Verordening (EEG) nr. 561/85 van de Commissie van 4 maart 1985 houdende vaststelling van maxima en instelling van communautair toezicht op de invoer van wortelen en uien van post ex 07.01 van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit landen en gebieden overzee (1985 bis)
Verordening (EEG) nr. 561/85 van de Commissie van 4 maart 1985 houdende vaststelling van maxima en instelling van communautair toezicht op de invoer van wortelen en uien van post ex 07.01 van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit landen en gebieden overzee (1985 bis)
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 561/85 VAN DE COMMISSIE
van 4 maart 1985
houdende vaststelling van maxima en instelling van communautair toezicht op de invoer van wortelen en uien van post ex 07.01 van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit landen en gebieden overzee (1985 bis)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 486/85 van de Raad van 26 februari 1985 inzake de regeling voor landbouwprodukten en bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee (1), inzonderheid op artikel 13,
Overwegende dat in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 486/85 is bepaald dat gedurende het tijdvak van 1 januari tot en met 31 maart wortelen van post ex 07.01 G II van het gemeenschappelijk douanetarief en gedurende het tijdvak van 15 februari tot en met 15 mei uien van post ex 07.01 H van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit de betreffende landen, bij invoer in de Gemeenschap zijn onderworpen aan respectievelijk tot 10,2 % en 4,8 % verlaagde rechten; dat de verlaging van de rechten slechts wordt verleend tot maxima van 500 ton voor elk van deze produkten, bij overschrijding waarvan de ten opzichte van derde landen geldende douanerechten opnieuw worden ingesteld; dat deze verordening 1 maart 1985 in werking treedt; dat derhalve de clausule »pro rata temporis" van toepassing is voor de vastlegging van de niveaus van deze maxima;
Overwegende dat het voor de toepassing van de regeling inzake maxima is vereist dat de Gemeenschap regelmatig op de hoogte wordt gehouden van de ontwikkeling van de invoer van de betrokken produkten van oorsprong uit deze landen; dat de invoer van deze produkten dientengevolge aan een toezichtregeling dient te worden onderworpen;
Overwegende dat dit doel kan worden bereikt door middel van een wijze van beheer die is gebaseerd op het afboeken, op het niveau van de Gemeenschap, op bovengenoemde maxima van de invoer van de betrokken produkten naar gelang deze bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven; dat deze wijze van beheer de mogelijkheid dient in te houden de rechten van de douanetarieven opnieuw in te stellen zodra deze maxima op het niveau van de Gemeenschap zijn bereikt;
Overwegende dat voor deze wijze van beheer een nauwe en bijzonder vlotte samenwerking is vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name moet kunnen volgen welke hoeveelheden op de maxima zijn afgeboekt en de Lid-Staten hiervan in kennis moet stellen; dat deze samenwerking des te nauwer moet zijn omdat de Commissie de passende maatregelen moet kunnen treffen om de rechten van de douanetarieven opnieuw in te stellen wanneer één van de maxima is bereikt;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De invoer van de in bijlage genoemde produkten van oorsprong uit de Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan of uit de landen en gebieden overzee is onderworpen aan maxima en aan communautair toezicht.
De omschrijvingen van de in de eerste alinea bedoelde produkten, hun tariefposten, de daarvoor geldende douanerechten en hun geldigheidsduur alsmede de niveaus van de maxima zijn in de bijlage vermeld.
2. De afboekingen op de maxima geschieden naar gelang de produkten bij de douane worden aangegeven onder dekking van een aangifte voor het vrije verkeer, vergezeld van een certificaat inzake goederenverkeer.
Een produkt kan slechts op het maximum worden afgeboekt, indien het certificaat inzake goederenverkeer wordt overgelegd vóór de datum waarop de heffing van de douanerechten opnieuw wordt ingesteld.
De mate waarin van de maxima gebruik is gemaakt, wordt op het niveau van de Gemeenschap vastgesteld aan de hand van de invoer welke onder de in de voorgaande alinea's bepaalde voorwaarden wordt afgeboekt.
De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de op bovengenoemde wijze verrichte invoer, met de frequentie en binnen de termijnen die zijn vermeld in lid 4.
3. Zodra de maxima zijn bereikt, stelt de Commissie bij verordening de heffing van de voor derde landen geldende douanerechten opnieuw in tot het einde van de geldigheidsduur.
In het geval van een zodanige wederinstelling stelt Griekenland de heffing van de douanerechten die het op de betreffende datum ten opzichte van de derde landen toepast, opnieuw in.
4. De Lid-Staten stellen de Commissie om de tien dagen in kennis van de overzichten van de afboekingen waarbij deze overzichten binnen vijf volle dagen na afloop van iedere periode van tien dagen moeten worden toegezonden.
Artikel 2
De Commissie neemt, in nauwe samenwerking met de Lid-Staten, de nodige maatregelen om de toepassing van deze verordening te waarborgen.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 maart 1985.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 4 maart 1985.
Voor de Commissie
COCKFIELD
Vice-Voorzitter
(1) PB nr. L 61 van 1. 3. 1985, blz. 4.
BIJLAGE
1.2.3.4.5 // // // // // // Volgnummer // Nr. van het gemeen- schappelijk douanetarief // Omschrijving // Geldend douanetarief // Hoogte van het maximum in ton // // // // // // // 07.01 // Groenten en moeskruiden, vers of gekoeld: // // // // // G. Wortelen, rapen, kroten, schorseneren, knolselderij, radijs en andere dergelijke eetbare wortelen en knollen: // // // // // ex II. Wortelen en rapen: // // // ACP 1 // // - Wortelen, van 1 maart tot en met 31 maart 1985 // 10,2 % // 167 // // // ex H. Uien, sjalotten en knoflook: // // // ACP 2 // // - Uien, van 1 maart tot en met 15 mei 1985 // 4,8 % // 417 // // // // //