Verordening (EEG) nr. 1806/85 van de Commissie van 28 juni 1985 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1836/82 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus
Verordening (EEG) nr. 1806/85 van de Commissie van 28 juni 1985 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1836/82 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 1806/85 VAN DE COMMISSIE
van 28 juni 1985
houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1836/82 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1018/84 (2), en met name op artikel 7, lid 5, en artikel 8, lid 4,
Overwegende dat overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2738/75 van de Raad van 29 oktober 1975 tot vaststelling van de algemene interventievoorschriften in de sector granen (3) en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1146/76 van de Raad van 17 mei 1976 inzake bijzondere en speciale interventiemaatregelen in de sector granen (4), de verkoop van de graanvoorraden van de interventiebureaus door middel van inschrijving geschiedt;
Overwegende dat overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1836/82 van de Commissie (5) de verkoop op de interne markt moet plaatsvinden onder prijsvoorwaarden waardoor een verslechtering van de marktsituatie wordt voorkomen; dat dit doel kan worden bereikt wanneer de verkoopprijs, rekening houdende met de kwaliteit waarvoor de inschrijving wordt gehouden, overeenkomt met de plaatselijke marktprijs en niet lager is dan een peil dat wordt vastgesteld in vergelijking met de interventie- of de referentieprijs, verhoogd met 1 %; dat deze verhoging gezien de vaststelling van een betalingstermijn bij interventie van 120 tot 140 dagen, niet meer gerechtvaardigd is;
Overwegende bovendien dat rekening houdende met de huidige formulering van artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1629/77 van de Commissie van 20 juli 1977 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de bijzondere interventiemaatregelen ter ondersteuning van de marktontwikkeling voor zachte tarwe van bakkwaliteit (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2215/84 (7), de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1836/82 met betrekking tot de bij verkoop op de interne markt in acht te nemen minimumprijs dienovereenkomstig moet worden aangepast;
Overwegende dat overeenkomstig het bepaalde in de bovengenoemde verordening de verkoop van granen voor uitvoer moet geschieden onder prijsvoorwaarden die voor elk geval worden vastgesteld aan de hand van de ontwikkeling en de behoeften van de markt; dat evenwel bijzondere bepalingen moeten worden vastgesteld voor de betaling van granen die bij een inschrijving zijn toegewezen met het oog op de uitvoer ervan, om deze bepalingen aan te passen aan de communautaire voorschriften betreffende het stelsel van uitvoercertificaten met voorfixatie van de restitutie;
Overwegende dat voor zachte tarwe de kwaliteit van de partij waarvoor de inschrijving wordt gehouden nauwkeurig moet worden vastgesteld om de bij de verkopen op de markt van de Gemeenschap of voor uitvoer gemaakte offertes beter te kunnen beoordelen; dat bijgevolg moet worden bepaald dat de interventiebureaus het nodige dienen te doen om de belanghebbenden op de hoogte te brengen;
Overwegende dat ingevolge het voorgaande Verordening (EEG) nr. 1836/82 wijziging behoeft;
Overwegende dat het Comité van beheer voor granen geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 1836/82 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 5, lid 1, wordt gelezen:
»De prijs in de in aanmerking genomen offerte moet ten minste overeenkomen met de prijs geconstateerd voor een overeenkomstige kwaliteit op de markt van de plaats waar het graan is opgeslagen of bij het ontbreken van een dergelijke prijs op de dichtbijzijnde markt, rekening houdende met de transportkosten. Hij mag in geen geval lager zijn dan de op de laatste dag van de termijn voor de indiening van de offertes geldende interventie- of referentieprijs, eventueel aangepast:
- voor bepaalde variëteiten durum tarwe, overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 1570/77 (1);
- voor broodrogge, met de bijzondere in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1570/77 aangegeven toeslag.
Wanneer evenwel zachte tarwe overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1629/77 is aangekocht, mag de voor deze zachte tarwe in aanmerking genomen offerte in geen geval lager zijn dan de in dat artikel bedoelde prijs, die wordt toegepast in het verkoopseizoen waarin de verkoop plaatsvindt, waarbij deze prijs vanaf de maand september tot en met de maand juli van het daaropvolgende jaar maandelijks wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de voor de referentieprijs vastgestelde maandelijkse verhoging.
(1) PB nr. L 174 van 1. 7. 1977, blz. 18."
2. In artikel 8, lid 2, sub c), worden de woorden »vermeerderd met 1 %" geschrapt.
3. Artikel 12, eerste alinea, tweede streepje, wordt als volgt aangevuld:
»bovendien gaat het interventiebureau, wanneer alleen de fysische kenmerken zijn vastgesteld, voor zachte tarwe over tot de analyse van de volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 vast te stellen technische kenmerken van de te verkopen partij en maakt deze bekend in het bericht van inschrijving".
4. In artikel 13, lid 1, tweede alinea, wordt in plaats van »artikel 5, lid 1, sub b)" gelezen »artikel 5, lid 1".
5. Artikel 16 wordt gelezen:
»Artikel 16
Degene aan wie is gegund betaalt het graan voordat het wordt opgehaald en uiterlijk binnen een maand na de datum van de verzending van de in artikel 15 bedoelde mededeling. De risico's en de oplagkosten voor het graan dat niet binnen de betalingstermijn wordt afgehaald, zijn voor rekening van degene aan wie is gegund.
Bij uitvoer is de te betalen prijs die van de offerte, vermeerderd met een maandelijkse verhoging, wanneer het afhalen plaatsvindt in de maand volgende op die van de toewijzing van de offerte. Wanneer het afhalen plaatsvindt in de twaalfde maand van het verkoopseizoen en de toewijzing in de elfde maand plaatsvindt is de te betalen prijs die van de offerte.
Indien degene aan wie is gegund het graan niet binnen de in de eerste alinea bedoelde termijn heeft betaald, wordt het contract door het interventiebureau voor de niet betaalde hoeveelheden geannuleerd.".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 1985. Voor wat durum tarwe betreft is zij van toepassing met ingang van 1 juli 1985.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 28 juni 1985.
Voor de Commissie
Frans ANDRIESSEN
Vice-Voorzitter
(1) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.
(2) PB nr. L 107 van 19. 4. 1984, blz. 1.
(3) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 49.
(4) PB nr. L 130 van 19. 5. 1976, blz. 9.
(5) PB nr. L 202 van 9. 7. 1982, blz. 23.
(6) PB nr. L 181 van 21. 7. 1977, blz. 26.
(7) PB nr. L 203 van 31. 7. 1984, blz. 20.