Home

Verordening (EEG) nr. 1633/85 van de Commissie van 17 juni 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 205/73 betreffende de mededelingen tussen de Lid-Staten en de Commissie in de sector oliën en vetten

Verordening (EEG) nr. 1633/85 van de Commissie van 17 juni 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 205/73 betreffende de mededelingen tussen de Lid-Staten en de Commissie in de sector oliën en vetten

Verordening (EEG) nr. 1633/85 van de Commissie van 17 juni 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 205/73 betreffende de mededelingen tussen de Lid-Staten en de Commissie in de sector oliën en vetten

Publicatieblad Nr. L 158 van 18/06/1985 blz. 0005 - 0006
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 18 blz. 0189
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 18 blz. 0189
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 35 blz. 0118
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 35 blz. 0118


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1633/85 VAN DE COMMISSIE

van 17 juni 1985

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 205/73 betreffende de mededelingen tussen de Lid-Staten en de Commissie in de sector oliën en vetten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 231/85 (2), en met name op artikel 5, lid 5, artikel 11, lid 8, en artikel 12, lid 4,

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 205/73 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1037/79 (4), is bepaald dat de Lid-Staten de Commissie op de hoogte dienen te houden van de werking van de verschillende bij Verordening nr. 136/66/EEG vastgestelde maatregelen; dat, in verband met de sindsdien vastgestelde wijzigingen en gezien de opgedane ervaring, de verplichtingen van de Lid-Staten inzake de periodiek aan de Commissie te verstrekken inlichtingen, moeten worden herzien;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 205/73 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 1 wordt gelezen:

»Artikel 1

Ten aanzien van de in artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde steun worden, voor elke van de kwaliteiten olijfolie die beantwoorden aan de omschrijvingen welke zijn opgenomen in de punten 1 en 4 van de bijlage bij die verordening, door de producerende Lid-Staten aan de Commissie de volgende gegevens verstrekt:

1. met betrekking tot de olijvenproducenten die lid zijn van een producentenorganisatie:

a) elke twee maanden, van 31 mei tot 30 november: het aantal olijvenproducenten dat tussen het begin van het verkoopseizoen en het einde van de voorafgaande maand een steunaanvraag heeft ingediend, en de hoeveelheid waarvoor de steun wordt aangevraagd;

b) aangaande de steun die wordt toegekend op basis van de werkelijk geproduceerde hoeveelheid, elke twee maanden, vanaf 31 december en totdat alle steunaanvragen zijn afgewikkeld, voor het afgelopen verkoopseizoen de hoeveelheden olie waarvoor:

- alleen het in artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 2261/84 bedoelde voorschot is uitbetaald, alsmede het totale bedrag aan voorschotten en het aantal betrokken olijvenproducenten, gespecificeerd naargelang het voorschot op de steun gelijk is aan, dan wel kleiner is dan de gevraagde steun;

- het definitieve steunbedrag is uitbetaald, alsmede het totale bedrag aan uitbetaalde steun en het aantal betrokken olijvenproducenten;

- het recht op de steun niet is erkend, en het aantal betrokken olijvenproducenten;

c) aangaande de steun die op forfaitaire grondslag wordt verleend overeenkomstig artikel 2, lid 4, tweede alinea van Verordening (EEG) nr. 2261/84, ieder kwartaal, vanaf 31 december en totdat alle steunaanvragen zijn afgewikkeld, voor het afgelopen verkoopseizoen de hoeveelheden olie waarvoor:

- de steun is uitbetaald, en het aantal betrokken olijvenproducenten,

- het recht op de steun niet is erkend, en het aantal betrokken olijvenproducenten;

2. met betrekking tot de niet georganiseerde olijventelers:

a) uiterlijk op 30 november voor het afgelopen verkoopseizoen: het aantal ingediende teeltaangiften;

b) ieder kwartaal, vanaf 31 december en totdat alle steunaanvragen zijn afgewikkeld, voor het afgelopen verkoopseizoen de hoeveelheden olie waarvoor:

- de steun is uitbetaald, en het aantal betrokken olijvenproducenten,

- het recht op de steun niet is erkend, en het aantal betrokken olijvenproducenten.".

2. Het volgende artikel 1 bis wordt ingevoegd:

»Artikel 1 bis

Ten aanzien van de in artikel 11 van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde steun worden, voor de kwaliteiten olijfolie die aan de in de punten 1, 3 en 6 van de bijlage bij die verordening opgenomen omschrijvingen beantwoorden, door de Lid-Staten aan de Commissie de volgende gegevens verstrekt:

a) iedere maand, voor elke kwaliteit: de hoeveelheden olijfolie waarvoor in de voorafgaande maand steun is aangevraagd;

b) iedere maand: de bedragen van de in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 3172/80 bedoelde waarborgen bij invoer die in de loop van de voorafgaande maand, onderscheidenlijk, zijn

- gesteld,

- verbeurd verklaard,

- terugbetaald,

en de betrokken hoeveelheden olie;

c) ieder halfjaar, voor elke kwaliteit: de hoeveelheden olijfolie die door de erkende bedrijven zijn verpakt zonder dat daarvoor steun is aangevraagd, waarbij moet worden uitgegaan van de constateringen die in het voorafgaande halfjaar in het kader van de controles van de voorraadboekhouding zijn gedaan.".

3. Artikel 2 wordt gelezen:

»Artikel 2

Ten aanzien van de in artikel 12 van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde interventiemaatregelen verstrekken de producerende Lid-Staten aan de Commissie de volgende gegevens:

A. met betrekking tot de aankopen:

a) in geval van een aankoopaanbod vóór de 15e van elke maand: de hoeveelheden, de opgegeven kwaliteiten en de plaats van overname van de olijfolie die in de voorafgaande maand aan de interventiebureaus is geleverd;

b) elke oneven maand: de hoeveelheden, de kwaliteiten en de plaats van opslag van de olijfolie die tussen het begin van het verkoopseizoen en het einde van de voorafgaande maand door de interventiebureaus is aanvaard;

B. met betrekking tot de verkopen:

a) voor niet langs de weg van inschrijving verkochte hoeveelheden:

binnen vijftien dagen na de verkoop: de hoeveelheden en de kwaliteiten van de olijfolie of de afvallen van olijfolie die door het interventiebureau zijn verkocht, en de plaats waar die produkten op het tijdstip van de verkoop waren opgeslagen;

b) voor de totale verkopen:

elke oneven maand: de hoeveelheden, de kwaliteiten en de plaats van opslag van de olijfolie die tussen het begin van het verkoopseizoen en het einde van de voorafgaande maand werkelijk is uitgeslagen, gesplitst naar wijze van verkoop (al dan niet langs de weg van inschrijving) en met opgave van het verschil tussen de werkelijk uitgeslagen hoeveelheid en de in de boeken van het interventiebureau aangegeven hoeveelheid;

C. met betrekking tot de voorraden aan het einde van het verkoopseizoen, binnen één maand na het einde van het verkoopseizoen:

a) de in het afgelopen verkoopseizoen geconstateerde voorraadtekorten, gesplitst naar plaats van opslag en de kwaliteit van de betrokken olijfolie;

b) de hoeveelheden olijfolie in voorraad aan het einde van het verkoopseizoen, naar opslagplaats en kwaliteit, met vermelding van de reeds verkochte, maar nog niet uitgeslagen hoeveelheden;

c) de hoeveelheden afvallen in voorraad aan het einde van het verkoopseizoen, met vermelding van de reeds verkochte, maar nog niet uitgeslagen hoeveelheden.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 17 juni 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66.

(2) PB nr. L 26 van 31. 1. 1985, blz. 12.

(3) PB nr. L 23 van 29. 1. 1973, blz. 15.

(4) PB nr. L 130 van 29. 5. 1979, blz. 20.