Home

86/204/EEG: Besluit van het Europese Parlement van 18 april 1986 waarmee aan de Commissie kwijting wordt verleend voor het financiële beheer van het vijfde Europees Ontwikkelingsfonds tijdens het begrotingsjaar 1984

86/204/EEG: Besluit van het Europese Parlement van 18 april 1986 waarmee aan de Commissie kwijting wordt verleend voor het financiële beheer van het vijfde Europees Ontwikkelingsfonds tijdens het begrotingsjaar 1984

86/204/EEG: Besluit van het Europese Parlement van 18 april 1986 waarmee aan de Commissie kwijting wordt verleend voor het financiële beheer van het vijfde Europees Ontwikkelingsfonds tijdens het begrotingsjaar 1984

Publicatieblad Nr. L 150 van 04/06/1986 blz. 0029 - 0030


*****

BESLUIT VAN HET EUROPESE PARLEMENT

van 18 april 1986

waarmee aan de Commissie kwijting wordt verleend voor het financieel beheer van het vijfde Europees Ontwikkelingsfonds tijdens het begrotingsjaar 1984

(86/204/EEG)

HET EUROPESE PARLEMENT,

- Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

- Gelet op de tweede Overeenkomst ACS/EEG van Lomé (1),

- Gezien de balans en jaarrekening van het vijfde Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 1984 (COM(85) 207 def.),

- Gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 1984, vergezeld van de antwoorden van de Instellingen (2),

- Gelet op de aanbeveling van de Raad inzake de verlening van deze kwijting (doc. C2-4/86),

- Overwegende dat het Verdrag van 22 juli 1975 het Europese Parlement machtigt kwijting te verlenen voor de financiële werkzaamheden van de Gemeenschap,

- Gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (doc. A2-10/86),

1. Verleent de Commissie kwijting voor het financieel beheer van het vijfde Europees Ontwikkelingsfonds tijdens het begrotingsjaar 1984 op basis van onderstaande bedragen:

ontvangsten 756 019 343 Ecu,

betalingen 509 469 524 Ecu;

2. Neemt zijn opmerkingen in de resolutie op die bij dit besluit gaat;

3. Verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie met zijn opmerkingen te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Rekenkamer en de Europese Investeringsbank en in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (L-reeks) te doen publiceren.

1.2 // Enrico VINCI // Pierre PFLIMLIN // Secretaris-generaal // Voorzitter

(1) PB nr. L 347 van 22. 12. 1980, blz. 1.

(2) PB nr. C 326 van 16. 12. 1985, blz. 1.

RESOLUTIE

houdende de opmerkingen die gaan bij de besluiten waarmee kwijting wordt verleend voor het financieel beheer van het tweede, derde, vierde en vijfde Europees Ontwikkelingsfonds tijdens het begrotingsjaar 1984

HET EUROPESE PARLEMENT,

- Gelet op artikel 206 ter van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

- Gelet op de artikelen 67 respectievelijk 70 van de op het vierde en vijfde Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) van toepassing zijnde financiële reglementen, waarin wordt bepaald dat de Commissie alle nodige maatregelen moet nemen om aan de opmerkingen in het kwijtingsbesluit gevolg te geven,

- Overwegende dat dezelfde artikelen de Commissie tevens verplichten, op verzoek van het Europese Parlement, verslag uit te brengen over de op grond van de opmerkingen van het Parlement genomen maatregelen en met name over de instructies die zij heeft gegeven aan de diensten die met het beheer van de Europese Ontwikkelingsfondsen zijn belast,

- Besluitende de in voornoemde artikelen 67 en 70 bedoelde opmerkingen op te nemen in deze resolutie die deel uitmaakt van elk kwijtingsbesluit met betrekking tot het financieel beheer van de Europese Ontwikkelingsfondsen tijdens het begrotingsjaar 1984,

- Gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (doc. A2-10/86),

1. Bevestigt dat het alle hem ten dienste staande middelen wil aangrijpen om te bereiken dat het EOF in de begroting wordt opgenomen;

2. Verzoekt de Commissie zich te richten naar de opmerkingen van de Rekenkamer over de indiening van de rekeningen, de aanwijzing van verplichtingen en betalingen op de begroting en het beheer van de kasmiddelen;

3. Is van mening dat de voorstellen van de Commissie voor het financieel reglement van het zesde EOF ten aanzien van de rente wegens te late betaling en het gebruik van de Ecu een einde kunnen maken aan de vertragingen bij de betaling van de bijdragen door de Lid-Staten;

4. Verzoekt de Commissie de problemen als gevolg van de toepassing van prijsherzieningsclausules aandachtig te blijven volgen, opdat bij de omrekening in de munt van de aangegane transacties geen onredelijke winsten kunnen worden gemaakt;

5. Verzoekt de Commissie het Parlement mede te delen hoe ver men is gevorderd met de aanwerving van personeel voor de evaluatie van de EOF-projecten, genoemd in de begroting voor 1986;

6. Wenst dat de Commissie, de Rekenkamer en de Europese Investeringsbank (EIB) in gezamenlijke overeenstemming, met ingang van de inwerkingtreding van het zesde EOF, voor de door de EIB beheerde EOF-kredieten de voorwaarden voor de begrotingscontrole vaststellen aan de hand van de beginselen die in zijn resolutie van 22 oktober 1985 (1) zijn vervat;

7. Is bezorgd over het gebrek aan nauwkeurigheid in de statistieken die de ACS-landen indienen ter ondersteuning van hun verzoeken om overmakingen uit hoofde van STABEX, alsmede over het veelvuldig ontbreken van rapporten over de besteding van de middelen; is van mening dat dit probleem door de toepassing van de bepalingen van de Overeenkomst van Lomé kan worden opgelost.

(1) PB nr. C 343 van 31. 12. 1985, blz. 27.