Verordening (EEG) nr. 3806/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor tomaten, komkommers en aubergines van post ex 07.01 van het gemeenschappelijk douanetarief van oorsprong uit de Canarische eilanden (1986)
Verordening (EEG) nr. 3806/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor tomaten, komkommers en aubergines van post ex 07.01 van het gemeenschappelijk douanetarief van oorsprong uit de Canarische eilanden (1986)
VERORDENING (EEG) Nr. 3806/85 VAN DE RAADvan 20 december 1985betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor tomaten, komkommers en aubergines van post ex 07.01 van het gemeenschappelijk douanetarief van oorsprong uit de Canarische eilanden (1986)
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal (1), inzonderheid op artikel 4 van het daaraangehechte Protocol nr. 2,Gezien het voorstel van de Commissie,Overwegende dat krachtens artikel 4 van Protocol nr. 2 en artikel 10 van Protocol nr. 3 gehecht aan de Toetredingsakte, tomaten, komkommers en aubergines van post ex 07.01 van het gemeenschappelijk douanetarief van oorsprong uit de Canarische eilanden in het douanegebied van de Gemeenschap kunnen worden ingevoerd tegen verlaagde rechten, in het kader van jaarlijkse communautaire tariefcontingenten; dat de contingenten volgende hoeveelheden bedragen:- 165 645 ton voor tomaten van post 07.01 M,- 28 663 ton voor komkommers van post 07.01 P I en- 3 819 ton voor aubergines van post 07.01 T II;Overwegende dat wanneer deze produkten worden ingevoerd in het gedeelte van Spanje dat deel uitmaakt van het douanegebied van de Gemeenschap, zij in aanmerking komen voor vrijstelling van douanerechten en niet aan de referentieprijs onderworpen zijn; dat wanneer deze produkten in Portugal worden ingevoerd de contingentrechten die van toepassing zijn berekend dienen te worden op de grondslag van de desbetreffende bepalingen van de Toetredingsakte; dat, wanneer deze produkten in het vrije verkeer worden gebracht in de rest van het douanegebied van de Gemeenschap, zij in aanmerking komen voor een geleidelijke verlaging van de douanerechten volgens hetzelfde ritme en onder dezelfde voorwaarden als bedoeld in artikel 75 van de (1) PB nr. L 302 van 15. 11. 1985, blz. 23.Toetredingsakte, mits de referentieprijzen in acht worden genomen; dat, om in aanmerking te komen voor de tariefcontingenten, de betrokken produkten aan bepaalde voorwaarden van merking en etikettering moeten beantwoorden, om hun oorsprong te bewijzen; dat, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de Toetredingsakte, de tariefmaatregelen pas vanaf 1 maart 1986 effect hebben; dat de bedoelde tariefcontingenten derhalve dienen te worden geopend voor het tijdvak van 1 maart tot en met 31 december 1986;Overwegende dat er met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van de bedoelde contingenten en dat de daaraan verbonden rechten in alle Lid-Staten zonder onderbreking worden toegepast op alle invoer van de betrokken produkten tot op het tijdstip waarop de contingenten geheel zijn uitgeput; dat een system voor de benutting van de communautaire tariefcontingenten, gebaseerd op een verdeling over de Lid-Staten, in overeenstemming lijkt te zijn met het communautaire karakter van die contingenten in het licht van de hierboven uiteengezette beginselen; dat die verdeling, om zo goed mogelijk de werkelijke ontwikkeling op de markt van de bedoelde produkten weer te geven, moet geschieden naar verhouding van de behoeften van de Lid-Staten, berekend, enerzijds, op grond van de statistische gegevens betreffende de invoer van genoemde produkten van oorsprong uit de Canarische eilanden over een representatieve referentieperiode en, anderzijds, op grond van de economische vooruitzichten voor de betrokken contingentsperiode;Overwegende dat gedurende de laatste drie jaren waarover statistische gegevens beschikbaar zijn, de invoer van de afzonderlijke Lid-Staten zich als volgt heeft ontwikkeld (in ton):>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Overwegende dat in de loop van de laatste drie jaren de betrokken produkten slechts door bepaalde Lid-Staten regelmatig zijn ingevoerd terwijl in andere Lid-Staten in het geheel geen of slechts af en toe invoer heeft plaatsgevonden; dat, onder deze omstandigheden, het derhalve juist lijkt in een eerste stadium enerzijds de aanvankelijke quota toe te kennen aan de werkelijk invoerende Lid-Staten en anderzijds de andere Lid-Staten te waarborgen dat zij van de tariefcontingenten gebruik zullen kunnen maken zodra er melding wordt gemaakt van invoer in deze Lid-Staten; dat deze wijze van verdeling tevens de uniformiteit van de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief waarborgt;Overwegende dat, ten einde rekening te houden met de ontwikkeling van de invoer van genoemde produkten in de verschillende Lid-Staten, elk contingent in twee gedeelten moet worden gesplitst, waarbij het eerste gedeelte wordt verdeeld over bepaalde Lid-Staten en het tweede gedeelte een reserve vormt ter voorziening in de verdere behoeften van deze Lid-Staten indien zij hun aanvankelijk quotum hebben uitgeput, alsmede in de behoeften die zich in de overige Lid-Staten zouden kunnen voordoen; dat, ten einde de importeurs van elke Lid-Staat een zekere waarborg te geven, het eerste gedeelte van de communautaire tariefcontingenten zou moeten worden vastgesteld op een niveau dat in het onderhavige geval 80 % van elk contingent zou kunnen bedragen;Overwegende dat de aanvankelijke quota van de Lid-Staten meer of minder spoedig kunnen zijn opgebruikt; dat het, ten einde daarmee rekening te houden en elke onderbreking te vermijden, van belang is dat iedere Lid-Staat die een van zijn aanvankelijke quota nagenoeg geheel heeft benut, een extra quotum uit de overeenkomstige reserve opneemt; dat deze opneming door iedere Lid-Staat moet worden verricht wanneer elk van zijn extra quota bijna geheel is benut en wel zo vaak als de reserve dat toelaat; dat de aanvankelijke en de extra quota geldig moeten zijn tot aan het einde van de contingentsperiode; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name de uitputtingsgraad van de contingenten moet kunnen volgen en de Lid-Staten hierover moet kunnen inlichten;Overwegende dat het, indien er in een Lid-Staat op een bepaald tijdstip van de contingentsperiode een belangrijk overschot bestaat, noodzakelijk is dat dat land daarvan een aanmerkelijk percentage terugstort in de reserve, ten einde te voorkomen dat een gedeelte van een van de communautaire contingenten in een Lid-Staat onbenut blijft, terwijl andere Lid-Staten er gebruik van zouden kunnen maken;Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan de genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden;Overwegende dat krachtens artikel 2, lid 3, van het Verdrag betreffende de toetreding van Spanje en Portugal de Instellingen van de Gemeenschap de in artikel 4 van het aan de Toetredingsakte gehechte Protocol nr. 2 genoemde maatregelen kunnen vaststellen vóór de toetreding,HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 11. Van 1 maart tot en met 31 december 1986 worden in de Gemeenschap communautaire tariefcontingenten geopend voor volgende produkten van oorsprong uit de Canarische eilanden en binnen de hierna aangegeven grenzen:> RUIMTE VOOR DE TABEL>
2. a) Wanneer de produkten worden ingevoerd in het gedeelte van Spanje dat deel uitmaakt van het douanegebied van de Gemeenschap, komen zij in aanmerking voor vrijstelling van douanerechten en zijn zij niet aan de referentieprijs onderworpen.b) Binnen de grenzen van deze tariefcontingenten past de Portugese Republiek douanerechten toe die berekend worden op de grondslag van de desbetreffende bepalingen van de Toetredingsakte en de daarop betrekking hebbende verordeningen.c) Wanneer deze produkten in het vrije verkeer worden gebracht in de rest van het douanegebied van de Gemeenschap, zijn de rechten van toepassing die hierna zijn aangegeven tegenover ieder van de tariefposten:>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Deze produkten zijn bij invoer onderworpen aan de referentieprijs op dezelfde wijze als dezelfde produkten van herkomst uit het gedeelte van Spanje dat deel uitmaakt van het douanegebied van de Gemeenschap.3. a) De produkten die onder deze verordening vallen, kunnen slechts in aanmerking komen voor deze tariefcontingenten indien zij, op het ogenblik dat zij worden aangebracht bij de instanties die belast zijn met de invoerformaliteiten voor het in het vrije verkeer brengen van de goederen in het douanegebied van de Gemeenschap, onverminderd de overige bepalingen inzake kwaliteitsnormen, worden gepresenteerd in verpakkingen waarop duidelijk zichtbaar en goed leesbaar de vermelding "Canarische Eilanden'' of de vertaling daarvan in een andere officiële taal van de Gemeenschap is aangebracht.b) Artikel 9, derde en vierde alinea, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1631/84 (2), is niet van toepassing op de in deze verordening genoemde produkten.
Artikel 21. De in artikel 1 vastgestelde tariefcontingenten worden in twee gedeelten gesplitst.2. Een eerste gedeelte van elk tariefcontingent wordt over bepaalde Lid-Staten verdeeld; de quota die, behoudens het bepaalde in artikel 5, gelden tot en met 31 december 1986, bedragen de volgende hoeveelheden:a) tomaten van post 07.01 M:Benelux41 470 tonDuitsland2 000 tonSpanje13 530 tonFrankrijk720 tonVerenigd Koninkrijk74 780 ton;b) komkommers van post 07.01 P I:Benelux8 640 tonDenemarken50 tonDuitsland210 tonSpanje190 tonVerenigd Koninkrijk14 020 ton;c) aubergines van post 07.01 T II:Benelux1 520 tonDuitsland75 tonSpanje350 tonFrankrijk65 tonVerenigd Koninkrijk1 040 ton.3. Het tweede gedeelte van ieder contingent ter grootte van respectievelijk:- 33 145 ton voor tomaten van post 07.01 M,- 5 733 ton voor komkommers van post 07.01 P I en (1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.(2) PB nr. L 154 van 9. 6. 1984, blz. 24.- 769 ton voor aubergines van post 07.01 T IIvormt de overeenkomstige communautaire reserve.4. Indien een importeur melding maakt van op handen zijnde invoer van de betrokken produkten in de andere Lid-Staten en indien hij verzoekt om voor het contingent in aanmerking te komen, gaat de betrokken Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, over tot opneming van een hoeveelheid die overeenstemt met zijn behoeften, voor zover het beschikbare saldo van de reserve zulks toelaat.
Artikel 31. Indien een van de aanvankelijke quota van een Lid-Staat, zoals vastgesteld in artikel 2, lid 2, dan wel dat zelfde quotum verminderd met het bij toepassing van artikel 5 in de overeenkomstige reserve teruggestorte gedeelte voor 90 % of meer is benut, gaat deze Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, onverwijld over tot opneming, voor zover in de reserve nog een voldoende hoeveelheid aanwezig is, van een tweede quotum ter grootte van 10 % van zijn aanvankelijke quotum, eventueel op de volgende eenheid naar boven afgerond.2. Indien een Lid-Staat, na volledige benutting van een van zijn aanvankelijke quota, het door hem opgenomen tweede quotum voor 90 % of meer heeft aangewend, gaat hij, op de wijze als bepaald in lid 1, over tot opneming, voor zover in de reserve nog een voldoende hoeveelheid aanwezig is, van een derde quotum, gelijk aan 5 % van zijn aanvankelijke quotum, eventueel op de volgende eenheid naar boven afgerond.3. Indien een Lid-Staat, na volledige benutting van een tweede quotum, het door hem opgenomen derde quotum voor 90 % of meer heeft aangewend, gaat hij, op de wijze als bepaald in lid 1, over tot opneming van een vierde quotum, dat gelijk is aan het derde.Deze procedure wordt toegepast totdat de reserve is uitgeput.4. In afwijking van het bepaalde in de leden 1 tot en met 3 kunnen de Lid-Staten overgaan tot opneming van geringere hoeveelheden dan de in die leden vastgestelde quota, wanneer er aanleiding is om aan te nemen dat deze quota wellicht niet geheel zullen worden benut. Zij delen aan de Commissie de redenen mede die tot toepassing van het onderhavige lid hebben geleid.
Artikel 4Alle overeenkomstig artikel 3 opgenomen extra quota gelden tot en met 31 december 1986.
Artikel 5De Lid-Staten storten uiterlijk op 1 oktober 1986 het niet-benutte gedeelte van hun aanvankelijke quotum in de reserve terug, dat op 15 september 1986 20 % van het aanvankelijke quotum te boven gaat. Zij kunnen een grotere hoeveelheid terugstorten, indien er gronden zijn om aan te nemen dat deze wellicht onbenut zal blijven.De Lid-Staten geven de Commissie uiterlijk op 1 oktober 1986 kennis van de totale invoer van de betrokken produkten, die tot en met 15 september 1986 heeft plaatsgevonden en op de communautaire contingenten is afgeboekt, alsmede eventueel van het gedeelte van elk van hun aanvankelijke quota dat zij in de overeenkomstige reserve terugstorten.
Artikel 6De Commissie houdt boek van de hoeveelheden van de door de Lid-Staten overeenkomstig de artikelen 2 en 3 geopende quota en brengt, zodra de opgaven haar bereiken, elke Lid-Staat op de hoogte van de uitputtingsgraad van de reserves.Zij stelt de Lid-Staten uiterlijk op 5 oktober 1986 in kennis van de stand van de diverse reserves na de overeenkomstig artikel 5 verrichte terugstortingen.Zij ziet erop toe dat de opneming waardoor een van de reserves volledig wordt uitgeput tot het nog beschikbare overschot beperkt blijft en deelt te dien einde aan de Lid-Staat die deze laatste opneming verricht mede, hoeveel dit overschot bedraagt.
Artikel 71. De Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen opdat door opening van de met toepassing van artikel 3 door hen opgenomen extra quota, de door hen ingevoerde hoeveelheden zonder onderbreking kunnen worden afgeboekt op hun gecumuleerde aandeel in de communautaire tariefcontingenten.2. De Lid-Staten waarborgen de importeurs van de betrokken produkten vrije toegang tot de hun toegekende quota.3. De Lid-Staten boeken de ingevoerde hoeveelheden op hun quota af naar gelang voor het produkt bij de douane een aangifte wordt ingediend tot het in het vrije verkeer brengen.4. De uitputtingsgraad van de quota van de Lid-Staten wordt vastgesteld op grond van de invoer van de betrokken produkten die overeenkomstig lid 3 is afgeboekt.
Artikel 8Op verzoek van de Commissie stellen de Lid-Staten de Commissie op de hoogte van de invoer van de betrokken produkten, die daadwerkelijk op hun quota is afgeboekt.
Artikel 9De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.
Artikel 10Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1986, onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Spanje en Portugal.Zij is van toepassing vanaf 1 maart 1986.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.Gedaan te Brussel, 20 december 1985.Voor de RaadDe VoorzitterR. STEICHEN