Home

85/340/EEG: Beschikking van de Commissie van 27 juni 1985 houdende machtiging van bepaalde Lid-Staten om over te gaan tot een intra-communautair toezicht ten aanzien van de invoer van produkten van oorsprong uit derde landen die in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht en die het voorwerp kunnen zijn van beschermende maatregelen krachtens artikel 115 van het Verdrag (Slechts de teksten in de Duitse, Griekse, Engelse, Franse, Italiaanse en de Nederlandse taal zijn authentiek)

85/340/EEG: Beschikking van de Commissie van 27 juni 1985 houdende machtiging van bepaalde Lid-Staten om over te gaan tot een intra-communautair toezicht ten aanzien van de invoer van produkten van oorsprong uit derde landen die in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht en die het voorwerp kunnen zijn van beschermende maatregelen krachtens artikel 115 van het Verdrag (Slechts de teksten in de Duitse, Griekse, Engelse, Franse, Italiaanse en de Nederlandse taal zijn authentiek)

*****

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 1985

houdende machtiging van bepaalde Lid-Staten om over te gaan tot een intra-communautair toezicht ten aanzien van de invoer van produkten van oorsprong uit derde landen die in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht en die het voorwerp kunnen zijn van beschermende maatregelen krachtens artikel 115 van het Verdrag

(Slechts de teksten in de Duitse, Griekse, Engelse, Franse, Italiaanse en Nederlandse taal zijn authentiek)

(85/340/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 115, eerste alinea,

Gelet op Beschikking 80/47/EEG van de Commissie van 20 december 1979 betreffende de maatregelen inzake toezicht en bescherming die de Lid-Staten mogen treffen ten aanzien van de invoer van bepaalde produkten van oorsprong uit derde landen die in een andere Lid-Staat in het vrije verkeer zijn gebracht (1), inzonderheid op de artikelen 1 en 2,

Overwegende dat krachtens Beschikking 80/47/EEG de Lid-Staten slechts een intracommunautair toezicht op de daar bedoelde invoer mogen toepassen na voorafgaande machtiging door de Commissie;

Overwegende dat de Commissie bij Beschikking 80/605/EEG (2) en volgende bepaalde Lid-Staten machtiging heeft verleend een dergelijk toezicht in te stellen;

Overwegende dat bijna al deze beschikkingen vervallen op 30 juni 1985;

Overwegende dat bepaalde Lid-Staten bij de Commissie aanvragen hebben ingediend ten einde machtiging te bekomen deze van kracht zijn toezichtsmaatregelen te behouden en nieuwe controles in te stellen voor produkten niet bedoeld in voorgaande beschikkingen;

Overwegende dat de Commissie de ter staving van deze verzoeken verstrekte gegevens aan een grondig onderzoek heeft onderworpen op basis van de criteria als bepaald in de Beschikkingen 80/47/EEG en 80/605/EEG;

Overwegende dat zij in het bijzonder heeft onderzocht of er ten aanzien van de invoer intracommunautaire toezichtsmaatregelen krachtens artikel 2 van Beschikking 80/47/EEG mochten worden genomen, of er gegevens werden verstrekt betreffende de beweerde economische moeilijkheden, of er gedurende de in Beschikking 80/47/EEG bedoelde referentiejaren geen verleggingen van het handelsverkeer plaatsvonden en of er verzoeken om intracommunautaire invoervergunningen waren ingediend;

Overwegende echter dat dergelijke maatregelen kunnen worden toegestaan voor textielprodukten van groep I, zoals omschreven in Verordening (EEG) nr. 3589/82 van de Raad (3), zelfs bij afwezigheid van verleggingen van het handelsverkeer of intracommunautaire invoervergunningen, zulks gelet op het gevaar dat er economische moeilijkheden, die eigen zijn aan de handel in deze produkten op grond van hun grote gevoeligheid voor de invoer, zullen ontstaan;

Overwegende dat, in gevallen waarin invoerbeperkingen op communautair vlak bestaan voor een bepaald produkt met betrekking tot bepaalde derde landen, het risico dat de economische moeilijkheden groter zouden worden of zouden voortduren als gevolg van verleggingen in het handelsverkeer, in het algemeen als onbelangrijk mag worden beschouwd voor derde landen ten aanzien waarvan de invoermogelijkheden in de Gemeenschap lager zijn dan 1 % van de kwantitatieve beperking op communautair vlak;

Overwegende dat uit het onderzoek is gebleken dat de in de bijlagen bedoelde invoer de economische moeilijkheden in de verschillende Lid-Staten dreigt te vergroten of te verlengen;

Overwegende dat het derhalve dienstig is de Lid-Staten ertoe te machtigen deze invoer te onderwerpen aan een intracommunautair toezicht tot en met 31 december 1986;

Overwegende dat voor de niet in de bijlagen vermelde invoer de Lid-Staten de mogelijkheid behouden de invoer te controleren en later verzoeken tot toezichtsmaatregelen in te dienen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De Lid-Staten, genoemd in de bijlagen 1 tot en met 8, worden ertoe gemachtigd, voor zover het ieder van hen betreft, tot en met 31 december 1986 een intracommunautair toezicht in te stellen op de invoer van produkten bedoeld in voornoemde bijlagen, overeenkomstig het bepaalde in Beschikking 80/47/EEG.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk.

Gedaan te Brussel, 27 juni 1985.

Voor de Commissie

Willy DE CLERCQ

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 16 van 22. 1. 1980, blz. 14.

(2) PB nr. L 164 van 30. 6. 1980, blz. 20.

(3) PB nr. L 374 van 31. 12. 1982, blz. 106.