Verordening (EEG) nr. 3634/85 van de Raad van 17 december 1985 betreffende de instelling in 1985 van specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1787/84
Verordening (EEG) nr. 3634/85 van de Raad van 17 december 1985 betreffende de instelling in 1985 van specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1787/84
*****
VERORDENING (EEG) Nr. 3634/85 VAN DE RAAD
van 17 december 1985
betreffende de instelling in 1985 van specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1787/84
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europese Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1787/84 van de Raad van 19 juni 1984 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (4), hierna »verordening van het Fonds" genoemd, op 1 januari 1985 in werking is getreden;
Overwegende dat op grond van artikel 48 van de verordening van het Fonds, behoudens toepassing van artikel 45 hiervan, Verordening (EEG) nr. 724/75 (5), titel III betreffende de specifieke communautaire maatregelen inbegrepen, wordt ingetrokken;
Overwegende dat krachtens artikel 45 van de verordening van het Fonds, artikel 4, lid 3, van die verordening niet van toepassing is op middelen bestemd ter dekking van de betalingsverplichtingen die nog moeten worden aangegaan ter uitvoering van voornoemde specifieke communautaire acties die door de Raad vóór 1 januari 1985 zijn ingesteld;
Overwegende dat de Raad op 18 januari 1984 zijn goedkeuring heeft gehecht aan een tweede reeks specifieke communautaire acties, hierna »specifieke acties" genoemd, ten gunste van zones die zijn getroffen door de herstructurering van de ijzer- en staalindustrie, van de scheepsbouw en van de textiel- en kledingindustrie, door de uitbreiding van de Gemeenschap en door de energiecrisis;
Overwegende dat het bij de goedkeuring van deze tweede reeks in de bedoeling lag de acties betreffende de door de herstructurering van de scheepsbouw en van de textiel- en kledingindustrie getroffen zones uit te breiden tot nieuwe zones in de mate dat de verergering van de crisis in die sectoren dat zou rechtvaardigen;
Overwegende dat tegelijkertijd werd overwogen de reeds ten behoeve van de grenszones van Ierland en Noord-Ierland van kracht zijnde specifieke actie uit te breiden;
Overwegende dat de Raad eveneens heeft ingestemd met het beginsel van een specifieke actie om bij te dragen tot de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten in bepaalde, door de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid getroffen zones;
Overwegende dat de Commissie, om gevolg te geven aan die richtsnoeren van de Raad, onmiddellijk is begonnen met de uitwerking van de gevraagde verordeningsvoorstellen;
Overwegende dat er praktische moeilijkheden zijn gerezen bij de inzameling van bepaalde voor het uitwerken van die voorstellen benodigde gegevens en dat die moeilijkheden tot een vertraging van de indiening van die voorstellen hebben geleid;
Overwegende dat bijgevolg de vier op artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 724/75 berustende voorstellen voor verordeningen eerst op 22 december 1984 bij de Raad konden worden ingediend; dat de Raad om die reden niet in staat is geweest over die voorstellen vóór 31 december 1984 een besluit te nemen; dat het Europese Parlement en het Economisch en Sociaal Comité eveneens niet in staat zijn geweest om over die voorstellen vóór die datum advies uit te brengen; dat het derhalve, gezien het vervallen van Verordening (EEG) nr. 724/75 op 1 januari 1985, wenselijk is de Raad nog tot en met 31 december 1985 de mogelijkheid te geven om over die voorstellen een besluit te nemen en de in artikel 45 van de verordening van het Fonds bedoelde termijn dienovereenkomstig te verlengen;
Overwegende dat het Verdrag, afgezien van artikel 235, niet in de daartoe vereiste bevoegdheden voorziet,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD:
Artikel 1
De Raad kan tot en met 31 december 1985 overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 724/75 specifieke acties instellen op basis van voorstellen die de Commissie vóór 31 december 1984 heeft ingediend.
Artikel 2
Artikel 45 van de verordening van het Fonds wordt vervangen door:
»Artikel 45
Artikel 4, lid 3, is noch van toepassing op de middelen bestemd ter dekking van de betalingsverplichtingen die nog moeten worden aangegaan ter uitvoering van de specifieke communautaire acties bedoeld in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 724/75 die door de Raad vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingesteld, noch op de speci
fieke communautaire acties die overeenkomstig genoemd artikel 13 door de Raad tot en met 31 december 1985 zijn ingesteld op basis van voorstellen die de Commissie vóór 31 december 1984 heeft ingediend.".
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 17 december 1985.
Voor de Raad
De Voorzitter
J. F. POOS
(1) PB nr. C 143 van 12. 6. 1985, blz. 3.
(2) PB nr. C 229 van 9. 9. 1985, blz. 135.
(3) Advies uitgebracht op 25/26 september 1985 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
(4) PB nr. L 169 van 28. 6. 1984, blz. 1.
(5) PB nr. L 73 van 21. 3. 1975, blz. 1.