Verordening (EEG) nr. 3549/85 van de Commissie van 16 december 1985 tot afwijking van de kwaliteitsnorm voor citrusvruchten
Verordening (EEG) nr. 3549/85 van de Commissie van 16 december 1985 tot afwijking van de kwaliteitsnorm voor citrusvruchten
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 3549/85 VAN DE COMMISSIE
van 16 december 1985
tot afwijking van de kwaliteitsnorm voor citrusvruchten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE
GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1332/84 (2), en met name op artikel 2, lid 3,
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 379/71 van de Commissie (3) kwaliteitsnormen voor citrusvruchten zijn vastgesteld, die zijn opgenomen in de bijlage van die verordening;
Overwegende dat, rekening houdende met de ontwikkeling in de afzet, een aantal voorschriften met betrekking tot de verpakking zoals deze momenteel zijn geformuleerd, aanleiding kunnen geven tot verwarring; dat deze situatie moet worden verholpen in afwachting van een volledige herziening van de norm;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
In afwijking van Verordening (EEG) nr. 379/71 wordt tot en met 15 juli 1986 in titel V »Verpakking en presentatie" van de bijlage in hoofdstuk B »Verpakking" de laatste alinea gelezen:
»In de verpakkingseenheid, of bij losse verzending in de partij, mogen geen vreemde substanties voorkomen; het is echter toegestaan dat er een kort takje met enkele groene bladeren aan de vruchten vastzit.".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 16 december 1985.
Voor de Commissie
Frans ANDRIESSEN
Vice-Voorzitter
(1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.
(2) PB nr. L 130 van 16. 5. 1984, blz. 1.
(3) PB nr. L 45 van 24. 2. 1971, blz. 1.