Home

Verordening (EEG) nr. 486/85 van de Raad van 26 februari 1985 inzake de regeling voor landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee

Verordening (EEG) nr. 486/85 van de Raad van 26 februari 1985 inzake de regeling voor landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee

Verordening (EEG) nr. 486/85 van de Raad van 26 februari 1985 inzake de regeling voor landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee

Publicatieblad Nr. L 061 van 01/03/1985 blz. 0004 - 0019
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 21 blz. 0233
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 21 blz. 0233


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 486/85 VAN DE RAAD

van 26 februari 1985

inzake de regeling voor landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen , van oorsprong uit de Staten in Afrika , het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikel 43 en 113 ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 3033/80 van de Raad van 11 november 1980 tot vaststelling van de handelsregeling die van toepassing is op bepaalde goederen verkregen door verwerking van landbouwprodukten ( 1 ) , inzonderheid op artikel 12 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 3 ) ,

Overwegende dat de derde ACS - EEG-Overeenkomst op 8 december 1984 te Lomé is ondertekend ;

Overwegende dat in artikel 130 , lid 2 , sub a ) , van deze Overeenkomst is bepaald dat produkten van oorsprong uit de ACS-Staten :

- die zijn genoemd in de lijst van bijlage II van het Verdrag , voor zover zij aan een gemeenschappelijke marktordening in de zin van artikel 40 van het Verdrag zijn onderworpen of

- die bij invoer in de Gemeenschap zijn onderworpen aan een bijzondere regeling , ingesteld in verband met de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ,

in afwijking van de algemene regeling die ten aanzien van derde landen geldt , overeenkomstig de volgende bepalingen in de Gemeenschap worden ingevoerd :

i ) produkten waarvoor de op het moment van invoer van kracht zijnde Gemeenschapsbepalingen behalve douanerechten geen andere maatregel inzake de invoer behelzen , kunnen vrij van douanerechten worden ingevoerd ;

ii ) voor andere dan de sub i ) bedoelde produkten neemt de Gemeenschap de nodige maatregelen om een regeling te waarborgen die gunstiger is dan die welke krachtens de clausule van de meest begunstigde natie voor dezelfde produkten op derde landen wordt toegepast ;

Overwegende dat in artikel 130 , lid 2 , sub d ) , van de derde ACS - EEG-Overeenkomst is bepaald dat de sub a ) bedoelde regeling tegelijkertijd met de Overeenkomst in werking treedt en voor de gehele duur daarvan van toepassing blijft ;

Overwegende dat de Gemeenschap heeft besloten de regeling bedoeld in artikel 130 , lid 2 , sub a ) , betreffende het handelsverkeer in landbouwprodukten en levensmiddelen , reeds vanaf 1 maart 1985 , dus voor de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst , autonoom toe te passen ten aanzien van de ACS-Staten die de Overeenkomst hebben ondertekend ;

Overwegende dat bij de verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de betrokken sectoren , regelingen voor het handelsverkeer met derde landen zijn ingesteld ;

Overwegende dat voor de toepassing van deze verordening onder het begrip " invoerrechten " wordt verstaan het begrip als omschreven in artikel 1 , lid 2 , sub a ) , van Verordening ( EEG ) nr . 918/83 ( 4 ) ;

Overwegende dat enerzijds deze regelingen voor het handelsverkeer bij de invoer van een aantal produkten slechts in de toepassing van douanerechten voorzien ; dat anderzijds deze regelingen voorzien in de toepassing van douanerechten en heffingen bij invoer van rundvlees , schape - en geitevlees en van op basis van groenten en fruit verwerkte produkten , het opleggen van heffingen voor granen , rijst en op basis van granen en rijst verwerkte produkten , de heffing van een ad valorem recht en een variabel element op bepaalde goederen verkregen door verwerking van landbouwprodukten , de toepassing van douanerechten en andere maatregelen bij invoer van visserijprodukten , bepaalde soorten groenten en fruit , oliën en vetten ; dat de verplichtingen van de Gemeenschap ten opzichte van de ACS-Staten die voortvloeien uit het bepaalde in artikel 130 , lid 2 , sub a ) , van de derde ACS - EEG-Overeenkomst kunnen worden nagekomen door de betrokken produkten , van oorsprong uit de ACS-Staten , geheel of gedeeltelijk vrij te stellen van invoerrechten ;

Overwegende dat dient te worden gepreciseerd dat de voordelen die voortvloeien uit artikel 130 , lid 2 , sub a ) van de derde ACS - EEG-Overeenkomst slechts worden toegekend voor de produkten van oorsprong in de zin van Protocol nr . 1 betreffende de definitie van het begrip " produkten van oorsprong " en de methoden van administratieve samenwerking , gehecht aan de op 31 oktober 1979 te Lomé ondertekende tweede ACS - EEG-Overeenkomst ( 1 ) , waarvan de toepassingsduur , voor wat een aantal bepalingen betreft , is verlengd bij Verordening ( EEG ) nr . 485/85 ( 2 ) ;

Overwegende dat vanaf de inwerkingtreding van de derde ACS - EEG-Overeenkomst het daaraan gehechte Protocol nr . 1 van toepassing zal zijn voor wat betreft de oorsprongregels ;

Overwegende dat aan deze voordelen bovendien naar gelang van het geval bepaalde voorwaarden dienen te worden verbonden en dat jaarlijkse en meerjarige kwantitatieve beperkingen dienen te worden ingesteld ;

Overwegende dat er van oudsher handelsstromen hebben bestaan van de ACS-Staten naar de Franse overzeese departementen en dat bijgevolg maatregelen dienen te worden vastgesteld om de invoer van bepaalde produkten van oorsprong uit de ACS-Staten in de Franse overzeese departementen te bevorderen ten einde te voorzien in de behoeften van de plaatselijke consumptie van deze produkten , ook na verwerking ; dat dient te worden voorzien in de mogelijkheid de regeling voor de toegang tot de markten van de produkten van oorsprong uit de ACS-Staten bedoeld in artikel 130 , lid 2 , van de derde ACS - EEG-Overeenkomst te wijzigen , met name naar gelang van de vereisten van de economische ontwikkeling van deze departementen ;

Overwegende dat dient te worden gepreciseerd dat de vrijwaringsclausules , vervat in de verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten en in de bijzondere regelingen die zijn ingevoerd in verband met de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid , van toepassing zijn ; dat krachtens de toepassing als overgangsmaatregel van sommige bepalingen van de tweede ACS - EEG-Overeenkomst , artikel 12 , lid 1 , van die Overeenkomst van toepassing is en wordt vervangen door artikel 139 , lid 1 , van de derde ACS - EEG-Overeenkomst , zodra deze in werking treedt ; dat genoemde bepalingen van de tweede ACS - EEG-Overeenkomst van aanvullende toepassing zijn en ten uitvoer worden gelegd overeenkomstig Verordening ( EEG ) nr . 1470/80 van de Raad van 9 juni 1980 betreffende de in de tweede ACS - EEG-Overeenkomst bedoelde vrijwaringsmaatregelen ( 3 ) die tijdens de overgangsperiode van toepassing blijft , en overeenkomstig de verordening die daarvoor in de plaats treedt gedurende de toepassingsperiode van de derde ACS - EEG-Overeenkomst ;

Overwegende dat de associatie met de Gemeenschap van de landen en gebieden overzee , hierna " landen en gebieden " genoemd , geregeld wordt bij Besluit 80/1186/EEG ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Besluit 85/159/EEG ( 5 ) , met betrekking tot de invoerregeling van landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen alsmede de regels van oorsprong en waarvan de vrijwaringsmaatregelen van aanvullende toepassing zijn ; dat vanaf de inwerkingtreding van een nieuw besluit de daarbij vast te stellen bepalingen van toepassing zullen zijn ;

Overwegende dat de visserijprodukten onderworpen zijn aan de bepalingen van artikel 1 van het Protocol betreffende de bijzondere regeling van toepassing op Groenland , gehecht aan het op 13 maart 1984 ondertekende Verdrag houdende wijziging van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen voor wat Groenland betreft ( 6 ) , en van Verordening ( EEG ) nr . 225/85 van de Raad van 29 januari 1985 tot vaststelling van specifieke maatregelen in verband met de bijzondere regeling voor Groenland op het gebied van de visserij ( 7 ) ;

Overwegende dat voor de invoer van rijst van oorsprong uit de ACS-Staten in de overzeese departementen de regeling vastgesteld bij artikel 21 van Verordening ( EEG ) nr . 435/80 ( 8 ) , verlengd bij Verordening ( EEG ) nr . 3486/80 ( 9 ) , tot en met 30 juni 1985 van toepassing dient te blijven ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Deze verordening is van toepassing op de produkten van oorsprong uit de in bijlage I genoemde ACS-Staten of uit de in bijlage II genoemde landen en gebieden .

2 . Op deze uit de ACS-Staten of uit de landen en gebieden ingevoerde produkten zijn de oorsprongregels , neergelegd in Protocol nr . 1 gehecht aan de tweede ACS - EEG-Overeenkomst , respectievelijk in bijlage II van Besluit 80/1186/EEG , van toepassing . Deze regels houden op van kracht te zijn op het moment van de inwerkingtreding van de overeenkomstige regels , neergelegd in de derde ACS - EEG-Overeenkomst en in het te nemen besluit betreffende de associatie van de landen en gebieden .

3 . Indien het statuut van de in bijlage II genoemde landen en gebieden een wijziging ondergaat , wordt de in de bijlagen I en II vervatte lijst van Staten , landen en gebieden door de Commissie dienovereenkomstig aangepast .

TITEL I

Rundvlees

Artikel 2

De in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 805/68 ( 14 ) bedoelde produkten van de sector rundvlees worden vrij van douanerechten ten invoer toegelaten .

Artikel 3

Indien de invoer in de Gemeenschap van de produkten van post 02.01 A II en post 16.02 B III b ) 1 aa ) van het gemeenschappelijk douanetarief , van oorsprong uit een ACS-Staat of een land of gebied , in een bepaald jaar een hoeveelheid overschrijdt die overeenkomt met de omvang van de invoer in de Gemeenschap tijdens het jaar waarin tussen 1969 en 1974 de omvangrijkste communautaire invoer van de betrokken oorsprong heeft plaatsgevonden , verhoogd met een jaarlijks groeipercentage van 7 , wordt de vrijstelling van douanerechten voor de produkten van die oorsprong geheel of ten dele geschorst volgens de procedure van artikel 22 .

In dat geval brengt de Commissie verslag uit bij de Raad , die op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid de regeling voor de betreffende invoer vaststelt .

Artikel 4

1 . Binnen de grenzen per land en in totaal als bedoeld in artikel 5 worden de andere invoerrechten dan de douanerechten die worden toegepast op de in artikel 1 , sub a ) , van Verordening ( EEG ) nr . 805/68 genoemde produkten van oorsprong uit de ACS-Staten verminderd met een bedrag dat elke drie maanden door de Commissie wordt vastgesteld en dat overeenkomt met 90 % van het gemiddelde van de invoerrechten die tijdens een referentieperiode worden toegepast .

2 . Lid 1 is slechts van toepassing op de invoer waarvoor de importeur het bewijs levert dat door het exporterende land een belasting bij uitvoer is geïnd waarvan het bedrag overeenkomt met de in dat lid bedoelde verlaging .

Artikel 5

1 . De in artikel 4 bedoelde verlaging van de invoerrechten geldt voor de volgende , in vlees zonder been uitgedrukte hoeveelheden per kalenderjaar en per land :

Botswana : 18 916 ton ,

Kenia : 142 ton ,

Madagascar : 7 579 ton ,

Swaziland : 3 363 ton ,

Zimbabwe : 8 100 ton .

2 . De verlaging wordt toegepast op een hoeveelheid van 30 000 ton , waarop de door de betrokken landen uitgevoerde hoeveelheden in mindering worden gebracht , binnen de grenzen van de hierboven vermelde jaarlijkse quota .

Indien de leveringen deze hoeveelheid niet overschrijden , is de procedure van lid 4 van toepassing .

3 . Zodra deze hoeveelheid bereikt is , is de verlaging automatisch van toepassing op de uit deze zelfde landen ingevoerde hoeveelheden , door afboeking op een nieuwe hoeveelheid van 8 100 ton binnen de grenzen van de hierboven vermelde jaarlijkse quota .

4 . Indien het een ACS-Staat onmogelijk is om zijn volledig , in lid 1 vermeld jaarlijks quotum te leveren , kan , indien hij daarom in de loop van het jaar verzoekt , volgens de procedure van artikel 22 , binnen een grens van 30 000 ton voor het lopende of voor het daaropvolgende jaar tot een andere verdeling van de bij lid 1 vastgestelde hoeveelheden tussen de overige betrokken Staten worden besloten .

TITEL II

Schape - en geitevlees

Artikel 6

1 . De in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 1837/80 ( 15 ) bedoelde produkten worden vrij van douanerechten ten invoer toegelaten .

2 . De heffingen worden niet toegepast bij invoer van de onderstaande produkten , bedoeld in artikel 1 , sub a ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1837/80 :

- levende schapen en geiten , andere dan fokdieren van zuiver ras , van post 01.04 B van het gemeenschappelijk douanetarief ;

- vlees van schapen of geiten , vers , gekoeld of bevroren , van post 02.01 A IV van het gemeenschappelijk douanetarief , met uitzondering van vlees van schapen ( huisdieren ) ;

- vlees van schapen of van geiten , gezouten , gepekeld , gedroogd of gerookt , van post 02.06 C II a ) van het gemeenschappelijk douanetarief , met uitzondering van vlees van schapen ( huisdieren ) .

TITEL III

Visserijprodukten

Artikel 7

Onverminderd de voorwaarden van artikel 1 van het Protocol betreffende de bijzondere regeling van toepassing op Groenland en van de besluiten die op grond van Verordening ( EEG ) nr . 225/85 en met betrekking tot de visserijprodukten van oorsprong uit Groenland kunnen worden genomen , worden de in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 3796/81 ( 16 ) bedoelde visserijprodukten , vrij van douanerechten ten invoer toegelaten .

TITEL IV

Oliën en vetten

Artikel 8

De produkten van de sector oliën en vetten , als bedoeld in artikel 1 , lid 2 , sub a ) en b ) , van Verordening nr . 136/66/EEG ( 17 ) worden vrij van douanerechten ten invoer toegelaten .

TITEL V

Granen

Artikel 9

1 . De heffing die van toepassing is bij invoer van maïs van post 10.05 B van het gemeenschappelijk douanetarief is die welke overeenkomstig artikel 13 van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 ( 18 ) , wordt vastgesteld , verminderd met 1,81 Ecu per ton .

2 . De heffing die van toepassing is bij invoer van pluimgierst , tros - of vogelgierst ( millet ) van post 10.07 B van het gemeenschappelijk douanetarief en van sorgho van post 10.07 C van het gemeenschappelijk douanetarief is die welke overeenkomstig artikel 13 van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 wordt vastgesteld , verminderd met 50 % .

TITEL VI

Rijst

Artikel 10

1 . Binnen de grenzen van de in artikel 11 genoemde hoeveelheden is de bij invoer van rijst van post 10.06 B van het gemeenschappelijk douanetarief toe te passen heffing per 1 000 kg produkt gelijk aan de heffing bij de invoer van rijst uit derde landen , verminderd met :

a ) voor padie van post 10.06 B I a ) van het gemeenschappelijk douanetarief :

- 50 % en

- een bedrag van 3,6 Ecu ;

b ) voor gedopte rijst van post 10.06 B I b ) van het gemeenschappelijk douanetarief :

- 50 % en

- een bedrag van 3,6 Ecu ;

c ) voor halfwitte rijst van post 10.06 B II a ) van het gemeenschappelijk douanetarief :

- het in artikel 14 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 ( 19 ) bedoelde bedrag voor bescherming van de industrie , dat wordt omgerekend met behulp van het in artikel 19 , onder a ) , derde streepje , van die verordening bedoelde percentage voor omrekening van volwitte rijst in halfwitte rijst ;

- 50 % van de aldus verlaagde heffing en

- een bedrag van 5,4 Ecu ;

d ) voor volwitte rijst van post 10.06 B II b ) van het gemeenschappelijk douanetarief :

- het in artikel 14 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 bedoelde bedrag voor bescherming van de industrie ;

- 50 % van de aldus verlaagde heffing en

- een bedrag van 5,4 Ecu ;

e ) voor breukrijst van post 10.06 B III van het gemeenschappelijk douanetarief :

- 50 % en

- een bedrag van 3,0 Ecu .

2 . Lid 1 is uitsluitend van toepassing op invoertransacties waarvoor de importeur het bewijs levert dat door het exporterende land een belasting bij uitvoer is geïnd waarvan het bedrag overeenkomt met de in lid 1 bedoelde verlaging .

Artikel 11

1 . De in artikel 10 bedoelde verlaging van de heffing wordt per kalenderjaar beperkt tot een hoeveelheid van , omgerekend in gedopte rijst , 122 000 ton rijst van de posten 10.06 B I en B II van het gemeenschappelijk douanetarief en tot een hoeveelheid van 17 000 ton breukrijst van post 10.06 B III van het gemeenschappelijk douanetarief .

Voor de omrekening van de hoeveelheden rijst in andere bewerkingsstadia dan het stadium van gedopte rijst worden de omrekeningscoëfficiënten toegepast die in artikel 1 van Verordening nr . 467/67/EEG ( 20 ) zijn vastgesteld .

2 . Naar gelang van het tijdstip van de inwerkingtreding en dat van de afloop van deze verordening worden de bij lid 1 vastgestelde hoeveelheden per kalenderjaar " pro rata temporis " berekend .

3 . De Commissie besluit , de toepassing van artikel 10 voor de resterende periode van het jaar te schorsen , zodra zij in de loop van een jaar constateert dat de invoer waarop de voorgaande bepalingen zijn toegepast , de bij lid 1 vastgestelde hoeveelheden heeft bereikt .

TITEL VII

Op basis van granen en rijst verwerkte produkten

Artikel 12

1 . Het bij invoer van de in bijlage A van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 en van de in artikel 1 , lid 1 , sub c ) , van Verordening ( EEG ) nr . 1418/76 bedoelde produkten toe te passen douanerecht of vaste element van de heffing wordt voor deze produkten niet geheven .

2 . Het variabele element van de heffing wordt verminderd met :

- 1,81 Ecu per 1 000 kg voor de produkten van post 07.06 A van het gemeenschappelijk douanetarief , met uitzondering van arrow-root ( pijlwortel ) ;

- 3,63 Ecu per 1 000 kg voor de produkten van post 11.04 C van het gemeenschappelijk douanetarief , met uitzondering van meel en gries van arrow-root ( pijlwortel ) ;

- 50 % voor de produkten van post 11.08 A V van het gemeenschappelijk douanetarief , met uitzondering van zetmeel van arrow-root ( pijlwortel ) .

3 . Het variabele element van de heffing wordt niet toegepast bij invoer van :

- arrow-root ( pijlwortel ) van post 07.06 A van het gemeenschappelijk douanetarief ;

- meel en gries van arrow-root ( pijlwortel ) van post 11.04 C van het gemeenschappelijk douanetarief ;

- zetmeel van arrow-root ( pijlwortel ) van post 11.08 A V van het gemeenschappelijk douanetarief .

TITEL VIII

Groenten en fruit

Artikel 13

1 . De hierna volgende produkten worden vrij van douanerechten ten invoer toegelaten :

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving *

07.01 * Groenten en moeskruiden , vers of gekoeld : *

* F . Peulgroenten , ook indien gedopt *

* G . Wortelen , rapen , kroten , schorseneren , knolselderij , radijs en andere dergelijke eetbare wortelen en knollen : *

* ex IV . andere : *

* - Radijzen ( Raphanus sativus ) , zogenaamde " Moolis " *

* S . niet scherp smakende pepers *

* T . andere *

08.02 * Citrusvruchten , vers of gedroogd : *

* D . Pompelmoezen en pomelo's *

* E . andere *

08.08 * Aardbeien en bessen , vers : *

* E . Papaja's *

* F . andere : *

* ex II . overige : *

* - Passievruchten ( vruchten van de passiebloem ) *

08.09 * Ander vers fruit *

2 . Onder voorbehoud van de in lid 3 opgenomen bijzondere bepalingen worden de douanerechten voor de hierna genoemde produkten met onderstaande percentages verlaagd :

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving * Percentage van de verlaging *

07.01 * Groenten en moeskruiden , vers of gekoeld : * *

* G . Wortelen , rapen , kroten , schorseneren , knolselderij , radijs en andere dergelijke eetbare wortelen en knollen : * *

* ex II . Wortelen en rapen : * *

* - Wortelen , van 1 januari tot en met 31 maart * 40 *

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving * Percentage van de verlaging *

07.01 ( vervolg ) * ex H . Uien , sjalotten en knoflook : * *

* - Uien , van 15 februari tot en met 15 mei * 60 *

* ex K . Asperges : * *

* - van 15 augustus tot en met 31 januari * 40 *

* M . Tomaten : * *

* ex I . van 1 november tot en met 14 mei : * *

* - van 15 november tot en met 30 april ( binnen de grenzen van een jaarlijks communautair tariefcontingent van 2 000 ton ) * 60 *

* Q . Paddestoelen en truffels : * *

* IV . andere * 40 *

08.02 * Citrusvruchten , vers of gedroogd : * *

* A . Sinaasappelen * 80 *

* B . Mandarijnen , tangerines en satsuma's daaronder begrepen ; clementines , wilkings en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten * 80 *

08.08 * Aardbeien en bessen , vers : * *

* A . Aardbeien : * *

* ex II . van 1 augustus tot en met 30 april : * *

* - van 1 november tot en met eind februari ( binnen de grenzen van een jaarlijks communautair tariefcontingent van 700 ton ) * 60 *

3 . Voor de invoer tegen de in lid 2 genoemde verlaagde douanerechten van wortelen van post ex 70.01 G II van het gemeenschappelijk douanetarief en van uien van post ex 07.01 H van het gemeenschappelijk douanetarief geldt een jaarlijks maximum van 500 ton voor elk van deze produkten , bij overschrijding waarvan de effectief ten opzichte van derde landen toegepaste douanerechten weer worden ingesteld .

TITEL IX

Op basis van groenten en fruit verwerkte produkten

Artikel 14

1 . De in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 516/77 ( 21 ) bedoelde produkten worden vrij van douanerechten ten invoer toegelaten .

2 . Bij de invoer voor de hierna volgende produkten worden geen heffingen toegepast :

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving *

20.06 * Op andere wijze bereide of verduurzaamde vruchten , ook indien met toegevoegde suiker of alcohol : *

* B . andere : *

* I . met toegevoegde alcohol : *

* b ) Ananassen , in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking : *

* 1 . van meer dan 1 kg : *

* aa ) met een suikergehalte van meer dan 17 gewichtspercenten *

* 2 . van 1 kg of minder : *

* aa ) met een suikergehalte van meer dan 19 gewichtspercenten *

* e ) andere vruchten : *

* 1 . met een suikergehalte van meer dan 9 gewichtspercenten : *

* ex aa ) met een effectief alcohol-massagehalte van niet meer dan 11,85 % mas : *

* - Partjes van pompelmoezen en van pomelo's *

* - Passievruchten *

* - Guaven *

* ex bb ) andere : *

* - Partjes van pompelmoezen en van pomelo's *

* - Passievruchten *

* - Guaven *

* f ) gemengde vruchten : *

* 1 . met een suikergehalte van meer dan 9 gewichtspercenten : *

* ex aa ) met een effectief alcohol-massagehalte van niet meer dan 11,85 % mas : *

* - Mengsels van ananassen , papaja's en grenadilles *

* ex bb ) andere : *

* - Mengsels van ananassen , papaja's en grenadilles *

* II . zonder toegevoegde alcohol : *

* a ) met toegevoegde suiker , in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 1 kg : *

* 2 . Partjes van pompelmoezen en van pomelo's *

* 5 . Ananassen : *

* aa ) met een suikergehalte van meer dan 17 gewichtspercenten *

* ex 8 . andere vruchten : *

* - Passievruchten *

* - Guaven *

* 9 . gemengde vruchten : *

* ex aa ) Mengsels waarin het gewicht van geen van de daarin aanwezige vruchtesoorten meer bedraagt dan 50 gewichtspercenten van het totaal van de vruchten : *

* - Mengsels van ananassen , papaja's en grenadilles *

* ex bb ) andere : *

* - Mengsels van ananassen , papaja's en grenadilles *

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving *

20.06 ( vervolg ) * B . II . b ) met toegevoegde suiker , in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van 1 kg of minder : *

* 2 . Partjes van pompelmoezen en van pomelo's *

* 5 . Ananassen : *

* aa ) met een suikergehalte van meer dan 19 gewichtspercenten *

* ex 8 . andere vruchten : *

* - Passievruchten *

* - Guaven *

* 9 . gemengde vruchten : *

* ex aa ) Mengsels waarin het gewicht van geen van de daarin aanwezige vruchtesoorten meer bedraagt dan 50 gewichtspercenten van het totaal van de vruchten : *

* - Mengsels van ananassen , papaja's en grenadilles *

* ex bb ) andere : *

* - Mengsels van ananassen , papaja's en grenadilles *

20.07 * Ongegiste vruchtesappen ( met inbegrip van druivemost ) en ongegiste groentesappen , zonder toegevoegde alcohol , ook indien met toegevoegde suiker : *

* A . met een dichtheid van meer dan 1,33 g/cm3 bij 20 * C : *

* III . andere : *

* b ) met een waarde van 30 Ecu of minder per 100 kg nettogewicht : *

* ex I . met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten : *

* - Ananassen *

* - Passievruchten *

* - Guaven *

* - Mengsels van ananassen , papaja's en grenadilles *

* B . met een dichtheid van 1,33 g/cm3 of minder bij 20 * C : *

* II . andere : *

* b ) met een waarde van 30 Ecu of minder per 100 kg nettogewicht : *

* 5 . van ananas : *

* aa ) met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten *

* 7 . van andere vruchten of van andere groenten : *

* ex aa ) met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten : *

* - Passievruchten *

* - Guaven *

* 8 . Mengsels : *

* bb ) andere : *

* ex II . met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten : *

* - van ananassen , papaja's en grenadilles *

TITEL X

Wijn

Artikel 15

De hierna volgende produkten worden vrij van douanerechten ten invoer toegelaten :

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving *

20.07 * Ongegiste vruchtesappen ( met inbegrip van druivemost ) en ongegiste groentesappen , zonder toegevoegde alcohol , ook indien met toegevoegde suiker : *

* A . met een dichtheid van meer dan 1,33 g/cm3 bij 20 * C : *

* I . van druiven ( met inbegrip van druivemost ) : *

* ex a ) met een waarde van meer dan 22 Ecu per 100 kg nettogewicht : *

* - met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten *

* b ) met een waarde van 22 Ecu of minder per 100 kg nettogewicht : *

* 1 . met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten *

* B . met een dichtheid van 1,33 g/cm3 of minder bij 20 * C : *

* 1 . van druiven ( met inbegrip van druivemost ) , van appelen of van peren ; mengsels van sap van appelen en van sap van peren :

* a ) met een waarde van meer dan 18 Ecu per 100 kg nettogewicht : *

* 1 . van druiven ( met inbegrip van druivemost ) : *

* aa ) geconcentreerd : *

* 11 . met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten *

* bb ) andere : *

* 11 . met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten *

* b ) met een waarde van 18 Ecu of minder per 100 kg nettogewicht : *

* 1 . van druiven ( met inbegrip van druivemost ) : *

* aa ) geconcentreerd : *

* 11 . met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten *

* bb ) andere : *

* 11 . met een gehalte aan toegevoegde suiker van meer dan 30 gewichtspercenten *

TITEL XI

Ruwe tabak

Artikel 16

De in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 727/70 ( 22 ) bedoelde produkten van de sector tabak worden vrij van douanerechten ten invoer toegelaten .

Artikel 17

Wanneer zich als gevolg van een belangrijke toename van de invoer vrij van douanerechten van de produkten van post 24.01 van het gemeenschappelijk douanetarief , van oorsprong uit de ACS-Staten of uit de landen en gebieden , ernstige verstoringen voordoen of wanneer deze invoer moeilijkheden veroorzaakt waardoor de economische situatie in een bepaald gebied van de Gemeenschap wordt verstoord , kan de Gemeenschap , onverminderd het bepaalde in artikel 25 , maatregelen nemen om het hoofd te bieden aan een verlegging van het handelsverkeer .

TITEL XII

Goederen die onder Verordening ( EEG ) nr . 3033/80 vallen

Artikel 18

1 . Het vaste element wordt niet toegepast bij invoer van goederen waarop Verordening ( EEG ) nr . 3033/80 van toepassing is .

2 . Het variabele element wordt niet toegepast bij invoer van de hierna volgende goederen :

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving *

17.04 * Suikerwerk zonder cacao : *

* C . witte chocolade *

18.06 * Chocolade en andere voedingsmiddelen , welke cacao bevatten : *

* C . Chocolade en chocoladewerken , ook indien gevuld ; suikerwerk en overeenkomstige bereidingen op basis van suiker vervangende stoffen , welke cacao bevatten *

19.02 * Moutextract ; meel - , gries - , griesmeel - , zetmeel - en moutextractpreparaten voor kindervoeding , voor dieetvoeding of voor keukengebruik , zonder cacao of met minder dan 50 gewichtspercenten cacao : *

* B . andere : *

* II . overige : *

* a ) geen of minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen bevattend : *

* 4 . met een zetmeelgehalte van 45 of meer , doch minder dan 65 gewichtspercenten *

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving *

19.04 * Tapioca en sago , alsmede soortgelijke produkten uit aardappelzetmeel of uit ander zetmeel *

19.07 * Brood , scheepsbeschuit en andere gewone bakkerswaren , waaraan geen suiker , honig , eieren , vetstoffen , kaas of vruchten zijn toegevoegd ; ouwel in bladen , hosties , ouwels voor geneesmiddelen , plakouwels en dergelijke produkten , van meel of van zetmeel : *

* D . ander , met een zetmeelgehalte : *

* ex II . van 50 of meer gewichtspercenten , met uitzondering van scheepsbeschuit *

19.08 * Banketbakkerswerk , gebak en biscuits , ook indien deze produkten ( ongeacht in welke verhouding ) cacao bevatten : *

* B . ander : *

* IV . met een zetmeelgehalte van 50 of meer , doch minder dan 65 gewichtspercenten : *

* a ) geen saccharose bevattend of met een saccharosegehalte ( het gehalte aan invertsuiker , berekend als saccharose , daaronder begrepen ) van minder dan 5 gewichtspercenten : * * ex 1 . geen of minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen bevattend : *

* - Biscuits *

* V . met een zetmeelgehalte van 65 of meer gewichtspercenten : *

* ex a ) geen saccharose bevattend of met een saccharosegehalte ( het gehalte aan invertsuiker , berekend als saccharose , daaronder begrepen ) van minder dan 5 gewichtspercenten : *

* - Biscuits *

* ex b ) ander : *

* - Biscuits *

TITEL XIII

Andere gemeenschappelijke marktordeningen

Artikel 19

De produkten bedoeld in de Verordening ( EEG ) nr . 1308/70 ( 23 ) ( vlas en hennep ) , nr . 1696/71 ( 24 ) ( hop ) , nr . 234/68 ( 25 ) ( levende planten ) , nr . 2358/71 ( 26 ) ( zaaizaad ) , nr . 827/68 ( 27 ) ( bepaalde in bijlage II bij het Verdrag vermelde produkten ) , en nr . 1117/78 ( 28 ) ( gedroogde voedergewassen ) , worden vrij van douanerechten ten invoer toegelaten .

TITEL XIV

Bepalingen betreffende de Franse overzeese departementen

Artikel 20

1 . Behoudens het bepaalde in de leden 3 en 4 , worden bij rechtstreekse invoer in de Franse overzeese departementen geen heffingen toegepast voor de hierna volgende produkten van oorsprong uit de ACS-Staten of uit de landen en gebieden .

Nr . van het gemeenschappelijk douanetarief * Omschrijving *

01.02 * Levende runderen , buffels daaronder begrepen : *

* A . Huisdieren : *

* II . andere *

02.01 * Vlees en eetbare slachtafvallen , van de dieren bedoeld bij de posten 01.01 tot en met 01.04 , vers , gekoeld of bevroren : *

* A . Vlees : *

* II . van runderen *

10.05 B * Maïs *

2 . Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 4 wordt de heffing niet toegepast bij rechtstreekse invoer in het Franse overzeese departement Réunion van rijst van post 10.06 B van het gemeenschappelijk douanetarief .

3 . Wanneer de invoer in de Franse overzeese departementen van maïs van oorsprong uit de ACS-Staten of uit de landen en gebieden in een bepaald jaar meer dan 25 000 ton bedraagt en wanneer deze invoer ernstige verstoringen op deze markten veroorzaakt of dreigt te veroorzaken , neemt de Commissie op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief de nodige maatregelen .

Elke Lid-Staat kan de door de Commissie genomen maatregelen binnen drie werkdagen na de dag van kennisgeving hiervan bij de Raad aanhangig maken . De Raad komt onverwijld bijeen . Hij kan de betrokken maatregel met gekwalificeerde meerderheid wijzigen of annuleren .

4 . Dit artikel is van toepassing op produkten die bestemd zijn voor verbruik in de overzeese departementen en er ter verbruik worden aangegeven . Zo nodig kunnen volgens de procedure van artikel 22 maatregelen worden genomen om deze doelstelling te bereiken .

5 . Tot en met 30 juni 1985 vindt de invoer van rijst in de overzeese departementen plaats volgens de regeling van artikel 21 van Verordening ( EEG ) nr . 435/80 , die hiertoe van toepassing blijft ; de aldus geïmporteerde hoeveelheden worden op de in artikel 11 van de onderhavige verordening genoemde hoeveelheden in mindering gebracht .

TITEL XV

Algemene en slotbepalingen

Artikel 21

De in deze verordening vastgestelde verlagingen worden berekend op basis van :

- het variabele element van de heffingen , indien deze een dergelijk element omvatten ,

- de heffingen , in de andere gevallen ,

die bij invoer in de Gemeenschap in haar huidige samenstelling gelden ten opzichte van derde landen .

Gedurende de periode dat er in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap in haar huidige samenstelling en nieuwe Lid-Staten compenserende bedragen " toetreding " worden toegepast , worden er evenwel , indien zulks nodig blijkt , volgens de procedure van artikel 22 maatregelen genomen om verleggingen van het handelsverkeer tegen te gaan .

Artikel 22

1 . Indien nodig worden uitvoeringsbepalingen van deze verordening vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 of , naar gelang van het geval , van de overeenkomstige artikelen van de andere verordeningen houdende gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten .

2 . Voor rundvlees en rijst betreffen deze uitvoeringsbepalingen met name :

a ) de berekeningsgrondslag en de referentieperiode waarvan moet worden uitgegaan voor de vaststelling van het bedrag waarmede de rechten bij invoer worden verminderd ;

b ) de voorschriften voor de vaststelling van het overeenkomstige door het exporterende land te heffen bedrag ;

c ) de afgifte van invoercertificaten ;

d ) de toegelaten bewijzen en controlemaatregelen .

Artikel 23

Naar gelang van de vereisten van de economische ontwikkeling van de Franse overzeese departementen , kan de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid de regeling voor de toegang tot de markten van deze departementen voor de onder deze verordening vallende produkten wijzigen .

Artikel 24

Deze verordening laat onverlet de toepassing van artikel 72 van de Toetredingsakte van 1979 en de toepassing van de overeenkomstige artikelen van de Toetredingsakten van andere landen .

Artikel 25

1 . De vrijwaringsclausules , vervat in de verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten en in de bijzondere regelingen die zijn ingevoerd als gevolg van de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid , zijn van toepassing op de produkten waarop deze verordening betrekking heeft .

2 . Ten aanzien van de betrekkingen met de ACS-Staten zijn de bepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 1470/80 alsmede die welke hiervoor in de plaats treden vanaf de inwerkingtreding van de derde ACS-EEG-Overeenkomst van aanvullende toepassing .

3 . Met betrekking tot de landen en gebieden zijn de bepalingen van artikel 13 van Besluit 80/1186/EEG en van bijlage III van dat besluit alsmede die welke hiervoor in de plaats treden vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe besluit betreffende de associatie van de landen en gebieden van aanvullende toepassing .

Artikel 26

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1985 .

Zij is van toepassing tot en met 28 februari 1986 .

De Raad kan , op voorstel van de Commissie , met gekwalificeerde meerderheid besluiten de toepassing van deze verordening tot na deze datum te verlengen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 26 februari 1985 .

Voor de Raad

De Voorzitter

F . PANDOLFI

( 1 ) PB nr . L 323 van 29 . 11 . 1980 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . C 36 van 8 . 2 . 1985 , blz . 3 .

( 3 ) Advies uitgebracht op 15 februari 1985 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ) .

( 4 ) PB nr . L 105 van 23 . 4 . 1983 , blz . 1 .

( 5 ) PB nr . L 347 van 22 . 12 . 1980 , blz . 1 .

( 6 ) Zie blz . 1 van dit Publikatieblad .

( 7 ) PB nr . L 147 van 13 . 6 . 1980 , blz . 4 .

( 8 ) PB nr . L 361 van 31 . 12 . 1980 , blz . 1 .

( 9 ) Zie blz . 25 van dit Publikatieblad .

( 10 ) PB nr . L 29 van 1 . 2 . 1985 , blz . 1 .

( 11 ) PB nr . L 29 van 1 . 2 . 1985 , blz . 18 .

( 12 ) PB nr . L 55 van 28 . 2 . 1980 , blz . 4 .

( 13 ) PB nr . L 365 van 31 . 12 . 1980 , blz . 2 .

( 14 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 24 .

( 15 ) PB nr . L 183 van 16 . 7 . 1980 , blz . 1 .

( 16 ) PB nr . L 379 van 31 . 12 . 1981 , blz . 1 .

( 17 ) PB nr . 172 van 30 . 9 . 1966 , blz . 3025/66 .

( 18 ) PB nr . L 281 van 1 . 11 . 1975 , blz . 1 .

( 19 ) PB nr . L 166 van 25 . 6 . 1976 , blz . 1 .

( 20 ) PB nr . 204 van 24 . 8 . 1967 , blz . 1 .

( 21 ) PB nr . L 73 van 21 . 3 . 1977 , blz . 1 .

( 22 ) PB nr . L 94 van 28 . 4 . 1970 , blz . 1 .

( 23 ) PB nr . L 146 van 4 . 7 . 1970 , blz . 1 .

( 24 ) PB nr . L 175 van 4 . 8 . 1971 , blz . 1 .

( 25 ) PB nr . L 55 van 2 . 3 . 1968 , blz . 1 .

( 26 ) PB nr . L 246 van 5 . 11 . 1971 , blz . 1 .

( 27 ) PB nr . L 151 van 30 . 6 . 1968 , blz . 16 .

( 28 ) PB nr . L 142 van 30 . 5 . 1978 , blz . 1 .

BIJLAGE I

Lijst van de in artikel 1 bedoelde ACS-Staten

Antigua en Barbuda

Bahama's

Barbados

Belize

Benin

Boeroendi

Botswana

Burkina Faso

Centraalafrikaanse Republiek

Comoren

Djibouti

Dominica

Equatoriaal-Guinee

Ethiopië

Fiji

Gabon

Gambia

Ghana

Grenada

Guinee

Guinee-Bissau

Guyana

Ivoorkust

Jamaica

Kaapverdië

Kameroen

Kenia

Kiribati

Kongo ( Volksrepubliek )

Lesotho

Liberia

Madagascar

Malawi

Mali

Mauritanië

Mauritius

Mozambique

Niger

Nigeria

Oeganda

Papoea Nieuw-Guinea

Rwanda

Salomonseilanden

Sao Tomé en Principe

Senegal

Seychellen

Sierra Leone

Sint-Christopher en Nevis

Sint-Lucia

Sint-Vincent en de Grenadinen

Soedan

Somalië

Suriname

Swaziland

Tanzania

Togo

Tonga

Trinidad en Tobago

Tsjaad

Tuvalu

Vanuatu

West-Samoa

Zaïre

Zambia

Zimbabwe

BIJLAGE II

Lijst van de in artikel 1 bedoelde landen en gebieden

( Deze lijst geldt onverminderd het statuut van deze landen en gebieden of de ontwikkeling ter zake )

1 . Overzeese landen die onder het Koninkrijk der Nederlanden vallen :

- Nederlandse Antillen ( Aruba , Bonaire , Curaçao , St . Maarten , Saba , St . Eustatius ) .

2 . Overzeese gebieden van de Franse Republiek :

- Nieuw-Caledonië en onderhorigheden ,

- Wallis - en Futuna-eilanden ,

- Frans-Polynesië ,

- Franse Zuidelijke en Antarctische gebieden .

3 . Territoriale collectiviteit van de Franse Republiek :

Mayotte .

4 . Landen en gebieden overzee die onder het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen :

- Anguilla ,

- Cayman-eilanden ,

- Falklandeilanden en onderhorigheden ,

- Turks - en Caicos-eilanden ,

- Britse Maagdeneilanden ,

- Montserrat ,

- Pitcairn ,

- St . Helena en onderhorigheden ,

- Brits Antarctisch gebied ,

- Brits gebied in de Indische Oceaan .

5 . Landen overzee die onder het Koninkrijk Denemarken vallen :

Groenland .