Verordening (EEG) nr. 227/85 van de Raad van 29 januari 1985 houdende intrekking van het definitieve anti-dumpingrecht op de invoer van staande piano' s van oorsprong uit de Sovjetunie
Verordening (EEG) nr. 227/85 van de Raad van 29 januari 1985 houdende intrekking van het definitieve anti-dumpingrecht op de invoer van staande piano' s van oorsprong uit de Sovjetunie
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 227/85 VAN DE RAAD
van 29 januari 1985
houdende intrekking van het definitieve anti-dumpingrecht op de invoer van staande piano's van oorsprong uit de Sovjetunie
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2176/84 van de Raad van 23 juli 1984 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op artikel 14,
Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na overleg in het bij genoemde verordening ingestelde Raadgevend Comité,
Overwegende het volgende:
A. Definitief recht
(1) Bij Verordening (EEG) nr. 2236/82 (2) heeft de Raad een definitief anti-dumpingrecht ingesteld op de invoer van staande piano's, vallende onder post 92.01 A I van het gemeenschappelijk douanetarief en overeenkomende met NIMEXE-code 92.01-12, van oorsprong uit de Sovjetunie.
B. Procedure van nieuw onderzoek
(2) De Commissie heeft van de exporteur uit de Sovjetunie van deze produkten, Raznoexport (Moskou), een verzoek ontvangen om dit definitieve anti-dumpingrecht opnieuw te onderzoeken.
C. Verbintenis
(3) De exporteur uit de Sovjetunie heeft een verbintenis aangeboden waarbij hij zich verbindt vrijwillig een minimaal prijsniveau voor zijn uitvoer in acht te nemen.
(4) De Commissie is van oordeel dat deze verbintenis tot gevolg heeft dat de dumping en de door de betrokken uitvoer aan de communautaire bedrijfstak berokkende schade onder deze omstandigheden worden opgeheven. Dientengevolge heeft zij, na overleg, de verbintenis van de exporteur uit de Sovjetunie aanvaard bij Besluit 84/638/EEG (3). Deze verbintenis is op 1 januari 1985 definitief geworden.
D. Intrekking van het definitieve anti-dumpingrecht
(5) Onder deze omstandigheden acht de Raad een definitief anti-dumpingrecht niet langer meer nodig in het belang van de Gemeenschap. Artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2236/82 dient bijgevolg te worden ingetrokken.
(6) Voorts dienen de sinds 1 januari 1985, datum waarop de verbintenis in werking treedt, reeds geïnde definitieve anti-dumpingrechten te worden terugbetaald,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 2236/82 van de Raad wordt ingetrokken.
Artikel 2
De definitieve anti-dumpingrechten, die krachtens Verordening (EEG) nr. 2236/82 na 1 januari 1985 zijn geïnd, dienen te worden terugbetaald.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 29 januari 1985.
Voor de Raad
De Voorzitter
G. ANDREOTTI
(1) PB nr. L 201 van 30. 7. 1984, blz. 1.
(2) PB nr. L 238 van 13. 8. 1982, blz. 1.
(3) PB nr. L 332 van 20. 12. 1984, blz. 79.