Home

Verordening (EEG) nr. 3238/85 van de Commissie van 19 november 1985 houdende afwijking van Verordening (EEG) nr. 1244/82 ten aanzien van het aantal zoogkoeien dat in aanmerking moet worden genomen voor de toekenning van de premie voor het aanhouden van het zoogkoeienbestand voor het verkoopseizoen 1985/1986

Verordening (EEG) nr. 3238/85 van de Commissie van 19 november 1985 houdende afwijking van Verordening (EEG) nr. 1244/82 ten aanzien van het aantal zoogkoeien dat in aanmerking moet worden genomen voor de toekenning van de premie voor het aanhouden van het zoogkoeienbestand voor het verkoopseizoen 1985/1986

Verordening (EEG) nr. 3238/85 van de Commissie van 19 november 1985 houdende afwijking van Verordening (EEG) nr. 1244/82 ten aanzien van het aantal zoogkoeien dat in aanmerking moet worden genomen voor de toekenning van de premie voor het aanhouden van het zoogkoeienbestand voor het verkoopseizoen 1985/1986

Publicatieblad Nr. L 308 van 20/11/1985 blz. 0005 - 0005
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 38 blz. 0228
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 38 blz. 0228


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3238/85 VAN DE COMMISSIE

van 19 november 1985

houdende afwijking van Verordening (EEG) nr. 1244/82 ten aanzien van het aantal zoogkoeien dat in aanmerking moet worden genomen voor de toekenning van de premie voor het aanhouden van het zoogkoeienbestand voor het verkoopseizoen 1985/1986

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1357/80 van de Raad van 5 juni 1980 tot instelling van een premieregeling voor het aanhouden van het zoogkoeienbestand (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1198/82 (2), en met name op artikel 6,

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1244/82 van de Commissie (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1709/83 (4), de uitvoeringsbepalingen van de bij Verordening (EEG) nr. 1357/80 ingestelde regeling zijn vastgesteld;

Overwegende dat, ten einde het recht op de premie te behouden, de producent in beginsel gedurende de gehele voorgeschreven periode een aantal zoogkoeien moet aanhouden dat ten minste gelijk is aan het aantal waarvoor de premie is toegekend;

Overwegende dat er zich in bepaalde gebieden van de Gemeenschap tijdens het verkoopseizoen 1985/1986 uitzonderlijke omstandigheden hebben voorgedaan die worden gekenmerkt door een tekort aan veevoeder ten gevolge van abnormale, ongunstige weersomstandigheden; dat het verantwoord is, in afwijking van bovengenoemd beginsel, in die gevallen die niet als overmacht worden beschouwd, het recht op de premie te handhaven voor het aantal zoogkoeien dat in de voorgeschreven periode werkelijk is aangehouden; dat derhalve bijzondere bepalingen moeten worden vastgesteld voor de vermindering van het aantal zoogkoeien;

Overwegende dat de in deze verordening vastgestelde maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 1985/1986 kunnen de producenten vóór 1 januari 1986 een vermindering aanvragen van het aantal zoogkoeien dat oorspronkelijk in de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1244/82 bedoelde aanvraag is opgegeven, mits in het gebied waar hun bedrijven zijn gelegen een veevoedertekort bestaat ten gevolge van abnormale, ongunstige weersomstandigheden en het gebied door de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1244/82 bedoelde bevoegde nationale instanties wordt afgebakend.

Artikel 2

1. Bij vermindering van het oorspronkelijk opgegeven aantal zoogkoeien heeft de producent recht op de premie voor het aantal zoogkoeien dat hij gedurende de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1357/80 bedoelde periode werkelijk heeft aangehouden.

2. Indien de premies reeds aan de producent zijn uitgekeerd voor het in zijn oorspronkelijke aanvraag opgegeven aantal zoogkoeien, nemen de Lid-Staten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de premies worden teruggevorderd die zijn uitgekeerd voor het aantal waarvoor de producent geen recht op de premie meer heeft.

Artikel 3

De Lid-Staten delen de Commissie de in artikel 1 bedoelde gebieden mede alsmede het aantal aanvragen om vermindering.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing op de voor het verkoopseizoen 1985/1986 ingediende aanvragen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 19 november 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 140 van 5. 6. 1980, blz. 1.

(2) PB nr. L 140 van 20. 5. 1982, blz. 28.

(3) PB nr. L 143 van 20. 5. 1982, blz. 20.

(4) PB nr. L 166 van 25. 6. 1983, blz. 16.