Home

Verordening (EEG) nr. 2463/84 van de Commissie van 20 augustus 1984 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van de aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1983/1984 langlopende opslagcontracten voor tafelwijn hebben gesloten

Verordening (EEG) nr. 2463/84 van de Commissie van 20 augustus 1984 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van de aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1983/1984 langlopende opslagcontracten voor tafelwijn hebben gesloten

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2463/84 VAN DE COMMISSIE

van 20 augustus 1984

tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van de aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1983/1984 langlopende opslagcontracten voor tafelwijn hebben gesloten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1208/84 (2), en met name op artikel 12 bis, lid 5, en artikel 65,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1223/83 van de Raad van 20 mei 1983 inzake de in de landbouwsector toe te passen wisselkoersen (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 855/84 (4), en met name op artikel 2, lid 2,

Overwegende dat de ter ondersteuning van de wijnmarkt genomen maatregelen niet helemaal het verwachte resultaat hebben opgeleverd; dat met name de representatieve prijzen van de tafelwijnsoorten A I, A II, A III, R I en R II sedert het begin van het wijnoogstjaar onder het niveau van de respectieve interventietoepassingsprijzen zijn gebleven; dat derhalve de eerste voorwaarde die in artikel 12 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 is gesteld voor de vaststelling van aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die langlopende opslagcontracten hebben gesloten, is vervuld; dat de tweede voorwaarde, te weten dat de representatieve prijs gedurende drie opeenvolgende weken onder het niveau van de interventietoepassingsprijs blijft, tijdens de referentieperiode waarschijnlijk zal worden vervuld voor de tafelwijnsoorten A I, A II, A III, R I en R II;

Overwegende dat deze maatregelen zouden moeten voorzien in de mogelijkheid om enerzijds een bepaalde hoeveelheid wijn door middel van distillatie uit de markt te nemen en anderzijds het op de markt brengen van de resterende hoeveelheid wijn die in opslag is bij degenen die langlopende opslagcontracten hebben afgesloten, enkele maanden te vertragen in afwachting van een eventueel herstel van de markt; dat het evenwel mogelijk is dat met deze laatste maatregel het beoogde doel niet wordt bereikt; dat bijgevolg moet worden voorzien in de mogelijkheid om de aanvullende maatregelen te nemen die noodzakelijk zouden blijken;

Overwegende dat op grond van artikel 12 bis, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 337/79 de in de onderhavige verordening bedoelde distillatie niet hoger mag liggen dan 18 % van de totale hoeveelheid tafelwijn die iedere contracthouder geproduceerd heeft in het wijnoogstjaar waarin het contract op lange termijn is gesloten; dat voor de bepaling van deze totale hoeveelheid moet worden uitgegaan van de opgaven als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2408/83 van de Commissie van 25 augustus 1983 betreffende de opgaven van oogsten en voorraden van wijnbouwprodukten (5), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 62/84 (6), alsook van de inschrijvingen in de registers als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1153/75 van de Commissie van 30 april 1975 tot invoering van geleidedocumenten en met betrekking tot de verplichtingen van producenten en handelaren, met uitzondering van kleinhandelaren, in de wijnsector (7), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland;

Overwegende dat de in deze verordening bedoelde distillatie moet geschieden overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2179/83 van de Raad van 25 juli 1983 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de distillatie van wijn en bijprodukten van de wijnbereiding (8); dat volgens de artikelen 4, 5 en 26 van die verordening termijnen dienen te worden vastgesteld waarbinnen de aanvragen om goedkeuring van de leveringscontracten en aangiften bij de interventiebureaus moeten worden ingediend, alsmede termijnen voor de distillatie zelf; dat volgens artikel 8 van genoemde verordening een steunbedrag moet worden verleend dat wordt vastgesteld op basis van de in dat artikel aangegeven criteria;

Overwegende dat bovendien moet worden bepaald welke aanvullende gegevens in de leveringscontracten en de aangiften moeten worden vermeld;

Overwegende dat, om vooruitbetaling van de steun mogelijk te maken, bij artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 een waarborgregeling is ingesteld, waardoor de interventiebureaus verzekerd worden tegen het risico van onverschuldigde betalingen; dat derhalve een termijn voor de vooruitbetaling van de steun, alsmede een termijn en voorschriften voor het vrijgeven van de waarborg, dienen te worden vastgesteld;

Overwegende dat bepaalde wijnen die worden geleverd voor de in deze verordening bedoelde distillatie, kunnen worden verwerkt tot distillatiewijn; dat

derhalve de bepalingen voor de distillatie moeten worden aangepast overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 25 en 26 van Verordening (EEG) nr. 2179/83;

Overwegende dat de interventiebureaus en de Commissie van het verloop van de distillatie op de hoogte moeten worden gehouden en met name moeten weten welke hoeveelheden wijn zijn gedistilleerd en welke hoeveelheden alcohol daarbij zijn verkregen;

Overwegende dat de opslagcontracten moeten worden gesloten overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 1059/83 van de Commissie van 29 april 1983 betreffende de opslagcontracten voor tafelwijn, druivemost, geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1997/84 (2);

Overwegende dat het gehalte aan vluchtige zuren van de wijn zich tijdens de opslag op natuurlijke wijze blijft ontwikkelen, zodat het maximumgehalte dat bij Verordening (EEG) nr. 3676/83 van de Commissie van 23 december 1983 betreffende het openen van de mogelijkheid tot het sluiten van langlopende contracten voor de particuliere opslag van bepaalde soorten tafelwijn voor het wijnoogstjaar 1983/1984 (3) is vastgesteld op basis van een opslagperiode van negen maanden, dreigt te worden overschreden; dat dient te worden toegestaan dat wanneer een opslagcontract voor vier maanden wordt afgesloten en de wijn waarop het nieuwe contract betrekking heeft dezelfde is als die waarvoor het vorige contract was afgesloten, de gestelde voorwaarden als vervuld worden beschouwd, ook wanneer het gehalte aan vluchtige zuren van de wijn hoger is dan het in genoemde verordening bedoelde gehalte, op voorwaarde dat het voor tafelwijn van de betrokken soort vastgestelde maximum niet wordt overschreden en voorts alle andere administratieve en technische voorschriften in acht worden genomen; dat, om rekening te houden met de ontwikkeling van de marktsituatie, moet worden voorzien in de mogelijkheid om de contracten tussentijds te beëindigen;

Overwegende dat, aangezien de in deze verordening bedoelde opslagcontracten in het wijnoogstjaar 1983/1984 zijn afgesloten, van de laatste tijdens dit wijnoogstjaar geldende representatieve koers moet worden uitgegaan;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening worden de bepalingen vastgesteld ter uitvoering van de in artikel 12 bis van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1983/1984 langlopende opslagcontracten voor tafelwijn hebben gesloten.

Artikel 2

1. De in artikel 12 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde periode van drie opeenvolgende weken moet liggen tussen 15 juli en 30 november 1984.

2. Indien het in artikel 12 bis, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde besluit wordt vastgesteld, kunnen degenen die langlopende opslagcontracten hebben gesloten voor de soorten tafelwijn waarvoor het besluit is vastgesteld en voor wijn die met deze wijn in nauw economisch verband staat:

a) voor een hoeveelheid wijn waarvoor het contract is gesloten, tot een vast te stellen maximumpercentage van de totale hoeveelheid tafelwijn die zij in het wijnoogstjaar 1983/1984 geproduceerd hebben, overgaan tot distillatie op de in artikel 3 tot en met 9 bedoelde voorwaarden;

b) voor een vast te stellen hoeveelheid wijn waarvoor het contract is gesloten en waarvoor de sub a) bedoelde maatregel niet wordt getroffen, op de in artikel 9 bepaalde voorwaarden een opslagcontract sluiten voor een nader te bepalen termijn.

3. De totale hoeveelheid tafelwijn waarvoor het in artikel 12 bis, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde percentage geldt, is:

- voor producenten voor wie in het wijnoogstjaar 1983/1984 de in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2408/83 bedoelde verplichting geldt, de hoeveelheid die wordt verkregen door optelling van de hoeveelheden die voorkomen in hun oogstaangiften en de hoeveelheden die voorkomen in de in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1153/75 bedoelde registers en die zij zelf na de datum van indiening van de oogstaangifte hebben verkregen uit de in die aangifte vermelde produkten;

- voor producenten voor wie in het wijnoogstjaar 1983/1984 de bij het eerste streepje bedoelde verplichting niet geldt, de hoeveelheid die voorkomt in de in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1153/75 bedoelde registers en die zij zelf hebben verkregen uit aangekochte produkten.

4. Andere aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die opslagcontracten als bedoeld in lid 2, sub b), hebben gesloten voor een wijnsoort of voor wijn die in nauw economisch verband staat met die wijnsoort kunnen worden genomen, indien de representatieve prijs van deze wijnsoort beneden de interventietoepassingsprijs is gebleven gedurende de periode die is begrepen tussen de datum waarop het in artikel 12 bis, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde besluit is vastgesteld en 15 januari 1985.

Artikel 3

1. De in artikel 2, lid 2, sub a), bedoelde distillatie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2179/83 en in deze verordening.

2. Distillatie mag plaatsvinden voor wijn die was opgeslagen in het kader van een langlopend opslagcontract.

Het effectieve alcohol-volumegehalte van de werkelijk aan de distillatie geleverde wijn mag niet groter zijn dan het effectieve alcohol-volumegehalte van de wijn waarvoor een opslagcontract was gesloten.

Artikel 4

1. De contracten en aangiften als bedoeld in artikel 4, lid 1, respectievelijk in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 moeten uiterlijk op 10 december 1984 voor goedkeuring worden ingediend bij het bevoegde interventiebureau.

2. De in lid 1 bedoelde contracten en aangiften moeten ten minste de volgende gegevens bevatten:

a) de hoeveelheid, de kleur en het effectieve alcoholvolumegehalte van de te distilleren wijn,

b) de naam en het adres van de producent,

c) de plaats waar de wijn is opgeslagen,

d) de naam van de distilleerder of de firma van de distilleerderij,

e) het adres van de distilleerderij.

3. Het interventiebureau deelt uiterlijk op 10 januari 1985 aan de producent het resultaat van de goedkeuringsprocedure mede.

4. De distillatie moet uiterlijk op 31 augustus 1985 plaatsvinden.

Artikel 5

1. De in artikel 12 bis, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde minimumaankoopprijs bedraagt:

- 2,88 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort A I en voor tafelwijn die daarmede in nauw economisch verband staat,

- 6,45 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort A II,

- 7,30 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van soort A III,

- 3,16 Ecu per % vol per hectoliter voor tafelwijn van de soorten R I en R II en voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat.

De in de eerste alinea bedoelde minimumaankoopprijs wordt door de distilleerder aan de producent betaald binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop elke geleverde partij wijn in de distilleerderij is binnengekomen.

2. Het in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde steunbedrag wordt vastgesteld:

a) voor de in lid 1, eerste streepje, bedoelde wijn:

- op 2,39 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt voldoet aan de definitie van neutrale alcohol in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2179/83;

- op 2,28 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt brandewijn van wijn is die voldoet aan de in de geldende nationale bepalingen vastgestelde kwaliteitseisen;

- op 2,28 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt een distillaat of ruwe alcohol is, met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol;

b) voor de in lid 1, tweede streepje, bedoelde wijn:

- op 6,02 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt voldoet aan de definitie van neutrale alcohol in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2179/83;

- op 5,91 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt brandewijn van wijn is die voldoet aan de in de geldende nationale bepalingen vastgestelde kwaliteitseisen;

- op 5,91 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt een distillaat of ruwe alcohol is, met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol;

c) voor de in lid 1, derde streepje, bedoelde wijn:

- op 6,88 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt voldoet aan de definitie van neutrale alcohol in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2179/83;

- op 6,77 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt brandewijn van wijn is die voldoet aan de in de geldende nationale bepalingen vastgestelde kwaliteitseisen;

- op 6,77 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt een distillaat of ruwe alcohol is, met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol;

d) voor de in lid 1, vierde streepje, bedoelde wijn:

- op 2,68 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt voldoet aan de definitie van neutrale alcohol in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2179/83; - op 2,57 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt brandewijn van wijn is die voldoet aan de in de geldende nationale bepalingen vastgestelde kwaliteitseisen;

- op 2,57 Ecu per % vol per hectoliter distillatieprodukt, wanneer dit produkt een distillaat of ruwe alcohol is, met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol.

De steun wordt uitgekeerd voor de werkelijk gedistilleerde hoeveelheid wijn, met inachtneming van de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde toleranties en van de maximumhoeveelheid die mag worden gedistilleerd.

3. De distilleerder moet binnen vier maanden na de datum van indiening van het bewijs dat de totale in het contract vermelde hoeveelheid wijn is gedistilleerd, aan het interventiebureau het bewijs leveren dat hij de producent binnen de in lid 1, tweede alinea, vastgestelde termijn de aankoopprijs voor wijn heeft betaald.

Indien dit bewijs niet binnen de vastgestelde termijn wordt geleverd, wordt de uitgekeerde steun door het interventiebureau teruggevorderd. Indien dit bewijs evenwel wordt geleverd na afloop van de gestelde termijn maar vóór 28 februari 1985, vordert het interventiebureau 20 % van de uitgekeerde steun terug.

Indien wordt geconstateerd dat de distilleerder de aankoopprijs niet heeft betaald aan de producent, keert het interventiebureau vóór 1 mei 1985 aan de producent een bedrag uit dat gelijk is aan de steun, eventueel via het interventiebureau van de Lid-Staat van de producent.

Artikel 6

1. Het in artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde voorschot wordt uitgekeerd binnen drie maanden nadat het bewijs is geleverd dat de waarborg is gesteld.

2. Voor het vrijgeven van de in lid 1 bedoelde waarborg moet uiterlijk aan het einde van de vijfde maand na de uiterste datum voor de distillatie als bedoeld in artikel 4, lid 4, het bewijs worden geleverd dat de totale hoeveelheid wijn is gedistilleerd en, eventueel, het bewijs dat de aankoopprijs voor de wijn binnen de gestelde termijn is betaald.

Indien evenwel de in de eerste alinea bedoelde bewijzen worden geleverd na afloop van de in die alinea gestelde termijn maar vóór 1 mei 1985, wordt 80 % van de waarborg vrijgegeven en wordt het verschil verbeurd.

Indien deze bewijzen niet vóór 1 mei 1985 worden geleverd, wordt de waarborg volledig verbeurd.

Artikel 7

1. In het in artikel 26, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde geval wordt het contract of de leveringsaangifte voor bereiding van distillatiewijn uiterlijk op 10 december 1984 bij het bevoegde interventiebureau ingediend.

Het interventiebureau deelt uiterlijk op 10 januari 1985 aan de producent het resultaat van de goedkeuringsprocedure mede.

2. De bereiding van de distillatiewijn mag eerst plaatsvinden na de goedkeuring van het contract of de aangifte, maar niet later dan 31 juli 1985.

3. De distillatie van de distillatiewijn mag niet na 31 augustus 1985 plaatsvinden.

4. De bereiders sturen uiterlijk de tiende van elke maand aan het interventiebureau een overzicht toe van de hun in de voorgaande maand geleverde hoeveelheden wijn.

5. Voor de tot distillatiewijn verwerkte wijn wordt aan de bereiders steun toegekend, berekend per hectoliter en per % vol effectief alcoholgehalte van de wijn vóór verwerking tot distillatiewijn, en gelijk aan:

- 2,24 Ecu voor tafelwijn van soort A I en voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat,

- 5,81 Ecu voor tafelwijn van soort A II,

- 6,66 Ecu voor tafelwijn van soort A III,

- 2,52 Ecu voor tafelwijn van de soorten R I en R II en voor tafelwijn die daarmee in nauw economisch verband staat.

Om de steun te ontvangen, dient de bereider uiterlijk op 31 augustus 1985 een aanvraag in bij het bevoegde interventiebureau, en hij voegt daarbij een kopie van de geleidedocumenten betreffende het transport van de wijn waarvoor de steun wordt aangevraagd of een samenvattend overzicht van die documenten.

De Lid-Staten kunnen verlangen dat de kopieën of overzichten als bedoeld in de tweede alinea door een controle-instantie worden geviseerd.

De steun wordt uitbetaald uiterlijk drie maanden na de datum waarop het bewijs is geleverd dat de in artikel 26, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 bedoelde waarborg is gesteld en, in ieder geval, na de datum waarop het contract of de aangifte is goedgekeurd.

6. Behoudens het bepaalde in artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 wordt de waarborg slechts vrijgegeven indien uiterlijk op 31 december 1985 het bewijs wordt geleverd:

- dat de totale in het contract of in de aangifte vermelde hoeveelheid wijn tot distillatiewijn is verwerkt en is gedistilleerd; - dat de aankoopprijs voor de wijn aan de producent is betaald binnen de in artikel 5, lid 1, tweede alinea, vastgestelde termijn.

Indien de in de eerste alinea bedoelde bewijzen niet uiterlijk op 31 december 1985 worden geleverd, vordert het interventiebureau de steun terug van de bereider van de distillatiewijn.

Indien evenwel deze bewijzen worden geleverd na afloop van de gestelde termijn maar uiterlijk op 31 maart 1986, vordert het interventiebureau 20 % van de uitgekeerde steun terug.

Indien wordt geconstateerd dat de bereider van distillatiewijn de aankoopprijs voor de wijn niet heeft betaald aan de producent, keert het interventiebureau uiterlijk op 30 april 1986 aan de producent een bedrag uit dat gelijk is aan de steun, eventueel via het interventiebureau van de Lid-Staat van de producent.

Artikel 8

1. De Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk op 15 januari 1985 de hoeveelheden wijn en distillatiewijn mede waarop de goedgekeurde contracten of leveringsaangiften betrekking hebben.

2. De distilleerders doen het interventiebureau uiterlijk de tiende van elke maand een overzicht toekomen van de hoeveelheden wijn die in de afgelopen maand werden gedistilleerd, onderverdeeld volgens de categorieën bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2179/83.

3. Uiterlijk de twintigste van elke maand delen de Lid-Staten de Commissie per telexbericht voor de afgelopen maand mede welke hoeveelheden wijn en distillatiewijn werden gedistilleerd en welke hoeveelheden produkten, uitgedrukt in zuivere alcohol, werden verkregen; hierbij wordt hetzelfde onderscheid gemaakt als voorgeschreven in lid 2.

4. De Lid-Staten doen uiterlijk op 30 september 1985 mededeling van de gevallen waarin distilleerders of bereiders hun verplichtingen niet zijn nagekomen en de maatregelen die in verband daarmee zijn genomen.

Artikel 9

1. De in artikel 2, lid 2, sub b), bedoelde contracten moeten uiterlijk op 15 januari 1985 worden gesloten.

Het gehalte aan vluchtige zuren van de tafelwijn waarop de in de eerste alinea bedoelde contracten betrekking hebben, mag hoger zijn dan het bij het afsluiten van langlopende opslagcontracten geldende maximum dat is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3676/83.

Ingeval degene die een langlopend opslagcontract heeft gesloten, van de in artikel 2, lid 2, sub b), geboden mogelijkheid gebruik wenst te maken voor de gehele hoeveelheid wijn waarvoor een langlopend contract is afgesloten, kan het interventiebureau het oude contract voor de nieuwe periode valideren door de vermeldingen aan te passen.

2. Voor de in artikel 2, lid 2, sub b), bedoelde opslagcontracten geldt het steunbedrag dat wordt toegepast voor de langlopende opslagcontracten voor het wijnoogstjaar 1983/1984.

3. De in artikel 2, lid 2, sub b), bedoelde opslagcontracten kunnen op aanvraag van de betrokken producenten worden beëindigd.

In dat geval:

- is de steun voor de opslag verschuldigd voor de periode gedurende welke de betrokken wijn uit hoofde van een dergelijk contract opgeslagen is gebleven;

- komt de wijn waarvoor het opslagcontract was gesloten, niet in aanmerking voor de in artikel 2, lid 2, sub a), bedoelde distillatie.

Artikel 10

De in de artikelen 5 en 7 bedoelde bedragen worden in nationale valuta omgerekend aan de hand van de op 31 augustus 1984 in de wijnsector geldende representatieve koers.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op 16 september 1984.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 20 augustus 1984.

Voor de Commissie

Poul DALSAGER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 115 van 1. 5. 1984, blz. 77.

(3) PB nr. L 132 van 21. 5. 1983, blz. 33.

(4) PB nr. L 90 van 1. 4. 1984, blz. 1.

(5) PB nr. L 236 van 26. 8. 1983, blz. 21.

(6) PB nr. L 9 van 12. 1. 1984, blz. 12.

(7) PB nr. L 113 van 1. 5. 1975, blz. 1.

(8) PB nr. L 212 van 3. 8. 1983, blz. 1.

(1) PB nr. L 116 van 30. 4. 1983, blz. 77.

(2) PB nr. L 186 van 13. 7. 1984, blz. 28.

(3) PB nr. L 366 van 28. 12. 1983, blz. 47.