Verordening (EEG) nr. 1948/85 van de Commissie van 15 juli 1985 houdende uitvoeringsbepalingen voor de overdracht van magere-melkpoeder aan het Griekse interventiebureau door de interventiebureaus van andere Lid-Staten
Verordening (EEG) nr. 1948/85 van de Commissie van 15 juli 1985 houdende uitvoeringsbepalingen voor de overdracht van magere-melkpoeder aan het Griekse interventiebureau door de interventiebureaus van andere Lid-Staten
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 1948/85 VAN DE COMMISSIE
van 15 juli 1985
houdende uitvoeringsbepalingen voor de overdracht van magere-melkpoeder aan het Griekse interventiebureau door de interventiebureaus van andere Lid-Staten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1298/85 (2), en met name op artikel 7, lid 5, en artikel 28,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1322/85 van de Raad van 23 mei 1985 betreffende de overdracht van magere-melkpoeder aan het Griekse interventiebureau door de interventiebureaus van andere Lid-Staten (3), en met name op artikel 1, lid 3,
Overwegende dat krachtens Verordening (EEG) nr. 1322/85 aan het Griekse interventiebureau 7 000 ton magere-melkpoeder dat in het bezit is van de interventiebureaus van de andere Lid-Staten, ter beschikking wordt gesteld om in Griekenland voor voederdoeleinden te worden gebruikt en dat dit poeder in het begin van het melkprijsjaar 1986/1987 moet worden overgenomen; dat de uitvoeringsbepalingen van deze maatregel moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat, uitgaande van de beschikbare hoeveelheden, de interventiebureaus moeten worden aangewezen die met de terbeschikkingstelling van het magere-melkpoeder worden belast; dat het Duitse interventiebureau over bijzonder grote voorraden magere-melkpoeder beschikt;
Overwegende dat het overgedragen magere-melkpoeder aan de eisen moet voldoen welke zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 625/78 van de Commissie (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 718/85 (5);
Overwegende dat de overdracht dient te geschieden in verschillende partijen die worden bepaald met inachtneming van de door het Griekse interventiebureau aangewezen opslagplaatsen van bestemming; dat deze opslagplaatsen moeten voldoen aan de voorwaarden welke zijn vastgesteld bij artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 625/78;
Overwegende dat, om deze maatregel zo goedkoop mogelijk uit te voeren, een procedure van openbare inschrijving moet worden toegepast voor het vervoer van het magere-melkpoeder naar Griekenland;
Overwegende dat, nadat de overdracht is geregeld, moet worden gepreciseerd aan welke bepalingen het Griekse interventiebureau zich dient te houden bij de verkoop van het overgedragen magere-melkpoeder; dat het dienstig is daartoe te verwijzen naar het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 368/77 van de Commissie (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 906/85 (7), en in Verordening (EEG) nr. 443/77 van de Commissie (8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1454/85 (9), enerzijds, en naar het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2213/76 van de Commissie (10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 771/85 (11), anderzijds; dat voorts de bij Verordening (EEG) nr. 2213/76 vastgestelde verkoopprijs dient te worden aangepast in verband met de steun voor magere-melkpoeder voor voederdoeleinden zoals vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1634/85 van de Commissie (12);
Overwegende dat overeenkomstig artikel 2, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 1055/77 van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de opslag en het verkeer van door interventiebureaus aangekochte produkten (13) bij deze overdracht geen enkel monetair compenserend bedrag wordt toegepast; dat voor het vervoer de artikelen 2 en 4 van Verordening (EEG) nr. 1722/77 van de Commissie van 28 juli 1977 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1055/77 betreffende de opslag en het verkeer van door interventiebureaus aangekochte produkten (14), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3476/80 (15), van toepassing zijn;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1322/85 stelt het Duitse interventiebureau 7 000 ton magere-melkpoeder dat overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 804/68 is aangekocht en vóór 1 augustus 1984 is ingeslagen, ter beschikking van het Griekse interventiebureau.
2. Het Duitse interventiebureau draagt zorg voor de overdracht van de 7 000 ton magere-melkpoeder vóór het begin van het melkprijsjaar 1986/1987, behalve indien dit materieel onmogelijk is.
3. Voor elke partij geschiedt de overdracht vanaf de plaatsen waar de goederen zijn opgeslagen naar de aangewezen opslagplaatsen van bestemming.
De lijst van de opslagplaatsen van oorsprong en van bestemming worden in onderling overleg door het Duitse en het Griekse interventiebureau vastgesteld.
Deze lijst alsmede alle andere informatie betreffende deze overdracht kunnen bij deze beide interventiebureaus worden verkregen.
4. Het Duitse en het Griekse interventiebureau nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de onderling overeengekomen datum van overname in acht wordt genomen.
5. Voor de in lid 3 bedoelde opslagplaatsen waar het magere-melkpoeder door het Griekse interventiebureau zal worden opgeslagen, geldt het bepaalde in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 625/78.
Artikel 2
1. Op de zakken en het magere-melkpoeder dat door het interventiebureau van levering ter beschikking wordt gesteld, wordt in letters van ten minste 1 cm hoogte de volgende vermelding aangebracht: "Apokoryfoméno gála se skóni gia zootrofés stin Elláda"
2. Nadat het zich heeft vergewist van de hoeveelheid, de kwaliteit en de verpakking van het magere-melkpoeder, neemt het Griekse interventiebureau de goederen, franco plaats van bestemming, over.
3. Bij de overname worden aan de vertegenwoordiger van het Griekse interventiebureau de volgende documenten afgegeven:
a) een door het interventiebureau van levering opgesteld certificaat waarin wordt bevestigd dat het produkt voldoet aan de voorschriften van de bijlagen I en II bij Verordening (EEG) nr. 625/78;
b) een door de Duitse diergeneeskundige diensten opgesteld certificaat waarvan het model in de bijlage is opgenomen. Op verzoek van de Griekse autoriteiten wordt een afschrift van dit certificaat afgegeven, dat het produkt vergezelt.
4. De Griekse autoriteiten nemen voor hun rekening:
a) de kosten die voortvloeien uit de gezondheidscontrole voor de opstelling van het in lid 3, sub b), bedoelde certificaat;
b) alle kosten die rechtstreeks of indirect voortvloeien uit de gezondheids- of kwaliteitscontroles die ter aanvulling van de op grond van het bepaalde in lid 3, sub a) en b), verrichte controles op hun verzoek door de bevoegde Duitse instanties worden uitgevoerd.
5. De Lid-Staat van levering draagt er zorg voor dat de in lid 4, sub b), bedoelde controles kunnen worden uitgevoerd vóór de overname van de goederen door het Griekse interventiebureau.
Artikel 3
1. Het bedrag van de kosten voor het vervoer van de in artikel 1, lid 3, bedoelde partijen wordt door het Duitse interventiebureau bepaald bij openbare inschrijving.
Deze kosten omvatten:
a) het vervoer, met uitzondering van het laden en het lossen, vanaf het laadperron van de opslagplaats van vertrek tot het losperron van de opslagplaats van bestemming;
b) de kosten voor het verzekeren van de waarde van de goederen, bepaald door de interventieprijs voor het magere-melkpoeder, tot het losperron van de opslagplaats van bestemming.
2. Het in lid 1 bedoelde kostenbedrag wordt betaald binnen zes weken, te rekenen vanaf de dag van indiening bij het Duitse interventiebureau van de volgende documenten:
a) factuur van de transportkosten;
b) verklaring inzake de overname van het magere-melkpoeder door elk van de opslagplaatsen van bestemming, waarin deze overname wordt bevestigd door het Griekse interventiebureau;
c) vervoerdocument;
d) afschrift van de verzekeringspolis en, in geval van beschadiging of verlies, schadeaangiften alsmede de documenten die de schadeloosstelling van het Duitse interventiebureau mogelijk maken;
e) douanedocument van definitieve invoer in Griekenland van het magere-melkpoeder.
3. Het Duitse interventiebureau bepaalt de inschrijvingsvoorwaarden in overeenstemming met deze verordening. Daarin moet met name het stellen van een waarborg als garantie voor de honorering van de inschrijving worden verlangd. Bovendien moet daarin gelijke toegang en behandeling worden gewaarborgd voor iedere gegadigde, ongeacht zijn plaats van vestiging in de Gemeenschap. Daartoe deelt het Duitse interventiebureau aan de andere interventiebureaus en aan de Commissie de tekst van het bericht van openbare inschrijving mede, waarnaar zal worden verwezen in een mededeling die ten minste acht dagen vóór de door het Duitse interventiebureau vastgestelde uiterste termijn voor de indiening van de aanbiedingen wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
4. De aanbiedingen die worden ingediend bij het Duitse interventiebureau, moeten luiden en worden geaccepteerd in Duitse mark.
5. Elke aanbieding mag slechts op één partij betrekking hebben.
6. Elke partij wordt toegewezen aan de inschrijver die de gunstigste aanbieding heeft gedaan.
Indien de aanbiedingen echter niet overeenkomen met de normaal toegepaste prijzen en kosten, vindt geen toewijzing plaats.
7. De Duitse autoriteiten houden de Commissie op de hoogte van het verloop van de inschrijving en stellen haar en het Griekse interventiebureau onmiddellijk van de resultaten ervan in kennis.
Artikel 4
Het Griekse interventiebureau verkoopt het op grond van deze verordening tot zijn beschikking gestelde magere-melkpoeder overeenkomstig de Verordeningen (EEG) nr. 368/77, (EEG) nr. 443/77 en (EEG) nr. 2213/76.
Artikel 1 en artikel 2, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2213/76 zijn evenwel niet van toepassing.
Bovendien worden bij toepassing van Verordening (EEG) nr. 2213/76 aan de verkoop de volgende bijzondere voorwaarden verbonden:
a) het magere-melkpoeder is uitsluitend bestemd voor denaturering of verwerking tot mengvoeder overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1725/79 van de Commissie (1);
b) de verkoop wordt beperkt tot de ondernemingen die zich ertoe verbinden het magere-melkpoeder zelf te denatureren overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1725/79 dan wel, indien zij zijn erkend overeenkomstig artikel 8, lid 1, sub a), van die verordening, zelf tot mengvoeder te verwerken.
De bevoegde instantie wijst de beschikbare hoeveelheden aan de ondernemingen toe met inachtneming van de gewoonlijk door die ondernemingen gebruikte hoeveelheden;
c) bij de betaling van de aankoopprijs wordt deze verminderd met het in artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde steunbedrag;
d) vóór de overname stelt de koper een waarborg van 84 Ecu per 100 kg als garantie dat het magere-melkpoeder op het Griekse grondgebied voor de sub a) genoemde doeleinden zal worden gebruikt.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 15 juli 1985.
Voor de Commissie
Frans ANDRIESSEN
Vice-Voorzitter
(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.
(2) PB nr. L 137 van 27. 5. 1985, blz. 5.
(3) PB nr. L 137 van 27. 5. 1985, blz. 44.
(4) PB nr. L 84 van 31. 3. 1978, blz. 19.
(5) PB nr. L 78 van 21. 3. 1985, blz. 14.
(6) PB nr. L 52 van 24. 2. 1977, blz. 19.
(7) PB nr. L 97 van 4. 4. 1985, blz. 27.
(8) PB nr. L 58 van 3. 3. 1977, blz. 16.
(9) PB nr. L 144 van 1. 6. 1985, blz. 68.
(10) PB nr. L 249 van 11. 9. 1976, blz. 6.
(11) PB nr. L 86 van 27. 3. 1985, blz. 18.
(12) PB nr. L 158 van 18. 6. 1985, blz. 7.
(13) PB nr. L 128 van 24. 5. 1977, blz. 1.
(14) PB nr. L 189 van 29. 7. 1977, blz. 36.
(15) PB nr. L 363 van 31. 12. 1980, blz. 71.
(1) PB nr. L 199 van 7. 8. 1979, blz. 1.