Home

Verordening (EEG) nr. 2462/84 van de Commissie van 20 augustus 1984 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie voor het wijnoogstjaar 1984/1985

Verordening (EEG) nr. 2462/84 van de Commissie van 20 augustus 1984 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie voor het wijnoogstjaar 1984/1985

Verordening (EEG) nr. 2462/84 van de Commissie van 20 augustus 1984 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie voor het wijnoogstjaar 1984/1985

Publicatieblad Nr. L 231 van 29/08/1984 blz. 0018 - 0023


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2462/84 VAN DE COMMISSIE

van 20 augustus 1984

tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie voor het wijnoogstjaar 1984/1985

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1208/84 (2), en met name op artikel 6, lid 3, artikel 40, lid 6, en artikel 65,

Overwegende dat de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie moet plaatsvinden overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2179/83 van de Raad van 25 juli 1983 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de distillatie van wijn en bijprodukten van de wijnbereiding (3);

Overwegende dat enerzijds de voorwaarden moeten worden vastgesteld waarop de producenten de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde verplichtingen dienen na te komen en anderzijds de verplichtingen van de distilleerders moeten worden omschreven;

Overwegende dat iedere producent van de distillatieverplichting dient te worden vrijgesteld voor een met het gezinsverbruik overeenkomende forfaitaire hoeveelheid en voor de uitgevoerde hoeveelheden; dat het daartoe wenselijk is voor te schrijven dat de betrokken wijn vóór een bepaalde datum moet zijn uitgevoerd, zodat de resterende hoeveelheden vóór het einde van het wijnoogstjaar kunnen worden gedistilleerd, zoals is voorgeschreven;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 40, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79 de normale produktie moet worden gedefinieerd voor elk van de verschillende categorieën wijn van druiven van rassen met dubbele indeling; dat voor wijn uit druiven van rassen die tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als tafeldruivenrassen, de regel van Verordening (EEG) nr. 2078/76 van de Commissie (4) dient te worden gehanteerd, waarbij voor Griekenland de referentieperiode wordt aangepast; dat daarentegen voor wijn uit druiven van rassen die tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als rassen voor bijzondere gebruiksdoeleinden, de distillatieverplichting pas vanaf het wijnoogstjaar 1982/1983 in de regeling is opgenomen en dat de toepassing daarvan aanleiding tot moeilijkheden heeft gegeven; dat het, om deze moeilijkheden op billijke wijze op te lossen en daarbij de gelijke behandeling te waarborgen van al degenen voor wie de distillatieverplichting geldt, dienstig lijkt de bepaling van de criteria voor de verdeling per hectare van de normale produktie in iedere administratieve eenheid, tot een latere datum uit te stellen;

Overwegende dat de door iedere producent te distilleren hoeveelheid moet worden vastgesteld aan de hand van zijn totale produktie; dat deze af te lezen is van de opgaven als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2102/84 van de Commissie van 13 juli 1984 betreffende de opgaven van oogsten, produktie en voorraden van wijnbouwprodukten (5), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2459/84 (6), alsook van de inschrijvingen in de registers als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1153/75 van de Commissie van 30 april 1975 tot invoering van geleidedocumenten en met betrekking tot de verplichtingen van producenten en handelaren, met uitzondering van kleinhandelaren, in de wijnsector (7), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland;

Overwegende dat moet worden voorkomen dat de markt van brandewijn van wijn met benaming van oorsprong wordt verstoord door de produkten verkregen door distillatie van bepaalde wijnen waarvoor de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde verplichting geldt; dat het daartoe ter uitvoering van artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 dienstig is te bepalen dat het door de distillatie van deze wijnen verkregen produkt een alcoholgehalte van minstens 92 % vol moet hebben;

Overwegende dat voor de producenten en voor de distilleerders termijnen voor de uitvoering van de werkzaamheden moeten worden vastgesteld om een maximale doeltreffendheid van de maatregel te waarborgen;

Overwegende dat de distilleerders overeenkomstig artikel 40, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 337/79 hetzij steun kunnen krijgen voor het te distilleren produkt, hetzij het bij de distillatie verkregen produkt aan het interventiebureau kunnen leveren; dat het steunbedrag moet worden vastgesteld op basis van de

criteria bedoeld in artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 2179/83; dat, ten einde de produktie van brandewijn van slechte kwaliteit te voorkomen, bij gebreke van communautaire voorschriften ter zake moet worden bepaald dat de voortgebrachte brandewijn dient te voldoen aan de geldende nationale bepalingen;

Overwegende dat de gegadigden voor de steun daartoe een aanvraag moeten indienen, waarbij een aantal bewijsstukken moeten worden gevoegd; dat met het oog op een uniforme werking van de regeling in de Lid-Staten, termijnen voor de indiening van de aanvraag, voor de uitkering van de aan de distilleerder verschuldigde steun en voor het leveren van het bewijs van betaling van de aankoopprijs dienen te worden vastgesteld;

Overwegende dat de door de interventiebureaus voor de hun geleverde produkten te betalen prijs moet worden vastgesteld op basis van de in artikel 18, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde criteria;

Overwegende dat bij gebreke van een gemeenschappelijke marktordening voor ethylalcohol het gevaar bestaat dat de met de afzet van deze alcohol belaste interventiebureaus verplicht zullen zijn hem te verkopen tegen een lagere prijs dan de aankoopprijs; dat moet worden bepaald dat in dat geval het verschil tussen de aankoopprijs en de verkoopprijs van de betrokken alcohol voor een forfaitair bedrag ten laste kan worden genomen door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie;

Overwegende dat de bepalingen inzake de financiering van de interventies, opgenomen in Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2788/72 (2), moeten worden uitgebreid tot het overnemen van de distillatieprodukten door de interventiebureaus;

Overwegende dat bepaalde wijn die moet worden geleverd voor de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie, kan worden verwerkt tot distillatiewijn; dat derhalve de bepalingen voor de distillatie moeten worden aangepast overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 25 en 26 van Verordening (EEG) nr. 2179/83;

Overwegende dat, om de Commissie in staat te stellen een algemeen beeld te krijgen van de mate waarin de verplichtingen worden nageleefd die verbonden zijn aan de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie, de betrokken Lid-Staten haar aan de hand van mededelingen van de distilleerders regelmatig op de hoogte moeten brengen van het verloop en de resultaten van de distillatieverrichtingen;

Overwegende dat in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 337/79 is bepaald dat alleen de producenten die gedurende een nader te bepalen referentieperiode hebben voldaan aan de verplichtingen van artikel 40 van die verordening, in aanmerking kunnen komen voor de interventiemaatregelen; dat derhalve deze referentieperiode moet worden vastgesteld;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening worden voor het wijnoogstjaar 1984/1985 de uitvoeringsbepalingen inzake de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie vastgesteld.

Artikel 2

1. De producenten voor wie de in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde verplichting tot distillatie geldt, voldoen aan hun verplichting wanneer zij overeenkomstig lid 2 en lid 3 hun wijn uiterlijk op 31 juli 1985 aan een erkend distilleerder leveren.

In het in artikel 26, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde geval wordt aan de verplichting voldaan door de wijn uiterlijk op 30 juni 1985 aan een erkend bereider van distillatiewijn te leveren.

2. Voor de in artikel 40, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde wijn moet iedere producent een hoeveelheid leveren die gelijk is aan zijn totale produktie, verminderd met:

- een forfaitaire hoeveelheid van 10 hectoliter;

- de hoeveelheid waarvoor hij het bewijs levert dat zij uiterlijk op 31 juli 1985 werd geëxporteerd.

Wanneer de distillatieverplichting op een wijnbouwerscooeperatie rust, geldt de in de eerste alinea, eerste streepje, bedoelde vermindering van 10 hectoliter voor ieder lid dat tafeldruiven aan de cooeperatie geleverd heeft. De door de wijnbouwerscooeperatie afgetrokken totale hoeveelheid mag evenwel niet groter zijn dan het totaal van de hoeveelheden die teruggeleverd worden aan alle leden die in het wijnoogstjaar 1984/1985 tafeldruiven leveren.

3. Voor de in artikel 40, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde wijn moet iedere producent een hoeveelheid leveren die gelijk is aan zijn totale produktie, verminderd met:

- een forfaitaire hoeveelheid van 10 hectoliter;

- de hoeveelheid waarvoor hij het bewijs levert dat zij uiterlijk op 31 juli 1985 werd geëxporteerd;

- de hoeveelheid die overeenkomt met de normale produktie, berekend overeenkomstig lid 4.

4. Voor iedere administratieve eenheid is de totale normale produktie:

- voor wijn uit druiven van rassen die voor dezelfde administratieve eenheid tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als tafeldruivenrassen, gelijk aan het gemiddelde van de produktie in een referentieperiode;

- voor wijn uit druiven van rassen die voor dezelfde administratieve eenheid tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als rassen voor de produktie van rozijnen en krenten, gelijk aan het gemiddelde van de produktie in de wijnoogstjaren 1974/1975 tot en met 1979/1980;

- voor wijn uit druiven van rassen die voor dezelfde administratieve eenheid tegelijk zijn ingedeeld als wijndruivenrassen en als rassen voor de bereiding van brandewijn van wijn, gelijk aan het gemiddelde van de produktie in de wijnoogstjaren 1974/1975 tot en met 1979/1980, verminderd met de hoeveelheden die zijn gedistilleerd voor een andere bestemming dan de produktie van brandewijn van wijn met benaming van oorsprong.

Voor de in de eerste alinea bedoelde wijn is de normale produktie per hectare gelijk aan de hoeveelheid die:

- voor de administratieve eenheden in Frankrijk en in Italië is bepaald overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 2078/76 voor het wijnoogstjaar 1976/1977;

- voor de administratieve eenheden in Griekenland is bepaald op grond van genoemd artikel 5 en op basis van de resultaten van de wijnoogstjaren 1974/1975 tot en met 1979/1980.

5. De totale produktie van iedere producent is gelijk aan de som van de hoeveelheden wijn bedoeld in lid 1 die zijn vermeld in de in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2102/84 bedoelde produktieopgave en van de hoeveelheden die zijn aangegeven in het in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1153/75 bedoelde register en die hij zelf, na de datum van indiening van de produktieopgave, heeft verkregen uit in die opgave vermelde druiven of most van druiven van de in artikel 40, lid 1 en lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde rassen.

Artikel 3

1. De in artikel 40, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde aankoopprijs is gelijk aan 1,59 Ecu per % vol per hectoliter.

2. De in lid 1 bedoelde aankoopprijs wordt door de distilleerder aan de producent betaald binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop elke geleverde partij wijn in de distilleerderij is binnengekomen.

Artikel 4

1. De in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie mag niet na 31 augustus 1985 plaatsvinden.

2. Het door de distillatie van de in artikel 2, lid 4, eerste alinea, derde streepje, bedoelde wijn verkregen produkt moet een alcoholgehalte hebben van ten minste 92 % vol. Deze wijn mag niet tot distillatiewijn worden verwerkt.

3. De distilleerders sturen uiterlijk de tiende van elke maand voor de voorafgaande maand, aan het interventiebureau een overzicht toe van de hoeveelheden gedistilleerde wijn en van de hoeveelheden door de distillatie verkregen produkten, onderverdeeld volgens de categorieën bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2179/83.

Artikel 5

1. Aan de distilleerders kan steun worden toegekend op de in lid 2 bedoelde voorwaarden.

Het bedrag van de steun wordt vastgesteld op:

- 1,12 Ecu per % vol alcohol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt voldoet aan de definitie van neutrale alcohol in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2179/83;

- 1,01 Ecu per % vol alcohol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt brandewijn van wijn is die voldoet aan de in de geldende nationale bepalingen vastgestelde kwaliteitseisen;

- 1,01 Ecu per % vol alcohol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt een distillaat of ruwe alcohol is, met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol.

2. Distilleerders die de in lid 1 bedoelde steun wensen te ontvangen, dienen uiterlijk op 31 oktober 1985 een aanvraag in bij het interventiebureau van de Lid-Staat op wiens grondgebied de distillatie heeft plaatsgevonden, en voegen daarbij, voor de hoeveelheden waarvoor de steun wordt aangevraagd,

a) een samenvattend overzicht van de door iedere producent geleverde hoeveelheden dat minstens de volgende gegevens bevat:

- hoeveelheid, kleur en effectief alcohol-volumegehalte van de wijn,

- het nummer van het in artikel 53, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde document, telkens wanneer dit document overeenkomstig de geldende Gemeenschapsvoorschriften is opgesteld voor het transport van de produkten tot de distilleerderij, of de verwijzing naar het in de nationale regeling voorgeschreven document in alle overige gevallen;

b) een verklaring, geviseerd door een door de betrokken Lid-Staat aangewezen controle-instantie, betreffende de door distillatie verkregen hoeveelheden:

- neutrale alcohol,

- brandewijn van wijn die voldoet aan de geldende nationale kwaliteitseisen,

- distillaat of ruwe alcohol, met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol.

De Lid-Staten kunnen verlangen dat de overzichten als bedoeld in de eerste alinea, sub a), door een controle-instantie worden geviseerd.

3. Het interventiebureau betaalt de in lid 1 bedoelde steun uiterlijk drie maanden na de indiening van de in lid 2 bedoelde aanvraag en bijbehorende documenten.

De distilleerder moet het interventiebureau vóór 1 februari 1986 het bewijs leveren dat hij de producent binnen de in artikel 3, lid 2, vastgestelde termijn de aankoopprijs voor de wijn heeft betaald.

Indien dit bewijs niet vóór 1 februari 1986 wordt geleverd, wordt de uitgekeerde steun door het interventiebureau teruggevorderd. Indien dit bewijs evenwel wordt geleverd na afloop van de gestelde termijn maar vóór 1 mei 1986, vordert het interventiebureau 20 % van de uitgekeerde steun terug.

Indien wordt geconstateerd dat de distilleerder de aankoopprijs niet heeft betaald aan de producent, keert het interventiebureau vóór 1 juni 1986 aan de producent een bedrag uit dat gelijk is aan de steun, eventueel via het interventiebureau van de Lid-Staat van de producent.

Artikel 6

1. De produkten met een alcoholgehalte van ten minste 92 % vol worden aan het interventiebureau geleverd uiterlijk op 31 oktober 1985 of, in geval van toepassing van artikel 11, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83, binnen de door de bevoegde nationale instantie vastgestelde termijn.

2. De door het interventiebureau aan de distilleerder te betalen prijs wordt vastgesteld op 2,08 Ecu per % vol zuivere alcohol per hectoliter.

Indien de distilleerder de steun heeft ontvangen overeenkomstig artikel 5, wordt de in de eerste alinea bedoelde prijs verminderd met het bedrag van die steun.

Indien de distilleerder de in de tweede alinea bedoelde steun niet heeft ontvangen, is artikel 5, lid 2, van toepassing.

3. De in lid 2 bedoelde prijzen gelden voor neutrale alcohol die voldoet aan de definitie in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2179/83.

Voor andere alcohol worden de in lid 2 bedoelde prijzen verminderd met 0,11 Ecu per % vol zuivere alcohol per hectoliter.

4. Het interventiebureau betaalt de prijs aan de distilleerder uiterlijk drie maanden na de dag waarop de alcohol is geleverd.

Het bepaalde in artikel 5, lid 3, tweede, derde en vierde alinea, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

Het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, draagt bij in de uitgaven van de interventiebureaus voor het overnemen van de alcohol.

De bijdrage wordt forfaitair vastgesteld op 1,12 Ecu per % vol per hectoliter overgenomen alcohol.

Voor alcohol die wordt overgenomen ter uitvoering van artikel 11, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 is evenwel niet in een bijdrage voorzien.

De artikelen 4 en 5 van Verordening (EEG) nr. 729/70 zijn van toepassing op deze bijdrage.

Artikel 8

1. In het in artikel 26, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde geval wordt het contract of de leveringsaangifte voor bereiding van distillatiewijn uiterlijk op 31 januari 1985 voor goedkeuring ingediend bij het bevoegde interventiebureau.

Het interventiebureau deelt aan de producent het resultaat van de goedkeuringsprocedure mede binnen vijftien dagen na de datum waarop het contract of de aangifte is ingediend.

2. De bereiding van de distillatiewijn mag niet na 31 juli 1985 plaatsvinden.

3. De distillatiewijn mag eerst worden gedistilleerd na de goedkeuring van het contract of de aangifte, maar niet later dan 31 augustus 1985.

4. De bereiders sturen uiterlijk de tiende van elke maand aan het interventiebureau een overzicht toe van de hun in de voorafgaande maand geleverde hoeveelheden wijn.

5. Voor de tot distillatiewijn verwerkte wijn wordt aan de bereider steun toegekend ten bedrage van 0,99 Ecu per hectoliter en per % vol effectief alcoholgehalte van de wijn vóór verwerking tot distillatiewijn. Om de steun te ontvangen, dient de bereider uiterlijk op 30 november 1985 een aanvraag in bij het bevoegde interventiebureau, en hij voegt daarbij een kopie van de geleidedocumenten betreffende het transport van de wijn waarvoor de steun wordt aangevraagd, of een samenvattend overzicht van die documenten.

De Lid-Staten kunnen verlangen dat de kopieën of overzichten als bedoeld in de tweede alinea door een controle-instantie worden geviseerd.

De steun wordt uitbetaald uiterlijk drie maanden na de datum waarop het bewijs is geleverd dat de in artikel 26, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde waarborg is gesteld en, in ieder geval, na de datum waarop het contract of de aangifte is goedgekeurd.

6. Behoudens het bepaalde in artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 wordt de waarborg slechts vrijgegeven indien uiterlijk op 31 maart 1986 het bewijs wordt geleverd:

- dat de totale in het contract of in de aangifte vermelde hoeveelheid wijn tot distillatiewijn is verwerkt en is gedistilleerd;

- dat de aankoopprijs voor de wijn aan de producent is betaald binnen de in artikel 3, lid 2, vastgestelde termijn.

Indien de in de eerste alinea bedoelde bewijzen niet uiterlijk op 31 maart 1986 worden geleverd, vordert het interventiebureau de steun terug van de bereider van de distillatiewijn.

Indien evenwel deze bewijzen worden geleverd na afloop van de gestelde termijn maar vóór 1 juli 1986, vordert het interventiebureau 20 % van de uitgekeerde steun terug.

Indien wordt geconstateerd dat de bereider van distillatiewijn de aankoopprijs voor de wijn niet heeft betaald aan de producent, keert het interventiebureau vóór 1 augustus 1986 aan de producent een bedrag uit dat gelijk is aan de steun, eventueel via het interventiebureau van de Lid-Staat van de producent.

Artikel 9

In afwijking van het bepaalde in artikel 40, lid 1 en lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79, mag de in dat artikel bedoelde wijn in het verkeer komen:

- om naar een douanekantoor te worden gebracht voor de vervulling van de douaneformaliteiten bij uitvoer en vervolgens het grondgebied van de Gemeenschap te verlaten;

- om naar de installaties van een erkend bereider van distillatiewijn te worden gebracht voor verwerking tot distillatiewijn.

Artikel 10

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 337/79 en behoudens overmacht, treft de bevoegde instantie, wanneer de producent of de distilleerder een van de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, de maatregelen die zij in verband met de aangevoerde omstandigheid noodzakelijk acht.

2. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de gevallen waarin lid 1 is toegepast, alsmede van het gevolg dat is gegeven aan de verzoeken om toepassing van de overmachtsclausule.

Artikel 11

1. De Lid-Staten doen de Commissie uiterlijk de twintigste van elke maand voor de voorafgaande maand een overzicht toekomen waarin de volgende gegevens moeten worden vermeld:

- de gedistilleerde hoeveelheden wijn en distillatiewijn;

- de hoeveelheden alcohol die aan de interventiebureaus zijn geleverd in het kader van de distillatie bedoeld in artikel 40 van Verordening (EEG) nr. 337/79;

- de geproduceerde hoeveelheden brandewijn van wijn, alsmede de daarin aanwezige hoeveelheden alcohol;

- de hoeveelheden andere produkten met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol, waarvoor steun is aangevraagd.

2. Ten aanzien van de door hun interventiebureaus overgenomen alcohol doen de Lid-Staten vóór 1 oktober 1984 voor het wijnoogstjaar 1983/1984 aan de Commissie mededeling van de in de loop van het gehele wijnoogstjaar toegepaste verkoopprijzen, alsmede van de kenmerken en de hoeveelheden van de tegen die prijzen verkochte produkten.

3. De Lid-Staten melden uiterlijk op 31 maart 1986 bij de Commissie de gevallen waarin distilleerders of bereiders van distillatiewijn hun verplichtingen niet zijn nagekomen en welke maatregelen naar aanleiding daarvan zijn genomen.

Artikel 12

De in de artikelen 3, 5 en 6 bedoelde bedragen worden in nationale valuta omgerekend aan de hand van de op 1 september 1984 in de wijnsector geldende representatieve koers.

Artikel 13

De in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde referentieperiode loopt, voor de in artikel 40 van die verordening bedoelde verplichtingen, van 1 september 1983 tot en met 31 juli 1984.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op 1 september 1984. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 20 augustus 1984.

Voor de Commissie

Poul DALSAGER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 115 van 1. 5. 1984, blz. 77.

(3) PB nr. L 212 van 3. 8. 1983, blz. 1.

(4) PB nr. L 233 van 24. 8. 1976, blz. 20.

(5) PB nr. L 194 van 24. 7. 1984, blz. 1.

(6) Zie blz. 5 van dit Publikatieblad.

(7) PB nr. L 113 van 1. 5. 1975, blz. 1.

(1) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13.

(2) PB nr. L 295 van 30. 12. 1972, blz. 1.