Home

Verordening (EEG) nr. 1166/85 van de Raad van 3 mei 1985 tot vaststelling van de forfaitaire steun voor de produktie en van de streefprijs voor bepaalde gedroogde voedergewassen voor het tijdvak van 6 tot en met 12 mei 1985

Verordening (EEG) nr. 1166/85 van de Raad van 3 mei 1985 tot vaststelling van de forfaitaire steun voor de produktie en van de streefprijs voor bepaalde gedroogde voedergewassen voor het tijdvak van 6 tot en met 12 mei 1985

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1166/85 VAN DE RAAD

van 3 mei 1985

tot vaststelling van de forfaitaire steun voor de produktie en van de streefprijs voor bepaalde gedroogde voedergewassen voor het tijdvak van 6 tot en met 12 mei 1985

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1117/78 van de Raad van 22 mei 1978 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1220/83 (2), inzonderheid op artikel 3, lid 3, artikel 4, leden 1 en 3, en artikel 5, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (3),

Overwegende dat krachtens artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1117/78 de forfaitaire steun voor de produktie van gedroogde voedergewassen op een zodanig peil wordt vastgesteld dat de eiwitvoorziening van de Gemeenschap wordt verbeterd;

Overwegende dat krachtens artikel 4 van dezelfde verordening een streefprijs voor bepaalde produkten uit de sector gedroogde voedergewassen op een voor de producenten redelijk peil moet worden vastgesteld; dat deze prijs betrekking dient te hebben op een standaardkwaliteit die representatief is voor de gemiddelde kwaliteit van de in de Gemeenschap geproduceerde gedroogde voedergewassen;

Overwegende dat krachtens artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1117/78 de in lid 1 van datzelfde artikel bedoelde aanvullende steun gelijk moet zijn aan een percentage van het verschil tussen de streefprijs en de op de wereldmarkt geconstateerde gemiddelde prijs voor de betrokken produkten; dat dit percentage met inachtneming van de kenmerken van deze markt moet worden vastgesteld op 100 % voor de in artikel 1, sub b), eerste streepje, en sub c), van Verordening (EEG) nr. 1117/78 genoemde produkten en op 50 % voor de in artikel 1, sub b), tweede streepje, van diezelfde verordening genoemde produkten;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1072/85 (4) de steun bij de produktie en de streefprijs voor gedroogde voedergewassen waarvoor het verkoopseizoen op 28 april 1985 afliep, zijn vastgesteld voor het tijdvak van 29 april tot en met 5 mei 1985; dat, gezien de vertraging bij de vaststelling van de prijzen voor het verkoopseizoen 1985/1986, de door genoemde verordening vastgestelde bedragen dienen te worden gehandhaafd voor de periode van 6 tot en met 12 mei 1985,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Het in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1117/78 bedoelde forfaitaire steunbedrag voor de produktie wordt voor het tijdvak van 6 tot en met 12 mei 1985 vastgesteld op 8,41 Ecu per ton voor de in artikel 1, sub b) en c), van die verordening genoemde produkten.

Artikel 2

De streefprijs voor de in artikel 1, sub b), eerste streepje, van Verordening (EEG) nr. 1117/78 bedoelde produkten wordt voor het tijdvak van 6 tot en met 12 mei 1985 vastgesteld op 177,15 Ecu per ton.

Deze prijs heeft betrekking op een produkt met:

- een vochtgehalte van 11 %,

- een totaal gehalte aan ruw eiwit in de droge stof van 18 %.

Artikel 3

De percentages voor de berekening van de in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1117/78 bedoelde aanvullende steun worden voor het tijdvak van 6 tot en met 12 mei 1985 vastgesteld op:

- 100 % voor de in artikel 1, sub b), eerste streepje, en sub c), van Verordening (EEG) nr. 1117/78 genoemde produkten,

- 50 % voor de in datzelfde artikel, sub b), tweede streepje, genoemde produkten.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op 6 mei 1985.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 3 mei 1985.

Voor de Raad

De Voorzitter

F. M. PANDOLFI

(1) PB nr. L 142 van 30. 5. 1978, blz. 1.

(2) PB nr. L 132 van 21. 5. 1983, blz. 29.

(3) PB nr. C 94 van 15. 4. 1985.

(4) PB nr. L 114 van 27. 4. 1985, blz. 5.