Verordening (EEG) nr. 2962/84 van de Commissie van 23 oktober 1984 houdende wederinstelling van de heffing van invoerrechten van toepassing op kleding en kledingtoebehoren van postonderverdeling 39.07 B V ex d), van oorsprong uit Hong-Kong, waarvoor de in Verordening (EEG) nr. 3569/83 van de Raad vermelde tariefpreferenties zijn verleend
Verordening (EEG) nr. 2962/84 van de Commissie van 23 oktober 1984 houdende wederinstelling van de heffing van invoerrechten van toepassing op kleding en kledingtoebehoren van postonderverdeling 39.07 B V ex d), van oorsprong uit Hong-Kong, waarvoor de in Verordening (EEG) nr. 3569/83 van de Raad vermelde tariefpreferenties zijn verleend
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 2962/84 VAN DE COMMISSIE
van 23 oktober 1984
houdende wederinstelling van de heffing van invoerrechten van toepassing op kleding en kledingtoebehoren van postonderverdeling 39.07 B V ex d), van oorsprong uit Hong-Kong, waarvoor de in Verordening (EEG) nr. 3569/83 van de Raad vermelde tariefpreferenties zijn verleend
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3569/83 van de Raad van 16 december 1983 houdende toepassing van algemene tariefpreferenties voor het jaar 1984 op bepaalde industrieprodukten van oorsprong uit ontwikkelingslanden (1), inzonderheid op artikel 13,
Overwegende dat op grond van artikel 1 van genoemde verordening, de in bijlage B vermelde produkten van oorsprong uit alle in bijlage C vermelde landen en gebieden zijn begunstigd met een totale schorsing van invoerrechten en in het algemeen onderworpen zijn aan een driemaandelijks statistisch toezicht berustend op de in artikel 12 genoemde referentiebasis;
Overwegende dat volgens de bepalingen van artikel 12, zodra, in het kader van de preferentiële regeling, uit de verhoging van invoer van de genoemde produkten van oorsprong uit één of meer begunstigde landen, in de Gemeenschap of in een deel van de Gemeenschap economische moeilijkheden kunnen voortvloeien, de heffing van invoerrechten wederingesteld kan worden, na raadpleging van de Lid-Staten door de Commissie; dat het, te dien einde, passend is om de in aanmerking te nemen referentiebasis in het algemeen vast te stellen op 150 % van het hoogste maximumbedrag dat in 1980 geldig was;
Overwegende dat voor kleding en kledingtoebehoren van postonderverdeling 39.07 B V ex d), de referentiebasis wordt vastgesteld op 4 220 300 Ecu; dat op 22 oktober 1984 de invoer in de Gemeenschap van genoemde produkten van oorsprong uit Hong-Kong door afboekingen de betreffende referentiebasis heeft bereikt; dat na de door de Commissie gedane raadplegingen blijkt dat handhaving van de preferentiële regeling economische moeilijkheden in een deel van de Gemeenschap dreigt te veroorzaken; dat derhalve de rechten weer moeten worden ingesteld voor de betreffende produkten ten opzichte van Hong-Kong,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Met ingang van 27 oktober 1984 wordt de heffing van invoerrechten, die was opgeheven krachtens Verordening (EEG) nr. 3569/83 van de Raad, weer ingesteld bij invoer in de Gemeenschap van de volgende produkten van oorsprong uit Hong-Kong:
1.2 // // // Nr. van het gemeen- schappelijk douanetarief // Omschrijving // // // 39.07 B V ex d) (NIMEXE-code 39.07-45) // Kleding en kledingtoebehoren // //
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 23 oktober 1984.
Voor de Commissie
Karl-Heinz NARJES
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 362 van 24. 12. 1983, blz. 1.