Verordening (EEG) nr. 2592/85 van de Commissie van 13 september 1985 betreffende de toepassing van de aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1984/1985 langlopende opslagcontracten voor bepaalde soorten tafelwijn hebben gesloten
Verordening (EEG) nr. 2592/85 van de Commissie van 13 september 1985 betreffende de toepassing van de aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1984/1985 langlopende opslagcontracten voor bepaalde soorten tafelwijn hebben gesloten
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 2592/85 VAN DE COMMISSIE
van 13 september 1985
betreffende de toepassing van de aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1984/1985 langlopende opslagcontracten voor bepaalde soorten tafelwijn hebben gesloten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 798/85 (2), en met name op artikel 12 bis, lid 5,
Overwegende dat de in het wijnoogstjaar 1983/1984 genomen maatregelen ter ondersteuning van de wijnmarkt niet geheel en al het verwachte resultaat hebben opgeleverd; dat in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2390/85 van de Commissie van 19 augustus 1985 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van de aanvullende maatregelen ten behoeve van degenen die voor het wijnoogstjaar 1984/1985 langlopende opslagcontracten voor tafelwijn hebben gesloten (3) is bepaald dat de in artikel 12 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde periode van drie opeenvolgende weken moet liggen tussen 15 juli en 30 november 1985; dat de representatieve prijzen voor tafelwijn van de soorten A I, R I en R II sedert 15 juli reeds gedurende drie opeenvolgende weken beneden de interventietoepassingsprijs zijn gebleven; dat derhalve de voorwaarden van artikel 12 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 zijn vervuld;
Overwegende dat bij artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2390/85 wordt voorzien in de vaststelling van de voor distillatie in aanmerking komende hoeveelheid wijn waarvoor een contract is gesloten en van de looptijd van de aanvullende opslagcontracten die kunnen worden gesloten; dat, gezien de op grond van de vooruitzichten voor de oogst en de omvang van de voorraden aan het einde van het wijnoogstjaar te verwachten marktsituatie, genoemde hoeveelheden op het in artikel 12 bis, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde maximum en genoemde looptijd op vier maanden dienen te worden vastgesteld;
Overwegende dat het Comité van beheer voor wijn geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
Degenen die langlopende opslagcontracten voor tafelwijn van de soorten A I, R I en R II, andere dan tafelwijn van de soort R III, hebben afgesloten, kunnen overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2390/85:
- van de tafelwijn waarvoor het contract is gesloten, een hoeveelheid distilleren die gelijk is aan maximaal 15 % van de totale hoeveelheid tafelwijn die zij in het verkoopseizoen 1984/1985 geproduceerd hebben;
- voor de gehele of gedeeltelijke hoeveelheid tafelwijn waarvoor het contract is gesloten en die boven 15 % ligt van de totale hoeveelheid tafelwijn die zij in het wijnoogstjaar 1984/1985 geproduceerd hebben, een of meer opslagcontracten sluiten voor een tijdvak van vier maanden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 september 1985.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 13 september 1985.
Voor de Commissie
Frans ANDRIESSEN
Vice-Voorzitter
(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.
(2) PB nr. L 89 van 29. 3. 1985, blz. 1.
(3) PB nr. L 225 van 23. 8. 1985, blz. 8.