Verordening (EEG) nr. 2909/84 van de Commissie van 17 oktober 1984 betreffende het beëindigen van de visserij op sprot door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Denemarken
Verordening (EEG) nr. 2909/84 van de Commissie van 17 oktober 1984 betreffende het beëindigen van de visserij op sprot door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Denemarken
Verordening (EEG) nr. 2909/84 van de Commissie van 17 oktober 1984 betreffende het beëindigen van de visserij op sprot door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Denemarken
Publicatieblad Nr. L 275 van 18/10/1984 blz. 0016 - 0016
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 2909/84 VAN DE COMMISSIE
van 17 oktober 1984
betreffende het beëindigen van de visserij op sprot door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Denemarken
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2057/82 van de Raad van 29 juni 1982 houdende vaststelling van bepaalde maatregelen voor controle op de activiteiten van vissersvaartuigen uit de Lid-Staten (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1729/83 (2), inzonderheid op artikel 10, lid 3,
Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 320/84 van de Raad van 31 januari 1984 inzake de vaststelling van de voor 1984 geldende voorlopige totaal toegestane vangsten voor bepaalde visbestanden of groepen van visbestanden in de visserijzone van de Gemeenschap en het voor de Gemeenschap voorlopig beschikbare gedeelte van deze vangsten, de verdeling van dit gedeelte over de Lid-Staten en de bij de visserij in het kader van de totaal toegestane vangsten in acht te nemen voorschriften (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2666/84 (4), quota's vastlegt voor sprot voor 1984;
Overwegende dat het, om de naleving te waarborgen van de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten uit bepaalde bestanden, waarvoor een quotum is vastgesteld, noodzakelijk is dat de Commissie de datum vastlegt waarop het toegewezen quotum wordt geacht volledig te zijn gebruikt ten gevolge van de vangsten verricht door de vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat;
Overwegende dat, volgens de gegevens medegedeeld aan de Commissie, de vangsten van sprot in de wateren van ICES-gebied III a, door vaartuigen die de vlag voeren van Denemarken of die in Denemarken zijn geregistreerd, het voor 1984 toegewezen quotum bereikt hebben; dat Denemarken de visserij op dit bestand verboden heeft met ingang van 15 oktober 1984; dat het daarom noodzakelijk is deze datum aan te houden,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Door de vangsten van sprot in de wateren van ICES-gebied III a, door vaartuigen die de vlag voeren van Denemarken of die in Denemarken zijn geregistreerd, wordt het aan Denemarken voor 1984 toegewezen quotum geacht volledig te zijn gebruikt.
De visserij op sprot in de wateren van ICES-gebied III a, door vaartuigen die de vlag voeren van Denemarken of die in Denemarken zijn geregistreerd, is verboden alsmede het aan boord houden, de overlading en het lossen van sprot welke door vermelde vaartuigen gevangen is in deze wateren na de datum van toepassing van deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing vanaf 15 oktober 1984.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 17 oktober 1984.
Voor de Commissie
Giorgios CONTOGEORGIS
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 220 van 29. 7. 1982, blz. 1.
(2) PB nr. L 169 van 28. 6. 1983, blz. 14.
(3) PB nr. L 37 van 8. 2. 1984, blz. 1.
(4) PB nr. L 253 van 21. 9. 1984, blz. 5.