Home

Verordening (EEG) nr. 3224/84 van de Commissie van 16 november 1984 betreffende de indeling van goederen onder post 38.19 X van het gemeenschappelijk douanetarief

Verordening (EEG) nr. 3224/84 van de Commissie van 16 november 1984 betreffende de indeling van goederen onder post 38.19 X van het gemeenschappelijk douanetarief

Verordening (EEG) nr. 3224/84 van de Commissie van 16 november 1984 betreffende de indeling van goederen onder post 38.19 X van het gemeenschappelijk douanetarief

Publicatieblad Nr. L 301 van 20/11/1984 blz. 0010 - 0010
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 4 blz. 0043
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 02 Deel 11 blz. 0102
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 4 blz. 0043
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 02 Deel 11 blz. 0102


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3224/84 VAN DE COMMISSIE

van 16 november 1984

betreffende de indeling van goederen onder post 38.19 X van het gemeenschappelijk douanetarief

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 97/69 van de Raad van 16 januari 1969 betreffende de maatregelen die moeten worden getroffen voor de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2055/84 (2), inzonderheid op artikel 3,

Overwegende dat, ten einde de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, bepalingen dienen te worden vastgesteld met betrekking tot de indeling van een fijn poeder, bestaande uit een mengsel van mangaanoxyde (MnO, ongeveer 70 %) en andere bestanddelen (onder meer ijzer-, silicium- en aluminiumoxyde), verkregen uit pyrolusiet (mangaandioxyde), door vermaling van het erts, thermische reductie met behulp van stookolie en het opnieuw vermalen van het verkregen produkt;

Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief, dat als bijlage is gevoegd bij Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1018/84 (4), post 38.19 onder meer betrekking heeft op chemische produkten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen;

Overwegende dat het onderhavige produkt op grond van Aantekening 1 op Hoofdstuk 25 en Aantekening 2 op Hoofdstuk 26 niet kan worden ingedeeld onder post 25.32 en ook niet onder post 26.01;

Overwegende voorts dat het produkt, verkregen zonder enig op het isoleren van het mangaanoxyde gericht proces, niet kan worden beschouwd als een geïsoleerde chemisch welbepaalde verbinding en dat derhalve, aangezien niet voldaan wordt aan het bepaalde bij Aantekening 1 op Hoofdstuk 28, post 28.22 niet in overweging kan worden genomen;

Overwegende dat wegens het ontbreken van een meer specifieke post, het onderhavige produkt derhalve dient te worden aangemerkt als een »chemisch produkt of preparaat van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen", van post 38.19; dat binnen deze post onderverdeling X van toepassing is;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Een fijn poeder, bestaande uit een mengsel van mangaanoxyde (MnO, ongeveer 70 %) en andere bestanddelen (onder meer ijzer-, silicium- en aluminiumoxyde), verkregen uit pyrolusiet (mangaandioxyde), door vermaling van het erts, thermische reductie met behulp van stookolie en het opnieuw vermalen van het verkregen produkt, dient in het gemeenschappelijk douanetarief te worden ingedeeld onder post:

38.19 Chemische produkten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke produkten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd, noch elders onder begrepen:

X. andere

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 16 november 1984.

Voor de Commissie

Karl-Heinz NARJES

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 14 van 21. 1. 1969, blz. 1.

(2) PB nr. L 191 van 19. 7. 1984, blz. 1.

(3) PB nr. L 172 van 22. 7. 1968, blz. 1.

(4) PB nr. L 107 van 19. 4. 1984, blz. 1.