gaan of de in de betalingsaanvragen vermelde uitgaven voor subsidiëring in aanmerking komen; hiertoe kan zij ook de Lid-Staten verzoeken hun controles te verscherpen.

Artikel 2

Twee jaar na de kennisgeving van de bijstandsbeschikking, doet de betrokken autoriteit of instantie aan de Commissie een document toekomen waarin de stand van de werkzaamheden met betrekking tot onvoltooide projecten wordt beschreven. Wanneer in tegenstelling tot de in de bijstandsaanvraag vermelde gegevens, die in de bijstandsbeschikking worden overgenomen, aan het einde van deze twee jaar nog niet met de werkzaamheden of maatregelen begonnen is, geeft de autoriteit of instantie de redenen hiervan op; eventueel doet zij de Commissie voldoende, door de begunstigden te verstrekken waarborgen toekomen met betrekking tot de uitvoering van het project in de naaste toekomst.

Artikel 3

Na de uitvoering van een project, of tijdens de uitvoering ervan indien de beschikking van de Commissie voorziet in betaling in gedeelten overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2908/83, zendt de autoriteit of instantie de Commissie een betalingsaanvraag toe waaruit blijkt dat aan de voorwaarden voor uitbetaling is voldaan.

De betalingsaanvragen bestaan uit een certificaat en een opsomming van de bewijsstukken; zij moeten in tweevoud worden ingediend in de in de bijlage aangegeven vorm.

Artikel 4

Betalingen in gedeelten mogen voor iedere investering niet meer bedragen dan:

a) 80 % van de voor die investering verleende bijstand;

b) het percentage van uitvoering der werkzaamheden ten opzichte van de voor die investering verleende bijstand. Dit percentage geeft de verhouding weer tussen het totale bedrag aan werkelijk betaalde facturen of andere bescheiden die betrekking hebben op de subsidiabele uitgaven, en het totale bedrag van de voorziene voor subsidiëring in aanmerking komende kosten.

Wanneer bij de bouw van vissersvaartuigen evenwel uit de aanvraag voor de uitbetaling van een gedeelte van de bijstand blijkt dat tenminste 50 % van de werkzaamheden uitgevoerd is, kan op verzoek van de begunstigde maximaal 80 % van de toegekende bijstand worden uitgekeerd op voorwaarde dat:

- een nauwkeurig door de scheepswerf opgesteld en gewaarmerkt tijdschema der werkzaamheden wordt ingediend,

- de Lid-Staat deze aanvraag goedkeurt.

Artikel 5

Met het oog op een doeltreffende controle op de uitvoering van het project, zendt de autoriteit of instantie aan de Commissie, indien deze daarom verzoekt en binnen de door haar gestelde termijn, bewijsstukken of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften daarvan als bedoeld in artikel 1 of ieder ander document waarmee kan worden bewezen dat is voldaan aan de financiële of andere voorwaarden die voor ieder project zijn gesteld.

Artikel 6

Wanneer de Commissie een controle ter plaatse nodig acht, stelt zij de Lid-Staat op het grondgebied waarvan zij deze controle wil uitvoeren daarvan vooraf in kennis en nodigt zij deze Lid-Staat uit daaraan deel te nemen; de Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om de doeltreffendheid van deze controles te bevorderen.

Artikel 7

Voordat de Commissie de in artikel 18, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2908/83 bedoelde procedure tot schorsing, vermindering of intrekking van de bijstand inleidt:

- stelt zij de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het project moet worden uitgevoerd, hiervan in kennis, zodat deze zijn standpunt ter zake kan bepalen;

- raadpleegt zij de autoriteit of instantie die de bewijsstukken moet toezenden;

- verzoekt zij de begunstigde(n) via deze autoriteit of instantie mede te delen om welke redenen niet aan de gestelde voorwaarden is voldaan.

II. Taak van de voor de uitbetaling als tussenschakel fungerende instantie

Artikel 8

1. Wanneer de Commissie heeft vastgesteld dat aan de financiële of andere voorwaarden die voor het project zijn gesteld is voldaan, keert zij, overeenkomstig het bepaalde in artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2908/83 de subsidie, of wanneer de subsidie in gedeelten wordt uitbetaald, het betrokken gedeelte van de subsidie, ten behoeve van de begunstigde uit.

2. De als tussenschakel fungerende instantie betaalt de subsidie onverwijld aan de begunstigde uit en levert de Commissie hiervan binnen vijftien dagen na die uitbetaling het bewijs.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de eenentwintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 13 februari 1984.

Voor de Commissie

Giorgios CONTOGEORGIS

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 290 van 22. 10. 1983, blz. 1.

BIJLAGE

MODEL 1

CERTIFICAAT VOOR DE UITBETALING VAN EEN GEDEELTE VAN DE BIJSTAND

PROJECT Nr.: .................................... BENAMING:

BEGUNSTIGDE (naam en adres):

.................................... (1), door de nationale overheid als tussenschakel voor de betaling aangewezen instantie, verklaart dat de bewijsstukken die worden genoemd in de overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 378/84 aan de Commissie toegezonden staat zijn gecontroleerd.

OP GROND VAN DEZE CONTROLE KAN HET VOLGENDE WORDEN VERKLAARD:

1. Op .................................... (datum) was het vaartuig » .................................... " in aanbouw op de scheepswerf » .................................... ".

- Op .................................... (datum) is een aanvang gemaakt met de werkzaamheden voor modernisering van het vaartuig » .................................... ".

- Op .................................... (datum) is op de voorgenomen plaats een aanvang gemaakt met de werkzaamheden voor de aquicultuur (kunstmatige constructies).

2. Op .................................... (datum) beliepen de kosten in verband met de subsidiabele uitgaven, exclusief het terugvorderbare gedeelte van de belasting op de toegevoegde waarde .................................... (in nationale valuta), waarvan .................................... is betaald, dit is .................................... % van de totale subsidiabele kosten.

3. Het bedrag is gefinancierd op de wijze die is aangegeven in bijlage 1 bij dit certificaat.

4. De uitgevoerde werkzaamheden waarop deze bescheiden betrekking hebben, komen overeen met het aan de Commissie toegezonden project (met uitzondering van die welke betrekking hebben op .................................... waarvoor in bijlage 2 een motivering en nadere toelichtingen worden gegeven).

5. De begunstigde vraagt de uitkering voor 80 % van de verleende bijstand wegens de stand van uitvoering der werkzaamheden voor de bouw van een vissersvaartuig. Deze aanvraag wordt goedgekeurd gelet op het door de scheepswerf opgestelde schema der werkzaamheden (bijlage 3).

6. De financiële bijdrage van de Lid-Staat en die van de begunstigde, welke zijn vastgesteld op grond van het totale bedrag van alle mogelijke categorieën van steunmaatregelen, zijn of zullen uiterlijk bij de voltooiing van de werkzaamheden in overeenstemming zijn met het bepaalde in artikel 15, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EEG) nr. 2908/83.

7. De begunstigde verbindt er zich toe de werkzaamheden binnen .................................... maanden te beëindigen (2).

8. De op .................................... aan de Commissie toegezonden gegevens in verband met bijzondere voorwaarden die in de bijlage bij de beschikking voor het toekennen van bijstand zijn vermeld, komen overeen met de feiten.

9. De gecontroleerde bewijsstukken worden bewaard door ....................................

1.2 // Gedaan te , // Voor de uitbetalende instantie (handtekening - stempel)

Belangrijke opmerking (cfr. punt 5 van het certificaat):

Het door de scheepswerf te verstrekken schema der werkzaamheden moet het tijdstip (maand en jaar) vermelden waarop de bouw van het vissersvaartuig voor 80 % verwezenlijkt zal zijn en het tijdstip waarop de bouwwerkzaamheden beëindigd zullen zijn.

(1) Naam van de uitbetalende instantie.

(2) Schriftelijke verbintenis bijvoegen als bijlage 4.

Indien de datum waarop de werkzaamheden worden beëindigd, de vastgestelde datum met meer dan zes maanden overschrijdt, moet dit worden gemotiveerd.

MODEL 2

BIJLAGE 1 BIJ HET CERTIFICAAT: FINANCIERING VAN DE UITGAVEN

Financiering van de tot en met .................................... verrichte uitgaven

PROJECT Nr. .................................... BENAMING:

1.2 // 1. Bijdrage van de begunstigde(n): // // - Eigen middelen // .................................... // - Eigen werk (1) // .................................... // - Leningen (2) // .................................... // 2. Bijdrage van de Lid-Staat: // // - Kapitaalsubsidie // .................................... // - Leningen tegen verlaagde rente (3) (looptijd ; rentevoet ) // .................................... // - Andere steun // .................................... // 3. Andere bijdragen (4): // // - // .................................... // - // .................................... // 4. Totaal // .................................... // Datum .................................... // .................................... (handtekening)

(1) Wijze van berekening vermelden.

(2) Leningsvoorwaarden (voor elke lening afzonderlijk vermelden):

- Bedrag (nationale valuta),

- Kredietinstelling,

- Looptijd,

- Rente ten laste van de begunstigde,

- Percentage van de rentesubsidie,

- Aflossingsvrije periode,

- Wijze van terugbetaling (vaste annuïteiten, vaste kapitaalaflossingen),

- Terugbetaling: jaarlijks - halfjaarlijks - driemaandelijks - maandelijks.

(3) Bedrag reeds vermeld onder 1.

(4) Voor bijstand slechts de door de begunstigde reeds ontvangen bedragen vermelden.

MODEL 3

BIJLAGE 2 BIJ HET CERTIFICAAT: TOELICHTING VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN DE GEPLANDE EN DE UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN

1,2.3,4.5 // // // // Volgens het oorspronkelijke dossier geplande werkzaamheden en maatregelen // Uitgevoerde werkzaamheden en maatregelen // // // 1.2.3.4.5 // Korte omschrijving // Kosten // Korte omschrijving // Kosten // Verantwoording van de wijzigingen // // // // // // // // // // // // // // //

MODEL 4

CERTIFICAAT VOOR DE UITBETALING VAN HET SALDO OF HET TOTALE BEDRAG VAN DE BIJSTAND

PROJECT Nr.: .................................... BENAMING:

BEGUNSTIGDE (naam en adres):

.................................... (1), door de nationale overheid aangewezen als uitbetalende instantie, verklaart dat de bewijsstukken die worden genoemd in de overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 378/84 aan de Commissie toegezonden staat, zijn gecontroleerd.

OP GROND VAN DEZE CONTROLE KAN HET VOLGENDE WORDEN VERKLAARD:

1. Op .................................... (datum) is met de uitvoering van de werkzaamheden begonnen

- voor het vaartuig .................................... (dat gemoderniseerd wordt)

- te ...................................., welke plaats is aangewezen voor de aquicultuur-installatie (kunstmatige constructies).

2. Op .................................... (datum) zijn de werkzaamheden voor de bouw van een vissersvaartuig voltooid (het certificaat, waarvan een afschrift is bijgevoegd, is op .................................... door .................................... afgegeven) (bijlage 4).

3. De kosten, exclusief het terugvorderbare gedeelte van de belasting over de toegevoegde waarde, bedragen ...................................., waarvan .................................... door de begunstigde is betaald.

4. De hierboven vermelde uitgaven zijn gefinancierd op de wijze die is aangegeven in bijlage 1 bij dit certificaat.

5. De specificatie van de hierboven vermelde kosten voor de verschillende categorieën voorgenomen werkzaamheden is ogenomen in de bij deze betalingsaanvraag gevoegde staat van bewijsstukken (bijlage 2) (2).

6. .................................... heeft ter plaatse vastgesteld dat de uitgevoerde werkzaamheden (met uitzondering van die voor de categorie(ën) .................................... waarvoor in bijlage 3 nadere toelichtingen worden gegeven) overeenstemmen met de in de bijstandsbeschikking van de Commissie omschreven werkzaamheden.

7. De financiële deelneming van de begunstigde en die van de Lid-Staat beantwoorden aan het bepaalde in artikel 15, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EEG) nr. 2908/83.

8. De gegevens in verband met de bijzondere voorwaarden die worden vermeld in de bijlage bij de beschikking tot toekenning van bijstand, welke op .................................... aan de Commissie zijn toegezonden, stemmen overeen met de werkelijkheid (3).

9. De gecontroleerde bewijsstukken worden bewaard door ....................................

1.2 // Gedaan te ................, ................ // Voor de uitbetalende instantie (handtekening)

(1) Naam van de uitbetalende instantie.

(2) Indien de bijstand over verschillende deelprojecten wordt uitgesplitst, dienen de staat van de bewijsstukken, het financieringsmaximum en de vergelijkende overzichten voor ieder deelproject afzonderlijk te worden opgesteld.

(3) Dit punt betreft uitsluitend aanvragen tot uitbetaling van het totale bedrag van de bijstand.

MODEL 5

BIJLAGE 1 BIJ HET CERTIFICAAT: FINANCIERING VAN DE UITGAVEN

Financiering van de tot en met .................................... verrichte uitgaven

PROJECT Nr.: .................................... BENAMING:

1.2 // 1. Bijdrage van de begunstigde(n): // // - Eigen middelen // .................................... // - Eigen werk (1) // .................................... // - Leningen (2) // .................................... // 2. Bijdrage van de Lid-Staat: // // - Kapitaalsubsidie // .................................... // - Leningen tegen verlaagde rente (3) (looptijd ; rentevoet ) // .................................... // - Andere steun // .................................... // 3. Andere bijdragen (4): // // - // .................................... // - // .................................... // 4. Totaal // .................................... // Datum .................................... // .................................... (handtekening)

(1) Wijze van berekening vermelden.

(2) Leningsvoorwaarden (voor elke lening afzonderlijk vermelden):

- Bedrag (nationale valuta),

- Kredietinstelling,

- Looptijd,

- Rente ten laste van de begunstigde,

- Percentage van de rentesubsidie,

- Aflossingsvrije periode,

- Wijze van terugbetaling (vaste annuïteiten, vaste kapitaalaflossingen),

- Terugbetaling: jaarlijks - halfjaarlijks - driemaandelijks - maandelijks.

(3) Bedrag reeds vermeld onder 1.

(4) Voor bijstand slechts de door de begunstigde reeds ontvangen bedragen vermelden.

MODEL 6

BIJLAGE 2 - STAAT VAN BEWIJSSTUKKEN

A. VAARTUIGEN

(periode van tot )

1.2.3.4.5,8.9,11 // // // // // // // Cat. // Nr. // Voorgenomen werkzaamheden // Kosten- raming // Boekhoudkundige stukken (1) (4) // Betalingen // // // // // 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10.11 // // // // // Nr. van . . . tot . . . // Datum van . . . tot . . . // Opgesteld door // Bedrag excl. terugvorderbare BTW // Wijze van betaling (2) // Datum (3) // Bedrag excl. terugvorderbare BTW // // // // // // // // // // // // A // 1 // Casco // // // // // // // // // B // 1 // Bovenbouw // // // // // // // // // C // 1 // Binneninrichting // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Totaal A, B, C // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // D // 1 // Hoofdmotor // // // // // // // // // // 2 // Hulpmotoren // // // // // // // // // // 3 // Andere // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Totaal D // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // E // 1 // Apparatuur behandeling vis // // // // // // // // // F // 1 // Koel- en vriesinstallatie // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Totaal E, F // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // G // 1 // Radar // // // // // // // // // // 2 // Loran // // // // // // // // // // 3 // Echolood // // // // // // // // // // 4 // Radio // // // // // // // // // // 5 // Goniometer // // // // // // // // // // 6 // Marifoon // // // // // // // // // // 7 // Andere // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Totaal G // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // H // 1 // Netten // // // // // // // // // // 2 // Ander vistuig // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Totaal H // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // I // 1 // Andere werkzaamheden // // // // // // // // // // // // // // // // // 1,3.4.5.6.7.8.9.10.11 // TOTAAL INVESTERINGEN EXCLUSIEF BELASTINGEN // // // // // // // // // // // // // // // // // // Algemene kosten, onvoorziene uitgaven // // // // // // // // // // // // // // // // // // Niet-verrekenbare BTW (eventueel) // // // // // // // // // // // // // // // // // // TOTAAL KOSTEN INVESTERINGEN // // // // // // // // // // // // // // // // //

(1) Alle stukken met betrekking tot de uitvoering van het gefinancierde project moeten worden vermeld.

(2) Wanneer uitgaven geboekt en/of betaald zijn voor de datum waarop de bijstandsaanvraag bij de Commissie is ingediend, moeten de redenen hiervoor worden aangegeven. Wanneer vervroegd met de werkzaamheden is begonnen, moeten de aard en omvang van de vervroegd verrichte werkzaamheden evenals de data van de bestelling, de levering en de installatie worden aangegeven. (Deze voetnoot geldt niet voor de bouw van vissersvaartuigen.)

(3) Als datum moet worden vermeld de dag waarop de betaling heeft plaatsgevonden en niet de datum waarop een bedrag verschuldigd is, bij voorbeeld bij betaling met een wissel (eventueel datum van discontering).

(4) Deze staat van bewijsstukken moet bij het certificaat voor de uitbetaling van het saldo of het totale bedrag van de bijstand gevoegd worden. De staat van bewijsstukken moet eveneens verstrekt worden indien het percentage van uitvoering der werkzaamheden 80 % of meer bedraagt.

1.2.3 // Datum // // Handtekening:

BIJLAGE 2 - STAAT VAN BEWIJSSTUKKEN (vervolg)

B. AQUICULTUUR

1.2.3,7.8,10 // // // // // Voorgenomen werkzaamheden // Kosten- raming // Boekhoudkundige stukken (1) (2) (4) // Verrichte betalingen // // // // // // 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10 // // // Nr. van . . . tot . . . // Datum van . . . tot . . . // Afgegeven door // Voorwerp van de uitgaven // Bedrag excl. BTW // Wijze van betaling // Datum (3) // Betaald bedrag exclusief BTW // // // // // // // // // // // a) Infrastructuurwerken: // // // // // // // // // // - grondverzet/baggerwerkzaamheden // // // // // // // // // // - dijken // // // // // // // // // // - wegen, enz. // // // // // // // // // // - pompstation // // // // // // // // // // - bodempreparatie // // // // // // // // // // - andere // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // b) Gebouwen: // // // // // // // // // // - broedinstallatie inclusief bassins) // // // // // // // // // // - opslag/bereiding voer // // // // // // // // // // - behandeling/verzending // // // // // // // // // // - dienstgebouwen // // // // // // // // // // - andere // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // c) Kweekbassins: // // // // // // // // // // - grond/conglomeraten // // // // // // // // // // - beton // // // // // // // // // // - ander materiaal // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // d) Kooien // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // e) Teelt van week- en schelpdieren: vangst- en produktieinstallaties // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // f) Technische installaties/ machines // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // g) Bebakenings-, toezicht- en beschermingsapparatuur // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // h) Andere investeringen // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // i) Middelen voor transport binnen het bedrijf // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // j) Voertuigen voor transport buiten het bedrijf // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // k) Dienstvaartuig // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // TOTALE KOSTEN VAN DE INVESTERING // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Algemene kosten, onvoorziene uitgaven // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Niet-verrekenbare BTW // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // TOTAAL-GENERAAL VAN DE KOSTEN VOOR DE VOORGENOMEN WERKZAAMHEDEN // // // // // // // // // // // // // // // // // // //

(1) Alle stukken met betrekking tot de uitvoering van het gefinancierde project moeten worden vermeld.

(2) Wanneer de uitgaven geboekt en/of betaald zijn voor de datum waarop de bijstandsaanvraag bij de Commissie is ingediend, moeten de redenen hiervoor worden aangegeven. Wanneer vervroegd met de werkzaamheden is begonnen, moeten de aard en omvang van de vervroegd verrichte werkzaamheden evenals de data van de bestelling, de levering en de installatie worden aangegeven. (Deze voetnoot geldt niet voor de bouw van viseersvaartuigen.)

(3) Als datum moet worden vermeld de dag waarop de betaling heeft plaatsgevonden en niet de datum waarop een bedrag verschuldigd is, bij voorbeeld bij betaling met een wissel (eventueel datum van discontering).

(4) Deze staat van bewijsstukken moet bij het certificaat voor de uitbetaling van het saldo of het totale bedrag van de bijstand gevoegd worden. De staat van bewijsstukken moet eveneens verstrekt worden indien het percentage van uitvoering der werkzaamheden 80 % of meer bedraagt.

1.2.3 // Datum // // Handtekening

BIJLAGE 2 - STAAT VAN BEWIJSSTUKKEN (vervolg)

C. KUNSTMATIGE CONSTRUCTIES

1.2.3,7.8,10 // // // // // Voorgenomen werkzaamheden // Kosten- raming // Boekhoudkundige stukken (1) (2) (4) // Verrichte betalingen // // // // // // 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10 // // // Nr. van . . . tot . . . // Datum van . . . tot . . . // Afgegeven door // Voorwerp van de uitgaven // Bedrag excl. BTW // Wijze van betaling // Datum (3) // Betaald bedrag exclusief BTW // // // // // // // // // // // a) Metingen en werkzaamheden vóór de aanleg: // // // // // // // // // // - prospectie, peilingen, bebakening, baggerwerken // // // // // // // // // // - inspectie of werkzaamheden onder water // // // // // // // // // // - biologische, chemische, fysische of grondmechanische studies // // // // // // // // // // - andere // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Totaal a) // // // // // // // // // // b) Aanleg van kunstmatige constructies; bouw of aankoop van elementen die deel uitmaken van de kunstmatige constructies: // // // // // // // // // // - kunstmatige modules/vloerelementen // // // // // // // // // // - rotsen // // // // // // // // // // - metalen of plastic elementen // // // // // // // // // // - andere // // // // // // // // // // - transport // // // // // // // // // // - assemblage/plaatsing // // // // // // // // // // - dienstvaartuig (huur of aankoop) // // // // // // // // // // - apparatuur voor bebakening en bescherming // // // // // // // // // // - andere investeringen // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Totaal b) // // // // // // // // // // c) Kosten voor het volgen in de drie jaar na de voltooiing van de installaties van de: // // // // // // // // // // - effecten op de visstand // // // // // // // // // // - ecologische effecten // // // // // // // // // // - sociale en economische effecten // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Totaal c) // // // // // // // // // // TOTALE INVESTERINGSKOSTEN (a + b + c) // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Algemene kosten, onvoorziene uitgaven // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Niet-verrekenbare BTW // // // // // // // // // // // // // // // // // // // // TOTAAL-GENERAAL VAN DE KOSTEN VOOR DE VOORGENOMEN WERKZAAMHEDEN // // // // // // // // // // // // // // // // // // //

(1) Alle stukken met betrekking tot de uitvoering van het gefinancierde project moeten worden vermeld.

(2) Wanneer uitgaven geboekt en/of betaald zijn voor de datum waarop de bijstandsaanvraag bij de Commissie is ingediend, moeten de redenen hiervoor worden aangegeven. Wanneer vervroegd met de werkzaamheden is begonnen, moeten de aard en omvang van de vervroegd verrichte werkzaamheden evenals de data van de bestelling, de levering en de installatie worden aangegeven. (Deze voetnoot geldt niet voor de bouw van vissersvaartuigen.)

(3) Als datum moet worden vermeld de dag waarop de betaling heeft plaatsgevonden en niet de datum waarop een bedrag verschuldigd is, bij voorbeeld bij betaling met een wissel (eventueel datum van discontering).

(4) Deze staat van bewijsstukken moet bij het certificaat voor de uitbetaling van het saldo of het totale bedrag van de bijstand gevoegd worden. De staat van bewijsstukken moet eveneens verstrekt worden indien het percentage van uitvoering der werkzaamheden 80 % of meer bedraagt.

1.2.3 // Datum // // Handtekening:

MODEL 7

BIJLAGE 3 BIJ HET CERTIFICAAT: TOELICHTING VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN DE GEPLANDE EN UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN

1,2.3,4.5 // // // // Volgens het oorspronkelijke dossier geplande werkzaamheden en maatregelen // Uitgevoerde werkzaamheden en maatregelen // // // 1.2.3.4.5 // Korte omschrijving // Kosten // Korte omschrijving // Kosten // Verantwoording van de wijzigingen // // // // // // // // // // // // // // //

- biologische , chemische , fysische of grondmechanische studies * * * * * * * * * *

- andere * * * * * * * * * *

Totaal a ) * * * * * * * * * *

b ) Aanleg van kunstmatige constructies ; bouw of aankoop van elementen die deel uitmaken van de kunstmatige constructies : * * * * * * * * * *

- kunstmatige modules/vloerelementen * * * * * * * * * *

- rotsen * * * * * * * * * *

- metalen of plastic elementen * * * * * * * * * *

- andere * * * * * * * * * *

- transport * * * * * * * * * *

- assemblage/plaatsing * * * * * * * * * *

- dienstvaartuig ( huur of aankoop ) * * * * * * * * * *

- apparatuur voor bebakening en bescherming * * * * * * * * * *

- andere investeringen * * * * * * * * * *

Totaal b ) * * * * * * * * * *

c ) Kosten voor het volgen in de drie jaar na de voltooiing van de installaties van de : * * * * * * * * * *

- effecten op de visstand * * * * * * * * * *

- ecologische effecten * * * * * * * * * *

- sociale en economische effecten * * * * * * * * * *

Totaal c ) * * * * * * * * * *

TOTALE INVESTERINGSKOSTEN ( a + b + c ) * * * * * * * * * *

Algemene kosten , onvoorziene uitgaven * * * * * * * * * *

Niet-verrekenbare BTW * * * * * * * * * *

TOTAAL-GENERAAL VAN DE KOSTEN VOOR DE VOORGENOMEN WERKZAAMHEDEN * * * * * * * * * *

( 1 ) Alle stukken met betrekking tot de uitvoering van het gefinancierde project moeten worden vermeld .

( 2 ) Wanneer uitgaven geboekt en/of betaald zijn voor de datum waarop de bijstandsaanvraag bij de Commissie is ingediend , moeten de redenen hiervoor worden aangegeven . Wanneer vervroegd met de werkzaamheden is begonnen , moeten de aard en omvang van de vervroegd verrichte werkzaamheden evenals de data van de bestelling , de levering en de installatie worden aangegeven . ( Deze voetnoot geldt niet voor de bouw van vissersvaartuigen . )

( 3 ) Als datum moet worden vermeld de dag waarop de betaling heeft plaatsgevonden en niet de datum waarop een bedrag verschuldigd is , bij voorbeeld bij betaling met een wissel ( eventueel datum van discontering ) .

( 4 ) Deze staat van bewijsstukken moet bij het certificaat voor de uitbetaling van het saldo of het totale bedrag van de bijstand gevoegd worden . De staat van bewijsstukken moet eveneens verstrekt worden indien het percentage van uitvoering der werkzaamheden 80 % of meer bedraagt .

Datum : ...

Handtekening : ...

MODEL 7

BIJLAGE 3 BIJ HET CERTIFICAAT : TOELICHTING VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN DE GEPLANDE EN UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN

Volgens het oorspronkelijke dossier geplande werkzaamheden en maatregelen * Uitgevoerde werkzaamheden en maatregelen * Verantwoording van de wijzigingen *

Korte omschrijving * Kosten * Korte omschrijving * Kosten *