85/103/EEG: Beschikking van de Commissie van 21 december 1984 houdende machtiging van bepaalde Lid-Staten om het intracommunautair toezicht ten aanzien van bepaalde textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China te verlengen (Slechts de teksten in de Duitse, Engelse, Franse, Griekse, Italiaanse en de Nederlandse taal zijn authentiek)
85/103/EEG: Beschikking van de Commissie van 21 december 1984 houdende machtiging van bepaalde Lid-Staten om het intracommunautair toezicht ten aanzien van bepaalde textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China te verlengen (Slechts de teksten in de Duitse, Engelse, Franse, Griekse, Italiaanse en de Nederlandse taal zijn authentiek)
85/103/EEG: Beschikking van de Commissie van 21 december 1984 houdende machtiging van bepaalde Lid-Staten om het intracommunautair toezicht ten aanzien van bepaalde textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China te verlengen (Slechts de teksten in de Duitse, Engelse, Franse, Griekse, Italiaanse en de Nederlandse taal zijn authentiek)
Publicatieblad Nr. L 038 van 09/02/1985 blz. 0033 - 0034
*****
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 21 december 1984
houdende machtiging van bepaalde Lid-Staten om het intracommunautair toezicht ten aanzien van bepaalde textielprodukten van oorsprong uit de Volksrepubliek China te verlengen
(Slechts de tekst in de Duitse, de Engelse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse en de Nederlandse taal is authentiek)
(85/103/EEG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 115, eerste alinea,
Gelet op Beschikking 80/47/EEG van de Commissie van 20 december 1979 betreffende de maatregelen inzake toezicht en bescherming die de Lid-Staten mogen treffen ten aanzien van de invoer van bepaalde produkten van oorsprong uit derde landen die in een andere Lid-Staat in het vrije verkeer zijn gebracht (1), inzonderheid op de artikelen 1 en 2,
Overwegende dat krachtens Beschikking 80/47/EEG de Lid-Staten slechts inracommunautair toezicht op de daarin bedoelde invoer mogen toepassen na voorafgaande machtiging door de Commissie;
Overwegende dat de Gemeenschap in 1979 met de Volksrepubliek China onderhandelingen heeft gevoerd over een overeenkomst betreffende de handel in textielprodukten en naderhand over een aanvullend protocol bij deze overeenkomst;
Overwegende dat de Gemeenschap en China hebben besloten de bepalingen van dit protocol met ingang van 1 januari 1984 tot en met 31 december 1988 volledig toe te passen;
Overwegende dat de Raad met het oog op de tenuitvoerlegging van de bij het genoemde aanvullend protocol gewijzigde bepalingen van de overeenkomst, bij Verordening (EEG) nr. 2072/84 (2) een gemeenschappelijke regeling van toepassing op de invoer van bepaalde textielprodukten die onder de overeenkomst vallen, heeft vastgesteld;
Overwegende dat krachtens de aldus ingestelde regeling de invoer in de Gemeenschap van deze textielprodukten aan kwantitatieve beperkingen is onderworpen en dat de voorwaarden waaraan deze invoer in de Lid-Staten is onderworpen nog steeds uiteenlopen;
Overwegende dat door deze verschillen verleggingen van het handelsverkeer teweeg kunnen worden gebracht;
Overwegende dat de Commissie bij Beschikking 84/61/EEG van 25 januari 1984 (3) en van 22 februari 1984 (niet gepubliceerd) (4) bepaalde Lid-Staten heeft gemachtigd om, uit hoofde van artikel 2 van Beschikking 80/47/EEG, tot en met 31 december 1984 een intracommunautair toezicht in te stellen voor bepaalde textielprodukten die onder de overeenkomst met China vallen;
Overwegende dat de betrokken Lid-Staten de Commissie hebben verzocht te worden gemachtigd om dit intracommunautair toezicht na 31 december 1984 te verlengen;
Overwegende dat de bovenvermelde redenen die de Commissie tot genoemde beschikkingen hebben geleid nog steeds gelden, namelijk dat de verleggingen van het handelsverkeer in de betrokken textielprodukten nog steeds kunnen toenemen of de economische moeilijkheden van de betrokken Lid-Staten kunnen doen voortduren;
Overwegende dat onder deze omstandigheden de betrokken Lid-Staten dienen te worden gemachtigd om krachtens artikel 115, eerste alinea, van het Verdrag het intracommunautaire toezicht op de invoer van oorsprong uit China, bedoeld bij bovengenoemde beschikkingen van de Commissie, te verlengen;
Overwegende dat een dergelijke machtiging beperkt dient te worden tot en met 30 juni 1985, vervaldatum van Beschikking 83/326/EEG van de Commissie (5), met het oog op een algemeen nieuw onderzoek van de produkten die in de Lid-Staten aan een intracommunautair toezicht zijn onderworpen,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De in de bijlage genoemde Lid-Staten worden gemachtigd, in overeenstemming met Beschikking 80/47/EEG, de maatregelen van intracommunautair toezicht op de in deze bijlage bedoelde invoer te verlengen tot en met 30 juni 1985.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, de Helleense Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk.
Gedaan te Brussel, 21 december 1984.
Voor de Commissie
Wilhelm HAFERKAMP
Vice-Voorzitter
(1) PB nr. L 16 van 22. 1. 1980, blz. 14.
(2) PB nr. L 198 van 27. 7. 1984, blz. 1.
(3) PB nr. L 36 van 8. 2. 1984, blz. 25.
(4) PB nr. C 54 van 25. 2. 1984, blz. 2.
(5) PB nr. L 175 van 30. 6. 1983, blz. 1.
BIJLAGE
1.2 // // // Lid-Staat // Categorie // // // Bondsrepubliek Duitsland // 2 // // // Benelux // 1, 2 a), 3 a), 6, 8, 21, 24, 76 // // // Frankrijk // 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 19, 20, 21, 23, 24, 32, 33, 36, 37, 39, 59, 73, 78, 81 // // // Griekenland // 6 // // // Ierland // 4, 5, 6, 7, 8, 9, 12, 15 B, 21 // // // Italië // 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 19, 20 + 39 // // // Verenigd Koninkrijk // 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 19, 21, 37, 73 // //