Verordening (EEG) nr. 37/85 van de Commissie van 7 januari 1985 betreffende het natuurlijke alcohol-volumegehalte van in het wijnoogstjaar 1984/1985 geproduceerde Prosecco di Conegliano Valdobbiadene en het totale minimum-alcohol-volumegehalte van de cuvées bestemd voor de bereiding ervan
Verordening (EEG) nr. 37/85 van de Commissie van 7 januari 1985 betreffende het natuurlijke alcohol-volumegehalte van in het wijnoogstjaar 1984/1985 geproduceerde Prosecco di Conegliano Valdobbiadene en het totale minimum-alcohol-volumegehalte van de cuvées bestemd voor de bereiding ervan
Verordening (EEG) nr. 37/85 van de Commissie van 7 januari 1985 betreffende het natuurlijke alcohol-volumegehalte van in het wijnoogstjaar 1984/1985 geproduceerde Prosecco di Conegliano Valdobbiadene en het totale minimum-alcohol-volumegehalte van de cuvées bestemd voor de bereiding ervan
Publicatieblad Nr. L 005 van 08/01/1985 blz. 0007
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 37/85 VAN DE COMMISSIE
van 7 januari 1985
betreffende het natuurlijke alcohol-volumegehalte van in het wijnoogstjaar 1984/1985 geproduceerde Prosecco di Conegliano Valdobbiadene en het totale minimum-alcohol-volumegehalte van de cuvées bestemd voor de bereiding ervan
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 338/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3687/84 (2), en met name op artikel 7, lid 2, en artikel 8, lid 6, tweede alinea,
Overwegende dat in artikel 7, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 338/79 is bepaald dat afwijkingen kunnen worden vastgesteld van het door de Lid-Staten in acht te nemen minimumgehalte bij de vaststelling van het minimale natuurlijke alcohol-volumegehalte van de v.q.p.r.d.; dat in artikel 8, lid 5, tweede alinea, van genoemde verordening is bepaald dat de cuvées, bestemd voor de bereiding van sommige in bepaalde gebieden geproduceerde mousserende kwaliteitswijnen waarvan de benaming betrekking heeft op een wijnstokras, een totaal alcohol-volumegehalte mogen hebben dat lager is dan het vereiste gehalte;
Overwegende dat de weersomstandigheden in het wijnoogstjaar 1984/1985 voor het wijnstokras Prosecco in wijnbouwzone C II bijzonder nadelig zijn geweest; dat de cuvées voor de bereiding van de v.m.q.p.r.d. die wordt bereid uit de druiven van dat wijnstokras derhalve niet het totale minimum-alcohol-volumegehalte van 9 % vol, voorgeschreven bij artikel 8, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 338/79, hebben; dat, ten einde aanzienlijke verliezen voor de betrokken producenten te voorkomen, voor het betrokken wijnoogstjaar een lager totaal minimum-alcohol-volumegehalte voor de betrokken cuvées moet worden vastgesteld en de betrokken Lid-Staat moet worden gemachtigd om voor de v.m.q.p.r.d., die uit die cuvées wordt bereid, een minimaal natuurlijk alcohol-volumegehalte vast te stellen dat lager is dan het in artikel 7, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 338/79 voorgeschreven minimumgehalte;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de produktie van het wijnoogstjaar 1984/1985:
- mag het minimale natuurlijke alcohol-volumegehalte van de v.m.q.p.r.d. »Prosecco di Conegliano Valdobbiadene", met inbegrip van de benaming »Prosecco di Cartizze", in afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 338/79, door Italië op minder dan 9,5 % vol, maar niet minder dan 8 % vol, worden vastgesteld;
- wordt het totale minimum-alcohol-volumegehalte van de voor de bereiding van de bovengenoemde v.m.q.p.r.d. bestemde cuvées vastgesteld op 8 % vol.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 7 januari 1985.
Voor de Commissie
Frans ANDRIESSEN
Lid van de Commissie
(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 48.
(2) PB nr. L 341 van 29. 12. 1984, blz. 5.