Verordening (EEG) nr. 2268/84 van de Commissie van 31 juli 1984 betreffende de bijzondere verkoop van interventieboter voor uitvoer naar bepaalde bestemmingen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1687/76
Verordening (EEG) nr. 2268/84 van de Commissie van 31 juli 1984 betreffende de bijzondere verkoop van interventieboter voor uitvoer naar bepaalde bestemmingen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1687/76
Verordening (EEG) nr. 2268/84 van de Commissie van 31 juli 1984 betreffende de bijzondere verkoop van interventieboter voor uitvoer naar bepaalde bestemmingen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1687/76
Publicatieblad Nr. L 208 van 03/08/1984 blz. 0035 - 0037
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 31 blz. 0247
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 31 blz. 0247
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 2268/84 VAN DE COMMISSIE
van 31 juli 1984
betreffende de bijzondere verkoop van interventieboter voor uitvoer naar bepaalde bestemmingen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1687/76
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1557/84 (2), en met name op artikel 6, lid 7,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1223/83 van de Raad van 20 mei 1983 inzake de in de landbouwsector toe te passen wisselkoersen (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 855/84 (4), en met name op artikel 4,
Overwegende dat in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 985/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3521/83 (6), is bepaald dat bij verkoop voor uitvoer bijzondere voorwaarden kunnen worden vastgesteld ten einde rekening te houden met de speciale vereisten voor deze verkoop en te waarborgen dat de bestemming van het produkt niet wordt gewijzigd;
Overwegende dat, gezien de grote hoeveelheden boter die zich momenteel in openbare opslag bevinden en de verwachte stijging van deze hoeveelheden, maximaal gebruik moet worden gemaakt van de afzetmogelijkheden op de markt van bepaalde derde landen;
Overwegende dat het dienstig is om de boter tegen verlaagde prijs ter beschikking te stellen van de handelaren; dat bepaalde maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat de op grond van deze verordening verkochte boter in de Gemeenschap in het vrije verkeer wordt gebracht;
Overwegende dat de handelaren de betrokken boter in de gehele Gemeenschap kunnen kopen; dat de monetaire compenserende bedragen derhalve moeten worden aangepast op basis van het niveau van de prijzen waartegen de interventieboter wordt verkocht;
Overwegende dat er, ten einde te waarborgen dat de bestemming van de betrokken boter niet wordt gewijzigd, een controle op de boter moet worden uitgeoefend van bij de uitslag tot de aankomst op de plaats van bestemming in het betrokken derde land; dat er, voor de duidelijkheid, op moet worden gewezen dat de controlebepalingen van Verordening (EEG) nr. 1687/76 van de Commissie (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 978/84 (8), van toepassing zijn; dat bovendien, gezien het specifieke karakter van de transactie, aanvullende voorwaarden moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden wordt overgegaan tot de verkoop van boter die is aangekocht overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 804/68 en op de dag waarop het contract wordt getekend ten minste zes maanden oud is.
2. De op grond van deze verordening verkochte boter wordt in ongewijzigde staat uitgevoerd naar een van de in de bijlage vermelde bestemmingen.
Artikel 2
1. De boter wordt verkocht af-koelhuis tegen een prijs die gelijk is aan de aankoopprijs welke bij de sluiting van het verkoopcontract door het interventiebureau wordt toegepast, verminderd met 33 Ecu/100 kg.
2. De boter wordt verkocht per hoeveelheid van 100 ton of meer. Uiterlijk bij de sluiting van het contract betaalt de koper aan het interventiebureau een voorschot van 5 Ecu/100 kg voor de hoeveelheid boter waarop het contract betrekking heeft.
Artikel 3
1. Het interventiebureau zorgt voor het bijhouden van de lijst van koelhuizen waar de te koop aangeboden boter is opgeslagen en van de aldaar beschikbare hoeveelheden en stelt deze lijst, op aanvraag, ter beschikking van de gegadigden.
2. Het interventiebureau treft de nodige maatregelen opdat de gegadigden, vóór het sluiten van het aankoopcontract, op hun kosten monsters van de te koop aangeboden boter kunnen onderzoeken.
3. De koper ziet af van elke klacht inzake de kwaliteit en de kenmerken van de verkochte boter.
Artikel 4
1. De koper betaalt het interventiebureau, vóór het afhalen van de boter en binnen de in lid 2 bedoelde termijn, voor elke hoeveelheid die hij overneemt, het saldo van de in artikel 1 bedoelde aankoopprijs en een waarborg van 36 Ecu/100 kg die overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1687/76 voor de betrokken hoeveelheid wordt gesteld.
2. De koper haalt de aan hem verkochte boter af binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de dag waarop het contract is ondertekend. De koper kan de boter afhalen per deelhoeveelheid van minimaal 20 ton.
Indien de koper de in lid 1 bedoelde betaling niet binnen de voorgeschreven termijn heeft verricht, wordt de verkoop, behoudens overmacht, voor de resterende hoeveelheid geannuleerd en wordt de waarborg voor die hoeveelheid verbeurd.
Wanneer de koper de in lid 1 bedoelde betaling heeft verricht maar de boter niet heeft afgehaald binnen de hierboven vastgestelde termijn, komen de kosten voor de opslag van de boter voor zijn rekening vanaf de dag die volgt op de dag waarop de betrokken termijn verstrijkt.
3. De formaliteiten voor de uitvoer van de boter moeten worden vervuld binnen één maand na de dag van de overname.
Artikel 5
De boter wordt door het interventiebureau geleverd in verpakkingen waarop in letters van ten minste één cm hoogte de volgende vermelding is aangebracht in de taal of de talen van het land van uitvoer:
»Boter voor uitvoer overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2268/84".
Artikel 6
Behoudens overmacht wordt de in artikel 4, lid 1, bedoelde waarborg verbeurd naar rata van de hoeveelheden waarvoor het in artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1687/76 bedoelde bewijs niet wordt geleverd binnen twaalf maanden na de datum van de goedkeuring van de aangifte ten uitvoer.
Artikel 7
De monetaire compenserende bedragen voor de boter die wordt verkocht op grond van deze verordening zijn gelijk aan de op grond van Verordening (EEG) nr. 974/71 vastgestelde monetaire compenserende bedragen, vermenigvuldigd met de coëfficiënt vermeld in bijlage I, deel 5, van de verordening van de Commissie tot vaststelling van de monetaire compenserende bedragen.
Artikel 8
De wisselkoers van toepassing in het raam van deze verordening is de representatieve koers geldend op de dag van het sluiten van het verkoopcontract.
Artikel 9
In de bijlage van Verordening (EEG) nr. 1687/76 worden in deel I »Produkten voor uitvoer in de staat waarin zij uit de interventievoorraad zijn uitgeslagen" het volgende punt 13 en de bijbehorende voetnoot toegevoegd:
»13. Verordening (EEG) nr. 2268/84 van de Commissie van 31 juli 1984 betreffende de bijzondere verkoop van interventieboter voor uitvoer naar bepaalde bestemmingen (13).
(13) PB nr. L 208 van 3. 8. 1984, blz. 35.".
Artikel 10
De Lid-Staten stellen de Commissie uiterlijk op de tiende van elke maand in kennis van de hoeveelheden boter
- waarvoor, in de voorafgaande maand, op grond van deze verordening een verkoopcontract is gesloten,
- die, in de voorafgaande maand, zijn uitgeslagen.
Artikel 11
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 3 september 1984.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 31 juli 1984.
Voor de Commissie
Poul DALSAGER
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.
(2) PB nr. L 150 van 6. 6. 1984, blz. 6.
(3) PB nr. L 132 van 21. 5. 1983, blz. 33.
(4) PB nr. L 90 van 1. 4. 1984, blz. 1.
(5) PB nr. L 169 van 18. 7. 1968, blz. 1.
(6) PB nr. L 352 van 15. 12. 1983, blz. 4.
(7) PB nr. L 190 van 14. 7. 1976, blz. 1.
(8) PB nr. L 99 van 11. 4. 1984, blz. 11.
BIJLAGE
BESTEMMINGEN
- Egypte
- Saoedi-Arabië
- Oman
- Verenigde Arabische Emiraten
- Bahrein
- Katar
- Koeweit
- Syrië
- Iran
- Irak
- Jordanië
- USSR
- Libanon
- Israël
- Noord-Jemen
- Zuid-Jemen