Home

Verordening (EEG) nr. 3106/85 van de Commissie van 6 november 1985 tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van kopersulfaat van oorsprong uit Joegoslavië

Verordening (EEG) nr. 3106/85 van de Commissie van 6 november 1985 tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van kopersulfaat van oorsprong uit Joegoslavië

Verordening (EEG) nr. 3106/85 van de Commissie van 6 november 1985 tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van kopersulfaat van oorsprong uit Joegoslavië

Publicatieblad Nr. L 296 van 08/11/1985 blz. 0026 - 0027
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 23 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 23 blz. 0003


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3106/85 VAN DE COMMISSIE

van 6 november 1985

tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van kopersulfaat van oorsprong uit Joegoslavië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2176/84 van de Raad van 23 juli 1984 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op artikel 10, lid 6,

Na overleg in het kader van het in genoemde verordening bedoelde Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. Procedure

(1) Ingevolge een verzoek van een Lid-Staat, Italië, op wiens markt vrijwel alle invoer van Joegoslavisch kopersulfaat plaatsvindt, heeft de Commissie in november 1983 in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen kennis gegeven (2) van de heropening van de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van kopersulfaat van oorsprong uit Joegoslavië.

(2) In dit verzoek werd met ondersteunend bewijsmateriaal aangevoerd dat de Joegoslavische prijzen bij uitvoer van kopersulfaat naar de Gemeenschap, en in het bijzonder naar Italië, zelfs na de instelling van een definitief anti-dumpingrecht van 19,5 % in maart 1983 bij Verordening (EEG) nr. 486/83 van de Raad (3), regelmatig beneden de gepubliceerde prijzen voor ruw koper, dat ongeveer 70 % uitmaakt van alle produktiekosten van kopersulfaat, hadden gelegen. Dienovereenkomstig werd gesteld dat deze uitvoerprijzen de produktiekosten niet dekten en dat derhalve de dumping voortduurde, met als gevolg verdere schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.

(3) Bij Besluit 84/404/EEG van de Commissie (4) werden deze beweringen bevestigd nadat een dumpingmarge van 61 % was vastgesteld. Voorts werd op grond van de ten tijde van het nieuwe onderzoek bij de Commissie beschikbare feiten berekend dat een anti-dumpingrecht van 53 %, te zamen met een recht op basis van de minimumprijs om mogelijke ontduiking te voorkomen, nodig geweest zou zijn om de door de communautaire bedrijfstak geleden en door de invoer met dumping veroorzaakte schade te verhelpen. Het niveau van het recht op ad valorem-basis of het recht op basis van de minimumprijs werd vastgesteld op basis van de prijs waartegen de communautaire bedrijfstak zou hebben moeten verkopen ten einde alle produktiekosten te dekken en een winstmarge van 5 % mogelijk te maken.

(4) Na besprekingen in de Samenwerkingsraad die is ingesteld in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (5), heeft de Commissie bij Besluit 84/404/EEG een door de betrokken Joegoslavische exporteurs aangeboden prijsverbintenis aanvaard en heeft de Raad bij Verordening (EEG) nr. 2333/84 (6) zijn Verordening (EEG) nr. 486/83 ingetrokken.

B. Inbreuk op de verbintenis

(5) Na in 1985 van de bedrijfstak van de Gemeenschap een klacht ontvangen te hebben dat de Joegoslavische invoer van kopersulfaat wederom in de Gemeenschap binnenkwam tegen prijzen die aanmerkelijke schade berokkenden, waarbij deze klacht werd gestaafd door gepubliceerd statistisch bewijsmateriaal over hoeveelheden en prijzen, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2176/84 de Joegoslavische exporteurs om toelichting verzocht. Deze toelichting alsmede de regelmatig van de Joegoslavische exporteurs door de Commissie ontvangen gegevens, gaven de Commissie redenen om aan te nemen dat aanzienlijk en geregeld inbreuk was gemaakt op de prijsverbintenis gedurende het tijdvak april-juni 1985, door de seizoengebondenheid van de verkopen de belangrijkste periode in het jaar voor de verkoop van kopersulfaat naar de Gemeenschap.

C. Heropening

(6) De Commissie is van mening dat, gezien deze omstandigheden, een nader onderzoek is gerechtvaardigd; zij heeft derhalve het onderzoek heropend.

D. Te nemen maatregelen

(7) Op grond van het beschikbare bewijsmateriaal, en gezien het feit dat sedert de aanvaarding van de verbintenis in 1984 nog een producent uit de Gemeenschap zijn werkzaamheden heeft gestaakt is de Commissie van mening dat de vrijstelling van een anti-dumpingrecht voor exporteurs van kopersulfaat uit Joegoslavië niet langer gerechtvaardigd is en dat het in het belang van de Gemeenschap is met onmiddellijke ingang een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van kopersulfaat van oorsprong uit Joegoslavië in te stellen.

E. Hoogte van het recht

(8) Overeenkomstig artikel 10, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2176/84 dient de hoogte van het recht die te zijn welke gebaseerd is op de feiten die vóór de aanvaarding van de verbintenis werden vastgesteld, namelijk 53 %, of, indien dit hoger is, gelijk te zijn aan het bedrag waarmee de prijs franco grens Gemeenschap, niet ingeklaard, aan de eerste importeur in de Lid-Staat van invoer, lager ligt dan 600 Ecu.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Op de invoer van kopersulfaat van post ex 28.38 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, overeenkomende met NIMEXE-code 28.38-27, van oorsprong uit Joegoslavië, wordt een voorlopig anti-dumpingrecht ingesteld.

2. Het recht bedraagt 53 % van de prijs per ton netto, franco grens Gemeenschap, niet ingeklaard, of is, indien dit hoger is, gelijk aan het bedrag waarmee de prijs per ton netto, franco grens Gemeenschap, niet ingeklaard, lager ligt dan 600 Ecu.

3. De voor douanerechten van kracht zijnde bepalingen zijn van toepassing.

4. Het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van de in lid 1 bedoelde produkten is afhankelijk van het stellen van een waarborg gelijk aan het bedrag van het voorlopige recht.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 6 november 1985.

Voor de Commissie

Willy DE CLERCQ

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 201 van 30. 7. 1984, blz. 1.

(2) PB nr. C 301 van 8. 11. 1983, blz. 2.

(3) PB nr. L 55 van 2. 3. 1983, blz. 4.

(4) PB nr. L 215 van 11. 8. 1984, blz. 16.

(5) PB nr. L 41 van 14. 2. 1983, blz. 2.

(6) PB nr. L 215 van 11. 8. 1984, blz. 1.