Home

Verordening (EEG) nr. 645/85 van de Commissie van 13 maart 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1998/78 houdende vaststelling van de wijze van toepassing van de vereveningsregeling voor opslagkosten in de sector suiker

Verordening (EEG) nr. 645/85 van de Commissie van 13 maart 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1998/78 houdende vaststelling van de wijze van toepassing van de vereveningsregeling voor opslagkosten in de sector suiker

Verordening (EEG) nr. 645/85 van de Commissie van 13 maart 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1998/78 houdende vaststelling van de wijze van toepassing van de vereveningsregeling voor opslagkosten in de sector suiker

Publicatieblad Nr. L 073 van 14/03/1985 blz. 0018 - 0018
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 34 blz. 0011
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 34 blz. 0011
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 18 blz. 0135
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 18 blz. 0135


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 645/85 VAN DE COMMISSIE

van 13 maart 1985

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1998/78 houdende vaststelling van de wijze van toepassing van de vereveningsregeling voor opslagkosten in de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1785/81 van de Raad van 30 juni 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 606/82 (2), en met name op artikel 8, lid 5,

Overwegende dat bij artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1998/78 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 663/83 (4), is bepaald dat iedere rechthebbende op de vergoeding van de opslagkosten uiterlijk de vijftiende van iedere maand aan de betrokken Lid-Staat mededeling moet doen van de gegevens met betrekking tot de vergoeding voor de voorafgaande maand; dat deze termijn hoogstens met vijf dagen kan worden verlengd; dat van het begin in een dergelijke louter administratieve termijn is voorzien om elke Lid-Staat in staat te stellen de vergoeding binnen een bepaalde termijn te betalen en om een optimaal communautair beheer van de vereveningsregeling voor opslagkosten mogelijk te maken;

Overwegende dat door het gebrek aan passende bepalingen voor het geval dat de rechthebbende de termijn voor de mededeling van bovenbedoelde gegevens niet in acht neemt, twijfel kan zijn ontstaan omtrent de handhaving van het recht van betrokkene op de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1785/81 bedoelde vergoeding van opslagkosten; dat gezien deze situatie dient te worden gepreciseerd dat, voor het geval van te late indiening van de mededeling, de betrokken Lid-Staat, zonder dat daarbij het recht op de vergoeding wordt aangetast, de termijn waarbinnen de betrokken vergoeding moet worden betaald, kan verlengen;

Overwegende dat bij artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 1998/78 een maximale termijn voor de bepaling van het totaalbedrag van zowel de vergoedingen als van de bijdragen is vastgesteld; dat het artikel daarenboven bepaalt dat de betaling van de genoemde bedragen binnen een welbepaalde periode moet gebeuren die onafhankelijk is van het tijdstip waarop die vaststelling heeft plaatsgehad;

Overwegende dat, om beter te beantwoorden aan de mogelijkheden van de Lid-Staten en de tot hiertoe door hen gebruikte administratieve procedures, het dienstig is voor de betaling van de betrokken bedragen een termijn te bepalen die rechtstreeks verband houdt met hun vaststelling;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 15, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1998/78 komt als volgt te luiden:

»2. De in lid 1 bedoelde bedragen worden betaald binnen de dertig dagen na de dag van de vaststelling van de in genoemd lid bedoelde bedragen. Wanneer evenwel de in artikel 13, leden 1 en 6, bedoelde termijn voor de mededeling door de rechthebbende op de vergoeding wordt overschreden kunnen de Lid-Staten de betaling van de in lid 1, sub a), bedoelde vergoedingen uitstellen.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 13 maart 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 177 van 1. 7. 1981, blz. 4.

(2) PB nr. L 74 van 18. 3. 1982, blz. 1.

(3) PB nr. L 231 van 23. 8. 1978, blz. 5.

(4) PB nr. L 78 van 24. 3. 1983, blz. 12.